Grote hersenen, kleine hersenen en gezichtsbaan Flashcards

(106 cards)

1
Q

Hoe heet N. I

A

Nervus Olfactorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet N. II

A

Nervus Opticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heet N. III

A

Nervus Oculumotorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet N.IV

A

Nervus Trochlearis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet N. V

A

Nervus Trigeminus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heet N. VI

A

Nervus Abducens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet N. VII

A

Nervus Facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe heet N. VIII

A

Nervus Vestibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet N.IX

A

Nervus Glossopharyngeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe heet N.X

A

Nervus Vagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet N.XI

A

Nervus Accessoirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet N.XII

A

Nervus Hypoglossus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Ingernucleaire oftalmoplegie (INO)?

A

een zwakte of verlamming van de horizontale oogbewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uit welke drie onderdelen bestaat de hersenstam?

A
  1. De mdulla oblongata
  2. De pons
  3. Het mesencepalon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel zenuwen lopen er vanuit de hersenstam?

A

10 (met die van de hersen erbij 12)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt de Medulla oblongata ookwel genoemd?

A

het verlengde merg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke betrokken kernen bevat de Medulla oblongata?

A
  • ademhalen
  • hartslag
  • slikken
  • vasoconstrictie
  • waken en slapen
  • andere vitale functies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar uit bestaat de naam van de baan?

A
  • eerste deel is de start

- tweede deel is waar die eindigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarvoor zorgt de Pons?

A

Prikkels van het evenwichts- en gehoororgaan doorgeven worden aan de kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe wordt het Mesencepalon ook wel genoemd?

A

de middenhersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke functies heeft het Mesencepalon?

A
  • visuele en auditieve reflexen
  • pupilverwijding
  • het gehoor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waar is het Tectum een onderdeel van?

A

Mesencepalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Noem de vier uitstulpingen van het Tectum

A
  • twee colluculi superioris

- twee colluculi ingerioris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat voor functie hebben de twee colluculi superioris?

