thema 4 Flashcards

1
Q

wat zouden mensen doen zonder voortplanting

A

uitsterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is er nodig voor voortplanting

A

een man en vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar zitten de eigenschappen van de moeder

waar zitten de eigen schappen van de vader

A

moeder;eitje

vader;zaadje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

als eitje en zaadje samen komen heet dat……

A

bevruchting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe worden zoogdieren geboren

A

uit de buik van de moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe worden vogels geboren?

A

uit een ei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe zien nest blijvers eruit?

A

kaal en blind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zien nest vlieders eruit?

A

vacht en niet blind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar krijgen zoog dieren voedsel via in de buik van de moeder?

A

Navelstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zit de voeding in bij vogels, reptielen, amfibieen en vissen?

A

het ei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bloemen hebben… en…?

A

meeldraden en stampers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zit het stuifmeel?

A

Op de meeldraden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat moet op wat komen om de plant te bevruchten?

A

stuifmeel op de stamper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kinderen van de plant?

A

de zaden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de manier waarop dieren voor hun eieren en jongen zorgen?

A

Broedzorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar voor zorgt voortplanting?

A

nieuw leven

bij: mensen, dieren en planten.

17
Q

wat zijn zaadjes?

A

dingen die mannen hebben, in zaadjes zitten eigenschappen van de man.

18
Q

wat zijn eitjes?

A

eitjes zitten in de buik van een vrouw,

in eitjes zitten eigenschappen van de vrouw.

19
Q

mensen kunnen niet voor planten zorgen waar of niet waar?

A

niet waar.

20
Q

voor voortplanting heb je een eitje en zaadjes nodig waar of niet waar?

A

waar.