vetten, eiwitten en nucleinezuren Flashcards
(7 cards)
Fosfolipiden
Centrale glycerolmolecule waaraan twee vetzuren en een fosfaatgroep aan verbonden zijn. Aan fosfaatgroep kunnen kleine moleculen gebonden zijn, zoals serine en chloline
Rol: structurele lipiden, belangrijk voor biomembraan
Vetten/fosfolipiden
Bestaan uit C,H,O elementen, functie: reservestof(opgeslagen in vetweefsel), isolatiemateriaal, bescherming en waterafstoting
Bv fosfolipiden, steroiden en triglyceriden
Steroiden
Opgebouwd iot vier koolstofringstructuren, bv cholesterol, progesteron, oestrogeen, testosteron -> chormonale belang
Triglyceriden
Glycerolmoleculen met drie vetzuren aan verbonden, verzadigde vetzuren(enkelvouwdige C-C), onverzadigde vetzuren(1 of meerdere dubbele bindigen C=C)
Bouw vetten algemeen
Verbindingen van glycerol met drie vetzuren -> triglyceriden
Bepaalde duubele bindingen een knik in het vetzuur.
Spijsverteringstelsel worden vetten afgebroken tot glycerol en vetzuren. Vetzuren door de darmwand heen, komen in lymfevaten terecht en worden weer tot vetten omgevormd
Oplosbaarheid vetten in water
Slecht, detergenten doen het beter