A
  • verbinding ganglioncellen
  • gebieden met visuele bewerkte informatie voeden
  • Het pulvinar
  • De gebieden in de hersenstam die de oogspieren aanturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat voor functie hebben de twee colliculi inferioris?
zijn verantwoordelijk voor doorschakeling van auditieve informatie
26
Wat is de functie van het Cerebellum?
coördineren en perfectioneren van beweging - houding, balans - ijken, leren, perfectioneren
27
Waar is de temporaal kwab bij betrokken?
- geheugen - leren - gehoor - doorgang visuele baan
28
Waarvoor is het gebied van Wernicke belangrijk?
Belangrijk om taal te kunnen begrijpen
29
Wat voor symmetrie hebben de meeste dieren?
bilaterale symmetrie
30
Waarom heeft de evolutie een voorkeur voor een bilateraal symmetrisch lichaam?
Het is beter gestroomlijnd en kan zich gemakkelijker voortbewegen en blijft beter in balans
31
Wat is cephalisatie?
Er ontwikkelt zich een bilaterale symmetrie waarbij de zenuwen zich aan één uiteinde van het lichaam concentreren.
32
Welke belangrijke structuren liggen in het bovenste gedeelte van de hersenen (telencephalon)?
1. de cerebrale cortex 2. de hippocampus 3. de basale ganglia
33
In welke delen kan je de cerebrale cortex opdelen?
1. linkerhemisfeer | 2. rechterhemisfeer
34
Functie van de linkerhemisfeer?
De meeste neuronen bevatten informatie over de rechterkant van het lichaam
35
Functie rechterhemisfeer?
De meeste neuronen bevatten informatie over de linkerkant van het lichaam?
36
Hoe vind er communicatie plaats tussen het rechterhemisfeer en het linkerhemisfeer?
via het corpus callosum en anterieure commisure
37
Benoem de 16 gebieden in de hersenen?
1. hersenstam 2. medulla oblongata 3. pons 4. mesencephalon 5. tectum of vierheuvelplaat 6. cerebellum 7. diencephalon 8. thalamus 9. basale kernen 10. cerebrum 11. corpus callosum 12. frontaalkwab/voorhoofdskwab 13. pariëtaal kwab 14. temporale kwab 15. occiptaalkwab 16. primair motorische en somatosensortische cortex
38
Wat zijn de drie algemene vuistregels over visuele defecten?
1. Hoe meer de beschadiging posterior zit, hoe meer het visuele effect voor de twee gezichtsvelden gelijk is 2. Een beschadiging in het chiasma geeft een tunnel visie 3. Wanneer de beschadiging helemaal achteraan het visuele pathway blijft de macula gespaard
39
Noem de twee soorten Ganglioncellen
- Magno-ganglioncellen | - Parvo-ganglioncellen
40
Magno-ganglioncellen zijn groot/klein?
Groot
41
Parvo-ganglioncellen zijn groot/klein?
Klein
42
Dikke vezels versturen informatie snel/langzaam en welke baan is dit?
Snel, Magno banen
43
Dunne vezels versturen informatie snel/langzaam en welke baan is dit?
langzaam, Parvo banen
44
Uit welke delen bestaat de hersenstam?
1. de medulla oblongata 2. de pons 3. het mesencephalon
45
Wat verbindt de hersenstam met elkaar?
verbinding tussen grote-, kleine hersenen en het ruggenmerg
46
Via welke weg loopt de hersenstam de schedel in?
foramen magnum
47
Andere benaming voor het verlengde merg?
medulla oblongata
48
Waar is de medulla oblongata het overgangsgebied van?
overgangsgebied van ruggenmerg naar hersenen
49
Wat zijn de functies van de kernen van de medulla oblongata?
- ademhaling - hartslag - slikken - vasocontrictie - waken/ slapen - andere vitale functies
50
Bestaat de medulla oblongata uit sensorische of motorische zenuwbanen?
allebei
51
Functie van de pons?
- houdt met twee armen de kleine hersenen vast en verzorgt daarmee het contact tussen de grote en kleine hersenen - zorgt ervoor dat prikkels van het evenwichts- en gehoororgaan doorgegeven worden aan de kleine hersenen.
52
Waar is het voorste deel van de pons belangrijk voor?
aansturen van sensorische informatie naar de grote hersenen over beweging
53
Waar is het achterste deel van de pons belangrijk voor?
ademhaling, smaak en slaap
54
Welk stuk van de hersenen worden ook wel de middenhersenen genoemd.
mesencephalon
55
Welke functies heeft het mesencephalon?
- visuele en auditieve reflexen - pupilverwijdering - het gehoor
56
Welk deel van de hersenen bestaat uit vier uitstulpingen aan de bovenkant van de hersenen?
tectum of vierheuvelplaat
57
Waarom bestaan de vier uitstulpingen?
- twee superiores | - twee inferiores
58
Wat is de functie van de bovenste uitstulpingen van het tectum?
verbinding met ganglioncellen uit de retina
59
Welke delen worden gevoed met bewerkte visuele informatie uit de tectum?
1. het pulvinar, een onderdeel van de thalamus | 2. de gebieden in de hersenstam die de oogspieren aansturen
60
Wat is de functie van de onderste uitstulpingen van het tectum?
verantwoordelijk voor de doorschakeling van auditieve informatie.
61
Welk gedeelte van de hersenen zijn voor eht coördineren en perfectioneren van bewegingen?
cerebellum
62
Kunnen de spieren samentrekken zonder cerebellum?
ja
63
Hoe kan een persoon dronken lijken?
beschadiging van de kleine hersenen
64
Benoem de twee indirecte functies van het cerebellum.
- in de gaten houden of doel van beweging bereikt wordt | - aanpassen van beweging
65
Wat houd opsoclonus monoclonus syndroom in?
onrustig bewegende ogen met korte schokjes van hoofd, arm, been of romp.
66
Waaruit bestaat de diencephalon?
- thalamus - hypothalamus - neurohypofyse - epifyse/pijnappelklier
