H8 Cell Membranes Flashcards

(21 cards)

1
Q

waaruit bestaan membranen?

A

koolhydraten, eiwitten en lipiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is lipidelaag?

A

laagje bij huid/membraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie van membraan koolhydraten?

A

spelen rol bij de herkenning van cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn membranen?(3)

A

vloeibaar, vormen mozaïek en zijn selectief permeabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 4 orientatie hebben membranen?

A
  1. synthese fosfolipiden en membraaneiwitten in ER.
  2. modificatie koolhydraten in Golgi.
  3. transport van transmembraan eiwitten naar plasmamembraan
  4. blaasjes fuseren met plasma membraan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke 2 transporteiwitten zijn er?

A
  1. channel eiwitten

2. carrier eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn aquaporines?

A

kanalen in het membraan voor het versnellen van het transport van H2O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is passief transport?

A

difussie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is actief transport?

A

kost energie, ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is osmose?

A

difussie van water over plasmamembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is toniciteit?

A

het vermogen van een oplossing om een cel water op te laten nemen of water te laten verliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke 3 vormen toniciteit zijn er?deeltjes?

A
  1. hypotoon, opgeloste deeltjes buiten cel < opgeloste deeltjes in cel
  2. isotoon, opgeloste deeltjes in cel= opgeloste deeltjes buiten cel
  3. hypertoon, opgeloste deeltjes buiten cel > opgeloste deeltjes in cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is turgor?

A

door opzwellen cel ontstaat tegendruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is geen tegendruk?

A

grensplasmolyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is te veel water naar buiten?

A

plasmolyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is gefaciliteerde diffusie?

A

passief transport via eiwitten, altijd van hoge naar lage concentratie

17
Q

netto resultaat van Na/K pomp?

A

3 Na naar buiten 2 K naar binnen

18
Q

welke 2 krachten drijven diffusie aan?

A
  • concentratie gradient( chemische energie)

- membraan potentiaal ( elektrische kracht)

19
Q

wat is exocytose?

A

transport van binnen naar buiten

20
Q

wat is endocytose ?

A

transport van buiten naar binnen

21
Q

wat is elektrochemische gradient?

A

de 2 krachten samen die diffusie aan drijven