H10 Cell Respiration Flashcards

1
Q

wat is oxidatie?

A

verlies van e-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is reductie?

A

verkrijgen van e-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is NAD+?

A
  • elektronendrager in de cel

- co-enzym, werkt samen met een dehydrogenase enzym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet het hydrogenase enzym?

A

halen 2 waterstofatomen van het substraat af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat wordt gereduceerd door het hydrogenase ?

A

NAD+ wordt gereduceerd tot NaOH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurd met e- met de NAD+ reactie? (4)

A
  1. e- gaan eerst door het elektronen transport keten
  2. e- gaan van donor -> acceptor molecuul
  3. de laatste acceptor is O2-> dan krijg je H2O
  4. O2= terminale elektronen acceptor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar vind het elektronen transport keten plaats?

A

in binnenmembranen van mitochondria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke 2 manieren word ATP gemaakt?

A
  1. substraat niveau fosforylatie

2. oxidatie fosforylatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is substraat fosforylatie?

A

directe fosforylatie vanaf substraat met een specifiek enzym

vindt plaats tijdens glycolyse en citroenzuurcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 3 stappen van ademhaling zijn er?

A
  1. glycolyse
  2. oxidatie van pyruvaat
  3. oxidatie fosforylatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat gebeurd er in fase 1 van glycolyse?

A
  • glyceraldehyde-3-fosfaat word gemaakt

- kost energie (2 ATP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat gebeurd er in fase 2 van glycolyse?

A
  • oxidatie van 2 G3P tot 2 pyruvaat

- ATP en NaDH worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fase 2 glycolyse celademhaling? reactievergelijking

A

G3P + 2 NAD+ ->2 NaDH + 2 H+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurd er met NaDH?

A

NaDH+ H+ ——- elektronen transport keten ——- O2+ ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pyruvaat met O2 en zonder?

A

met O2= verdere oxidatie van pyruvaat tot CO2

zonder O2= fermentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

7 stappen van oxidatie van pyruvaat?

A
  1. pyruvaat in mitochondriun getransporteerd worden
  2. pyruvaat word omgezet in acetylCoA
  3. 1 NAD+ gereduceerd tot 1 NADH + H+ en 1 CO2 geproduceerd
  4. Acetyl-CoA gaat citroencyclus in
  5. 3 NAD+ gereduceerd tot 3 NADH + H+
  6. FAD gereduceerd tot FADH2
  7. GTP is gevormd, daarna gelijk voor ATP productie gebruikt
17
Q

in welke 3 stappen wordt pyruvaat omgezet in acetylCoA?

A
  1. decarboxylatie
  2. oxidatie
  3. binding co-enzym A
18
Q

reactievergelijking glycolyse?

A

1 glycolyse + 2 ADP+ 2 P1+ 2 NAD+ —> 2 pyruvaat + 2 H2O + 2 ATP + 2 NADH + 2 H+

19
Q

reactievergelijking citroencyclus?

A

2 pyruvaat + 2 H2O + 2 ADP + 2 Pi + 2 FAD + 8 NAD+ —> 6 CO2 + 2 ATP + 2 FADH2 + 8 NADH + 8 H+

20
Q

reactievergelijking glycolyse en citroencyclus?

A

1 glucose + 4 ADP+ 4 Pi + 10 NAD+ + 2 FAD —> 6 CO2 + 4 ATP + 10 NADH + 10 H+ + 2 FADH2

21
Q

reactievergelijking van elektronen transport keten?

A

10 NADH + 10 H+ + 2 FADH2

22
Q

8 stappen citroencyclus?

A
  1. acetyl -CoA + OAA —> citraat
  2. citraat -> isocitraat
  3. isocitraat—> a- ketoglutaraat
  4. a- ketoglutaraat—> succinyl-CoA
  5. succinyl-CoA—> succinaat
  6. succinaat—> fumaraat
  7. fumaraat—> malaat
  8. malaat—> oxaloacetaat
23
Q

welke 4 stappen oxidatieve fosforylatie?

A
  1. elektronen van NADH en FADH2 worden getransporteerd in verschillende stappen naar O2
  2. 1/2 O2 samen met 2 H+ en 2 e- geeft eindproduct van celademhaling: H2O
  3. Bij deze stappen komt energie vrij
  4. deze energie wordt gebruikt door ATP-synthese om ATP te maken
24
Q

wat gebeurd er bij complex 1 bij elektronen transport keten?

A

flavoprotein-> FMN

Iron-sulphur protein—> Fe•S

25
Q

wat gebeurd er bij complex 2 bij elektronen transport keten?

A

Fe•S + FAD

26
Q

hoe werkt ATP synthase?

A
  1. protonen stromen in een kanaal in de stator van het complex
  2. de protonen binden aan sites in de rotor
  3. wanneer een proton helemaal rond is verlaat het de rotor via een ander kanaal in de stator
  4. door het draaien van de rotor gaat de ‘internal rod’ ook draaien
  5. de ‘internal rod’ komt uit in de ‘catalytic knob’. Door het draaien van de rod worden de catalystische sites in de knob geactiveerd: ADP + Pi -> ATP
27
Q

waar vind ATP synthase plaats in dierlijke cel, plant en in prokaryoten?

A

dierlijk: binnen membraan mitochondria
plantaardig cel : ook in chloroplasten
prokaryoten: plasma membraan

28
Q

netto opbrengst oxidatieve fosforylering?

A

28 ATP