67
Wat is de functie van de thalamus?
schakelstation tussen het ruggenmerg en de grote hersenen. Er worden prikkels gefiltreert zodat niet alle informatie naar de hersenen gaat.
68
Wat is de functie van de hypothalamus?
schakelstation tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel, is verbonden met de hypofyse
69
Wat is de functie van de neurohypofyse?
belangrijke klier die hormonen aanmaakt die vervolgens andere hormonale klieren remt, of stimuleert hormonen aan te maken
70
Wat is de functie van de epifyse?
endocriene klier, produceert melatonine (speelt een rol in het dag en nacht ritme)
71
Als de hypofyse een tumor heeft waar kan hij tegenaan drukken?
chiasma opticum
72
Functie thalamus?
schakelstation in het diencephalon, selectieve prikkels worden doorgegevens.
73
Functie hersenschors?
kan de thalamus opdracht geven bepaalde prikkels te onderdrukken
74
Waar bestaat de thalamus uit?
dertigtal kernen met een eigen, verwante functie die prikkels doorgeven en aanpassen aan de zintuigen.
75
Is de thalamus afferente of efferente informatie?
afferente
76
Over welke afferente informatie gaat t over bij de thalamus?
- hersenzenuwen (gehoor, gevoel, gezichtsveld) - hypothalamus (honger, dorst, hormoonhuishouding) - formatio reticularis (bewustzijn) - cerebellum/ basale kernen (coördineren van bewegingen - ruggenmerg (motoriek en gevoel) - limbisch systeem (emotie, gedrag en geheugen)
77
Functie basale kernen?
betrokken bij bewegingen en bij motivatie en beloning
78
Waaruit bestaat de basale kernen?
- nucleus caudatus - globus pallidus - putamen - substantia nigra
79
Functie cerebrum?
verwerking impulsen afkomstig van sensorische zenuwcellen, reguleren van vrijwillige beweging, plek cognitieve en emotionele processen
80
Benoem 4 cognitieve en emotionele processen?
- logisch redeneren - planning - geheugen - emotie
81
Zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen hersenen?
ja, vrouwen hebben iets meer verbindingen
82
Functie corpus callosum?
verbind rechter en linkerhersenhelft.
83
Uit wat voor soort vezels bestaat het corpus callosum?
commissurale vezels
84
Wat zijn commissurale vezels?
zenuwvezels die van de ene naar de andere hemisfeer lopen
85
Functie frontaalkwab?
hogere controlefuncties van de hersenen, besturen en handelen gedrag, behoeften en plichten. -plek frontale oogveld
86
Benoem de 8 excutieve functies.
1. planning 2. organiseren 3. geheugen 4. impulscontrole 5. het oplossen van problemen 6. selectieve aandacht 7. besluitvorming 8. beheersen gedrag en emoties
87
Functie gebied van Broca?
uitvoeren spraak. - bij rechtshandigen linkerhersenhelft - bij linkshandigen minderheid van de gevallen op de rechterhersenhelft.
88
Functie pariëtaal kwab?
sensorische informatie wordt hiereen gebracht, spelen rol bij ruimtelijk denken, dominante hemisfeer is betrokken bij rekenen.
89
Functie temporale kwab?
betrokken bij: - geheugen - leren - gehoor - doorgang visuele banen
90
Waar is het gebied van Werniche bij betrokken?
taal te begrijpen, centrum ligt meestal in de linker temporaalkwab.
91
Functie occipitaalkwab?
verwerken visuele informatie, bevat primaire en secundaire schors.
92
Wat is de wat route?
ventral stream --> temporaal kwab
93
Wat is de waar route?
dorsal stream --> pariëtale kwab
94
Functie primair somtosensorische cortex?
op de postcentrale gyrus is een uitgebreid primair gevoelscentrum, waar het huidgevoel sensorisch binnenkomt.
95
functie primaire motorcortex?
geeft opdrachten voor relatief eenvoudige bewegingen.
96
Functie centrum van Broca?
spraak
97
Afasie van broca of motorische afasie?
beschadiging spraakcentrum, mensen hebben moeite met het begrijpen van grammatica en spontaan iets te zeggen.
98
Oorzaak dyslexie/ sensorische afasie?
beschadiging/ wil zeggen dat de patiënt niet begrijpt wat er wrodt verteld en bij gebruikt vaak zelf lange zinnen zonder inhoud.
99
benoem de drie algemene regels over visuele defecten
1. hoe meer beschadiging posterior, hoe meer het visuele effect voor de twee gezichtsvelden gelijk is. 2. beschadiging in het chiasma geeft een tunnel visie 3. beschadiging achteraan het visuele pathway --> macula gespaard.
100
Wat zijn magno- ganglion cellen?
grote cellen met grote receptieve velden (dikke axonen, snelle actiepotentiaal)
101
Wat zijn parvo banen?
kleine cellen, in de macula (dunne axonen, slome actiepotentiaal).
102
De retina vezels beginnen in het chiasma opticum in een drietal kerngebieden. juist of onjuist?
onjuist, het eindigt in het chiasma opticum
103
Waar gaat het grootste gedeelte van de neuronen naartoe?
corpus geniculatum laterale in de thalamus ( van hieruit gaat het naar de visuele cortex).
104
Waar gaat het kleinste gedeelte van de neuronen naartoe?
plekken voor de visuele aandacht. - nucleus pretectalis - nucleus suprachiasmaticus
105
Waar eindigen de meeste vezels?
corpus geniculatum laterale (CGL).
106
Functie primair visuele cortex?
hier is de informatie van beide ogen nog gescheiden. type neuronen die gevoelig zijn voor verschillende visuele modaliteiten (vorm, kleur en beweging), via projecties binnen het primair visueel gebied met omliggende visuele corticale gebieden vindt integratie van informatie uit beide ogen plaats.