H1 Flashcards
(30 cards)
Dierlijke stucturen zichtbaar onder lichtmicroscoop
Nucleus, celmembraan, cytoplasma
Plantecel structuren zichtbaar onder lichtmicroscoop
Nucleus, celmembraan, cytoplasma, celwand, vacuole, chloroplasten
De kern
Omgeven door dubbel membraan(bevat kernmemraan), het bevat: Chromatine DNA, kernlichaampjes(nucleoli)
DNA
Genetisch materiaal dat de informatie bevat over de synthese van proteine
Nucleoli
Aanmaken van rRNA(deel van de ribosomen)
Heterochromatine
Extra opgevouwen DNA
Meer proteine(om extra op te vouwen)
Donkere gebieden
Inactief(DNA moeilijk te bereiken)
Eurochromatine
Iets minder strak opgevouwen DNA
Minder proteine(minder opvouwen)
Lichtere gebieden
Actief(DNA makkelijk te bereiken)
Plastiden
Celorganellen in plantencellen
Dubbel membraan
Een of meerdere
3 soorten: Leukoplasten, Chloroplasten, chromoplasten
Mitochondiren
Genereren energie(ATP) door afbraak van stoffen mbv zuurstof
-> rol in de ademhaing
Dubbelmembraan
Inwendige membraan: uitstulpingen
Inhoud: matrix
Endosymbiose
Mitochodrien en chloroplasten eerst zelfstandige prokaryoten(binnenste membraan heeft prokaryote structuur) die uiteindelijk in symbiose met en in de eukaryote cel zijn gaan leven
Endoplasmatisch reticulum
Netwerk van membranen, systeem van holten, kanalen en cysternae, 2 soorten
ruw ER
Sluit aan op het kernmembraan en herbergt de ribosomen. In membraan v.h RER: nog niet afgewerkte proteine opgeslagen worden en via transportblaasjes naar het Golgi-apparaat
glad ER(SER)
niet in verbinding met het kernmembraan + betrokken bij vorming van vetzuren en fosfolipiden . Sterk ontwikkeld in steroide synthetiseerde cellen en fungeert in spiercellen als Ca+ opslagplaats
Golgi-apparaat
opgevouwen membranensysteem in het cytoplasma, stapel van afgeplatte zakjes, cisterne, begrensd door een enkelvouwdig membraan: proteine afgewerkt(vanuit RER) nabewerkingen mbv enzymen. GA verpakt de afgewerkte proteinen in golgiblaasjes die extracellulair worden gebracht of ingebouwd in celmembraan
Lysosomen
Golgiblaasjes die afvalstoffen opruimen en afbreken in de cel
Enkelvouwdig membraan
Vesiculaire structuren, die lytische enzymen(afbraak stof beinvloeden) afschermen van eigen celinhoud, bij accidentele lysis (-> autofagie en oxidatieve celdood)
Autofagie
Afbreken van celeigen bestanddelen
Heterofagie
afbraak van extracellulair materiaal -> door macrofagen
Perixosomen
Golgiblaasjes
Beschermen van de cel tegen tegen toxische stoffen
Enkelvouwdig membraan
Vesiculaire structuren
Bevatten katalase die h2o2 afbreken tot water en zuurstof
Accidentele lysis -> autofagie en oxidatieve celdood
Ribosomen
Celstructuren van rRNA en proteinen
Geen membraan
Kleine korreltjes, opgebouwd uit kleine en grote subeenheid
(vaak) los in het cytoplasma gebonden aan RER of in groepjes, als polysomen
Eiwitsynthese
Veel eiwitproductie binnen cel -> veel ribosomen
Celmembraan
Alle cellen worden erdoor omgeven(cytoplasma membraan of plasma membraan)
Cytoplasma: geleiachtige vloistof(cytosol), waarin celorganellen voorkomen
Cytosol
Water, koolstofverbindingen, proteinen, sachariden, lipiden en nucleinezuren
Bouw celmebraan
Cytoplasmamembraan: fosfolipidendubbellaag: fosfolipiden en cholesterol, tussen lipiden zijn eiwitten, aan de extracellulaire zijde: sacharideketens(aan membraanoppervlak) Fosfolipidenmoleculen bestaan uit hydrofobe(apolaire) vetzuurstaarten naar elkaar gericht, polaire koppen enerzijds naar het intracellulair gesitueerde cytoplasma, anderzijds naar extracellulaire ruimte
-> waterafstotend membraam, zelfsluiten en selectief doorlaatbaar
Cholesterol moleculen
tussen fosfolipiden, bepalend voor temperatuurafhankelijke vloeibaarheids-en transitiegraad
Cytoskelet
Netwerk van proteinevezels, hangen vast aan het celmembraan en celorganellen, rol in beweging van celorganellen.
Bestaat uit: microfilamenten/acitinefilamenten
microtubili
Intermediare filamten