groep 8 thema 4 Flashcards

1
Q

How kunnen zaden verspreid worden? Noem 4 manieren.

A

Door:

  1. De wind
  2. Het water
  3. Een dier of mens
  4. En de plant zelf als zaden openspringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de juiste volgorde van levensfases. Het zijn er 7.

A
  1. Baby
  2. Peuter
  3. Kleuter
  4. Schoolkind
  5. Puber
  6. Volwassene
  7. Oudere
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er tijdens jouw pubertijd?

A

Je maakt een groeispurt door.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ben je biologisch volwassene?

A

Als je geslachtsrijp bent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent geslachtsrijp zijn?

A

Dat je op een leeftijd bent waarop je kinderen kunt krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer ben je maatschappelijk volwassen?

A

Op je achttiende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de ontwikkelfasen van een vlieg

A
  1. eitje
  2. made
  3. pop
  4. vlieg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem de ontwikkelfasen van een vlinder

A
  1. eitje
  2. rups
  3. pop
  4. vlinder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem de ontwikkelfasen van een kikker

A
  1. eitjes (kikkerdril)
  2. kikkervisje
  3. kikker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de ontwikkelfasen van een sprinkhaan

A
  1. eitje
  2. kleine sprinkhaan met kleine vleugels
  3. iets groter
  4. volgroeide sprinkhaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar zorgt voortplanting voor?

A

het zorgt ervoor dat mensen, dieren en planten kunnen voorbestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is bestuiving?

A

bevruchting is dat een mannelijk stuifmeel wordt overgebracht naar de vrouwelijke stamper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar of niet waar: planten kunnen zich zonder bevruchting voortplanten.

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een plant zich zonder bevruchting voorplanten?

A

een plant kan zonder bevruchting voortplanten doordar een stukje van de plant zelf tot een nieuwe plant kan uitgroeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke 2 levensfasen groeit een mens het hardst?

A

in de baby en puber fase groeit de mens het hardst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zit er tussen de botten van een schedel van een baby?

A

er zit een kraakbeen tussen

17
Q

Waardoor krimpen oudere mensen?

A

omdat het kraakbeen al omgezet is in bot

18
Q

Hoe oud krijgt een mens melktanden?

A

op een half jaar

19
Q

Wanneer begin je te wisselen? (tanden)

A

op je vijfde jaar

20
Q

Wat groeit tijdens je groei met je mee? Noem er 4

A

je organen, je bloedvaten, je botten en je huid groeit mee

21
Q

Wat groeit tijdens je groei niet met je mee?

A

je tanden groeien niet mee

22
Q

Wat zorgt ervoor dat je lichaam tijdens jouw puberteit verandert?

A

hormonen

23
Q

Wat gebeurt er met jongens tijdens de puberteit (4 dingen)?

A

jongens hun lichaam groeit snel, ze krijgen de baard in de keel, ze krijgen baardharen op hun gezicht en ze gaan anders gedragen

24
Q

Wat is metamorfose?

A

een metamorfose is dieren die veranderen van uiterlijk

25
Q

Wat is een pop tijdens de metamorfose?

A

een pop is een cocon die insectenlarve in een volwassen insect veranderen

26
Q

Wat voor een soort dier is een kikker?

A

een kikker is een amfibie

27
Q

Hoe ademen kikkervisjes?

A

kikkervisjes ademen met kieuwen

28
Q

Hoe ademen kikkers?

A

kikkers ademen met longen

29
Q

Wat eten kikkervisjes (2 dingen)?

A

ze eten algen en wieren

30
Q

Wat eten kikkers? (3 dingen)?

A

hij eet insecten. slakken en spinnen

31
Q

Er veranderen twee dingen als kikkervisjes kikkers worden. Welke twee dingen veranderen er?

A
  • De manier waarop ze ademen

- Wat ze eten

32
Q

Een sprinkhaan heeft een popstadium. Waar of niet waar?

A

niet waar

33
Q

Wat doet een sprinkhaan om te kunnen groeien?

A

het vervelt meerdere keren tot hij volwassen is

34
Q

Hoe noem je mannelijke voortplantingscellen? En waar worden deze gemaakt?

A

stuifmeel

35
Q

Wat is het verschil tussen een knol en een bol?

A

een knol is stengels of wortels en een bol zit in verdikte bladeren

36
Q

Wat is het zaadbeginsel?

A

een vrouwelijke voortplantingsel waar na de bevruchting een zaad uit groeit

37
Q

Elk mens, dier en elke plant gaat door verschillende fasen. Hoe noem je deze fasen bij elkaar?

A

levenscyclus

38
Q

Wat is een larve?

A

het kindsstadium van een dier dat een metamorfose doormaakt