H18 dementie en gedragsstoornissen Flashcards

(30 cards)

1
Q

hoe kenmerkt het dementie syndroom zich?

A

geleidelijke achtergang van; geheugen, taal, herkenning en planning. Patiënten kunnen prikkelbaar, agressief en seksueel ongepast gedrag vertonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe lang leven mensen met dementie gemiddeld

A

1-20 jaar, gemiddeld 8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 risicofactoren dementie

A
  • Leeftijd
  • Geslacht(meer vrouwen)
  • Erfelijke factoren
  • Hart- en vaatziekten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Om van een dementiesyndroom te mogen spreken moeten er tenminste 2 van de 4 verschijnselen aanwezig zijn; welke?

A
  • Geheugenstoornis
  • Vertraging van handelen en denken
  • Afasie, agnosie of apraxie
  • Stoornis in uitvoering van taken(plannen) of sociaal afwijkend gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wie stelt de diagnose dementie?

A

een multidisciplinair team (geriater, neuroloog, psycholoog, psychiater)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MMSE

A

Mini Mental State Examination

oriënterend onderzoek dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CAMCOG

A

Cambridge Cognitive Examination

oriënterend onderzoek dementie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2x 4 fasen dementie

A
  1. De eerste verschijnselen
  2. De begeleidingsbehoeftige fase
  3. De verzorgingsbehoeftige fase
  4. De verplegingsbehoeftige fase

Fase 1: De bedreigde ik
Fase 2: De verdwaalde ik
Fase 3: De verbogen ik
Fase 4: De verzonken ik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fase 1 dementie; De eerste verschijnselen, ‘‘de bedreigde ik’’

A

vergeetachtigheid/verstrooidheid. Wordt de vergeetachtigheid beseft dan maakt dat de patiënt onzeker. Hij wordt minder spontaan en passiever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fase 2 dementie: De begeleidingsbehoeftige fase, ‘‘de verdwaalde ik’’

A

in deze fase worden routinematige dingen lastiger om uit te voeren. De vergeetachtigheid wordt erger. Door het wegvallen van het kortetermijngeheugen grijpt de patiënt steeds meer terug naar het verleden. Oriëntatie wordt daardoor ook lastiger.

-> in deze fase heeft de patiënt vooral begeleiding nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fase 3 dementie; verzorgingsbehoeftige fase ‘‘de verbogen ik’’

A

in deze fase weet de patiënt niet meer dat herinneringen van vroeger herinneringen zijn. De patiënt leeft als het ware in het verleden. Het gedrag wordt vreemd en ongepast. Taal wordt grof en stemming wisselend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fase 4 dementie; De verplegingsbehoeftige fase ‘‘de verzonken ik’’

A

De patiënt praat en verstaat niets meer. Ook herkend hij niemand meer. Zijn leven draait om eten, drinken en warmte. Het gedrag wordt rustiger. Bij alles wat de patiënt moet doen is hulp nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

preseniele Alzheimer

A

Alzheimer dat begint voor 50ste levensjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

seniele Alzheimer

A

Alzheimer dat begint na 50ste levensjaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Seniele plaques

A

amyloïde plaques

Resten van beschadigde neuronen door ophopingen van β-amyloïd tussen de hersencellen en neurofibrillaire tangels in de hersencellen. Hierdoor treedt verlies van synapsen en neuronen. Het hersenvolume wordt kleiner.

de seniele plaques zijn een normaal verschijnsel bij ouderdom maar bij Alzheimers komen ze in grote getalen voor.

er komen opvallend meer seniele plaques voor op plaatsen waar een acetylcholine prikkeloverdracht is, omdat acetylcholine versneld wordt afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

neurofibrillaire tangels

A

knopen die bestaan uit onoplosbare ineengestrengelde vezels die in de hersencellen te vinden zijn

17
Q

diagnose Alzheimers

A

anamnese + onderzoek.(2 van de 4 verschijnselen )

Beeldvormend onderzoek wordt gedaan om andere oorzaken uit te sluiten.

Je ziet vergrote ventrikels en afwijkingen witte stof. Bij pathologisch onderzoek van de hersenschors zie je seniele plaques

18
Q

Vasculaire dementie(MID)

A

multi infarct dementie

Het komt voor bij 5% van de mensen boven de 85.

Belangrijke risicofactoren zijn hoge bloeddruk en artherosclerose.

Bij beeldvormend onderzoek zien we 1 of meerdere grote of kleine CVA’s + dichtheidsveranderingen in de witte stof, vooral de ventrikels, dit noemen we leukoaraiosis.

Bij onderzoek zien we vaak dat deze mensen lichte parese hebben, ataxie, dysartrie enz.
Opvallend is dat soortgelijke bevindingen worden gevonden bij mensen zonder dementie verschijnselen.

