Thema 3 Flashcards

1
Q

wat is bouwtechniek?

A

bouwtechniek is een techniek die zich bezighoud met het bedenken en maken van bouwwerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

noem minimaal 3 beroepen op een werkplaats

A

loodgieter electriciens timmerman schilders metselaars steigerbouwers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

noem minimaal 3 stevige bouwmaterialen

A

steen beton hout ijzer staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is infrastructuur?

A

de infrastructuur die maakt het mogelijk mensen en materialen van de ene plek naar de anderen plek te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

noem minimaal 3 vormen van infrastructuur

A

bruggen buizen kabels wegen tunnels rails

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een ontwerp?

A

een tekening die je maakt voordat het wordt gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer maak je een ontwerp

A

voordat je een iets maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar wordt techniek voor gebruikt

A

mensen gebruiken techniek om problemen op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is communiceren

A

communiceren is het doorgeven en ontvangen vanbeelden engeluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is electrotechniek

A

de electrotechniek zorgt voor het bedenken en maken van electronische apparaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn transportmiddelen

A

apparaten en machines waar mee je mensen en producten kunt vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is bewerken

A

met bewerken verander je het materiaal. hier voor kun je machines en gereedschap gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een product

A

een product is iets wat gemaakt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe noem je mensen en machines die in een fabriek in een vaste volgorde staan en die het product in stapjes maken?

A

een productielijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

noem minimaal 3 middelen waar wij via kunnen communiceren?

A

telefoon radio televisie computer ipad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waar om is een ontwerp belangrijk

A

omdat jij zelf en anderen dan wel kunnen kijken wat ze gaan bouwen en wat je nodig hebt