H7 Cell structure and Function Flashcards

1
Q

wat is cytologie?

A

beschrijving cel structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is biochemie?

A

beschrijven moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat hebben eukaryote en prokaryote cellen allebei?(6)

A
  • allebei plasmamembranen om de cel
  • selectieve barriere voor nutrienten
  • bevat specifieke membraaneiwitten
  • cytosol
  • chromosomen
  • ribosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet het plasma membraan?

A

belangrijk voor uitwisseling van stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat bevat het nucleus?

A

bevat chromosomen met daarin bijna alle genetische informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waardoor is de kern omgeven in een eukaryote cel?

A

dubbel membraan, die in verbinding staat mer ER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uit welke 4 dingen bestaat een kern?

A
  1. kern lamina= eiwit filamenten, behouden van kern
  2. kernporiën= regulatie door pore complex
  3. chromosomen= dragers van genetische informatie
  4. chromosomen= chromatine( DNA+ gebonden eiwitten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functies nucleolus?

A
  • voor synthese

- opbouw kleine en grote ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaan ribosomen en wat is de functie?

A

bestaat uit eiwitten + rRNA

functie is eiwit synthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vrije ribosomen?

A

= cytosol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 functies van plasmamembraan?

A
  • synthese en transport eiwitten
  • betrokken bij metabolisme
  • detoxificatie giftige stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het ER?

A

netwerk buisjes omgeven door ER-membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ruw ER?

glad ER?

A
ruw = ribosomen op ER
glad= geen ribosomen op ER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 functies Glad ER?

A
  • afbraak suikers
  • synthese van lipiden
  • detoxificatie
  • opslag van Ca ionen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 functies van Ruw ER?

A
  1. eiwitsecretie
  2. eiwit modificatie
  3. maakt membranen
  4. inbouwen van eiwitten in membraan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 functies van Golgi apparaat?

A
  1. modificatie van eiwitten
  2. versturen naar andere plekken
  3. productie macromoleculen
17
Q

welke 2 vacuolen zijn er?

A
  1. protisten: evenwicht

2. amoeben: hydrolyse

18
Q

waar in de chloroplasten vind fotosynthese plaats?

A

thylakoïds, stroma

19
Q

welke 3 organellen zijn er voor energievoorziening?+ functie

A
  1. Peroxisomen, afbraak vetzuren/ productie H2O2
  2. Glyoxysomen, vetopslag cellen van zaden
    3 Mitochondrium, matrix/cristae
20
Q

4 functies cytoskelet?

A
  1. mechanische ondersteuning
  2. ankerplaats voor organellen
  3. zorgt voor beweging
  4. regulatie biochemische activiteit
21
Q

welke 3 structuren bestaat cytoskelet?

A
  1. microtubuli
  2. microfilamenten
  3. internediare filamenten
22
Q

functie microtubuli?

A

bescherming tegen druk van buitenaf en beweging van flagellen

23
Q

hoe beweegt een flagel?

A

ATP hydrolyse -> conformatie motoreiwit verandert -> beweging

24
Q

functie microfilamenten?

A

weerstaan trekkracht

25
Q

hoe bewegen spiercellen/witte bloedcellen/ plantaardig cel?

A

spiercellen = interactie actine en myosine
witte bloedcellen= ook actine en myosine interactie
plantaardig cel= beweging cytoplasma

26
Q

functie internedaire filamenten?

A

trekkracht, op plaats houden van celorganellen

27
Q

functie celwand?

A

vorm behouden en voorkomen te veel water opname

28
Q

opbouw celwand?

A

microfibrillen en cellulose

29
Q

waaruit bestaat cellulose?

A

glucose+ B-1,4 koppeling

30
Q

wat is plasmodesmata?

A

kanalen die plantencellen met elkaar verbinden

31
Q

wat is fibronectin?

A

verbinding cel en ECM

glycoprotein

32
Q

wat is integrins?

A

transmembraan eiwitten

receptoren

33
Q

wat is tight junction?

A

voorkomt lekkage van extracellulair vloeistof

34
Q

wat is desmosomen?

A

binden cellen aan elkaar

35
Q

wat is gap junctions?

A

kanalen tussen twee cellen opbouw