Deze vorm kan gepaard gaan met plotselinge achteruitgang bij ieder nieuw infarct, maar dat hoeft niet

19
Q

leukoaraiosis

A

dichtheidsveranderingen in de witte stof, (bij MID vooral de ventrikels)

20
Q

Dementie met lewy-lichaampjes

A

Bij dementie met lewy-lichaampjes worden de lewylichaampjes voornamelijk gevonden in het cytoplasma van de neuronen in de cortex.

verschijnselen:
- begin stoornis in oriëntatie in ruimte
- concentratie.
- Wisselende aandacht en alertheid.
- Vaak ook tekenen van een delier.
- Later pas geheugenstoornissen en tekenen van parkinsonisme.

De verschijnselen kunnen verschillen per uur of dag.

21
Q

wanneer spreek je van parkinsonsdementie en wanneer spreek je van dementie met lewy-lichaampjes

A

Wanneer dementieverschijnselen opspelen binnen 1 jaar na het ontstaan van de zvP, spreken we van dementie met lewy-lichaampjes. Treden de dementieverschijnselen later op spreken we van parkinsonsdementie.

22
Q

Fronto-temporale dementie

A

1% van de gevallen.

Begint vaak op wat jongere leeftijd(55-65) en erft dominant over.

Er treedt atrofie op in de frontale en temporale kwab. De nadruk bij deze vorm van dementie ligt vooral op persoonlijkheids- en gedragsveranderingen, naast geheugenstoornis. Ontremd gedrag, taalstoornissen(herhalen zinnen/woorden(palilali) of woorden van anderen(echolalie)), incontinent voor urine.

Fronto-temporale dementie is alleen pathologisch-anatomisch van de ziekte van Pick te onderscheiden.

Fronto-temporale dementie kan optreden in combinatie met ALS

23
Q

palilali

A

herhalen zinnen/woorden

24
Q

echolalie

A

herhalen van woorden van anderen

25
Normotensieve hydrocefalus
Dit ziektebeeld wordt gekenmerkt door drie symptomen; - verschijnselen van dementie - spastische loopstoornissen - incontinentie voor urine. vertraagde informatieve verwerking, apathie en vergeetachtigheid zijn beginnende symptomen. Hydrocefalus=waterhoofd. Er is te veel liquor in de ventrikels. Wanneer er een lumbale punctie wordt verricht dan is de liquordruk normaal of zelfs verlaagd, dit is vreemd. Oorzaak lijkt een stoornis te zijn in de liquorcirculatie. Er blijkt sprake van een cisternoventrikulaire reflux. Wat inhoud dat de liquor van de cisternen naar de ventrikels stroomt, terwijl daar geen resorptie aan de convexiteit van de hersenen plaatsvindt. De oorzaak is onbekend. Lijkt verband met subarachnoïdale bloedingen, trauma, meningitis of spontaan bij ouderen. Door bij de lumbale punctie een ruime hoeveelheid liquor aftenemen daalt de druk in de ventrikels als de symptomen dan verbeteren wordt er via operatie een ventrikeldrainage systeem aangelegd.
26
oorzaak dementia pugilistica
herhaaldelijk inwerkend geweld
27
Pseudodementie
Er zijn stoornissen die enigszins lijken op dementie maar werkelijk iets anders zijn. Hierbij staan vaak inprentingsstoornissen, aandachts- en concentratiezwakte, psychische traagheid en zwijgzaamheid op de voorgrond. Depressie, bepaalde medicijnen en sensorische prikkeldeprivatie kunnen hiervan de oorzaak zijn.
28
Het syndroom van Korsakow
Ziekte veroorzaakt door een vitamine B1-deficientie. Veroorzaakt door ondervoeding/eenzijdige voeding(vaak bij chronisch alcoholisme). De vitamine B1-deficientie veroorzaakt kleine bloedinkjes in de hersenstam en andere delen hersenen. Deze afwijkingen worden Wernicke-encefalopathie genoemd. Na het behandelen met Vit B1 verdwijnen bijna alle symptomen. Restverschijnselen; -geheugenstoornissen - desoriëntatie ruimte, tijd en persoon. - Confabulaties. - Gebrek ziekte-inzicht verschijnselen: * Dubbelzien(dubbelzijdige uitval van nervus abducens) * Nystagmus(ogen maken ongecontroleerde ritmische bewegingen) * Ataxie * Desoriëntatie * Verwardheid * Geheugenstoornissen.
29
Ataxie
Ataxie is een samenvattend begrip voor verschillende verstoringen van het evenwicht en de bewegingscoördinatie
30
Nystagmus
ogen maken ongecontroleerde ritmische bewegingen