H8 letsels van het ruggenmerg(dwarslaesie) Flashcards

(36 cards)

1
Q

oorzaak dwarslaesie

A

gevolg van een onderbreking van continuïteit in het ruggenmerg met geheel of gedeeltelijk functie verlies. Verlammingsverschijnselen zijn een gevolg van de onderbreking van motorische banen, maar er kunnen ook sensibele en autonome functiestoornissen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoogte categorieën dwarslaesie

A
  • Dwarslaesie ter hoogte van; C4 of hoger
  • Dwarslaesie ter hoogte van; C5 t/m C8
  • Dwarslaesie ter hoogte van; Th1 t/m Th6
  • Dwarslaesie ter hoogte van; Th7 t/m L3
  • Conus-caudaletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is er sprake van een hoge dwarslaesie?

A

een dwarslaesie ter hoogte van C8 of hoger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

vanaf welke hoogte is een dwarslaesie niet meer levensvatbaar?

A

een complete dwarslaesie ter hoogte van C4 of hoger is niet levensvatbaar zonder kunstmatig beademing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke dwarslaesie hoogte heeft een geringe ademhaling en waarom?

A

Th5 t/m C5 heeft geringe ademhaling, de kans is groot dat zij aan de beademing moeten. Hun middenrif en intercostale spieren(hulpademhalingsspieren) zijn namelijk verlamd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verlamming alle extremiteiten

A

tetraparese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vanaf welke hoogte is er sprake van een midthoracale dwarslaesie?

A

Th8 en lager. Er is dan sprake van paraparese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vanaf waar is er sprake van een lage dwarslaesie

A

L1 of lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verlamming op T5-Th8 geeft geringe verlamming van de intercostale spieren, wat is het gevolg?

A

ophoesten is niet meer mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

contusio medullae posterior

A

vluchtige parese waarbij paresthesieën op de voorgrond staan.

(kneuzing medulla achterkant….logisch want de sensibele neuronen liggen in de achterhoorns)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

paresthesieën

A

tintelingen in de ledenmaten door druk op een zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom check je gelijk of het een stabiele of instabiele fractuur is?

A

omdat een instabiele fractuur door abnormale bewegelijkheid risico heeft op verder beschadiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

5 verschillende soorten dwarslaesies

A
  • Complete dwarslaesie
  • Incomplete dwarslaesie -> behoudt sensibiliteit
  • Central-cordletsel-> vaak bij bloedingen
  • Syndroom van Brown-Sequard: motorische uitval aan de kant van het letsel en sensibele stoornissen gedissocieerd. Temperatuur en pijnzin aan de tegenovergestelde zijde en tast en vibratiezin aan de kant dezelfde kant. (logisch want; temp/pijn lopen hetrolateraal en tast/vibratiezin homolateraal)
  • Conus-caudaletsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke schaal wordt er gebruikt bij dwarslaesie patienten ter weergave van de omvang van het letsel

A

de ASIA-classificatie

je hebt ASIA A/B/C/D/E

A is complete dwarslaesie
E is alle functies normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

acute en chronische fase dwarslaesie

A

De acute fase is direct na het trauma en duurt gemiddeld 4-6 weken. Hierbij komt het lichaam in spinale shock(meestal één week). Daarna gaan de orgaanfuncties zich weer herstellen en komen mensen in de chronische fase. Waar revalidatie begint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

spinale shock

A

Volledige uitval van functie. Slappe verlamming, geen sensibiliteit. Blaas, darm en bloedvaten gaan zelfstandig functioneren.

17
Q

airstacken

A

Het longvolume wordt dan vergroot met behulp van een ademhalingsballon. Het kan hoestkracht ook vergroten. (chronisch longlijden is een contra-indicatie)

18
Q

verschijnselen dwarslaesie

A
  • ademhalingsproblemen. -> afhankelijk van de hoogte van de dwarslaesie. airstacken kan ademhaling ondersteunen
  • door uitval regelmachanisme van vasocontrictie/dilatatie kan iemand in circulatoire shock komen.
    (controle bloeddruk, hartslag. steunkousen, trendelenburg positie en IV infuus kan nodig zijn.
  • temperatuurregulatiestoornis door stoornis in regulatie van de huidvaten
  • blaasfunctie stoornis: het mictiegevoel is er niet, spieren blaaswand en afsluitspier zijn verlamd waardoor overvulling
  • darmfunctie stoornis: door uitval van maag en darm peristaltiek
19
Q

waarom is voeding per os of per sonde contra-indiceert na trauma(dwarslaesie)

A

er kan een paralytische ileus ontstaan.

om darmfunctie te herstellen moet eerst prostigmine sc. of Im. geven worden.

20
Q

Rhizotomie

A

hierbij worden de wortels dicht bij het ruggenmerg doorgesneden om van een spastische verlamming een slappe verlamming te maken.

21
Q

paraosteoarthropathie

A

aandoening bij o.a. dwarslaesie patiënten waarbij er spontaan botten ontstaan op gebieden waar dit niet hoort. Medicijnen waaronder NSAID’s houden dit tegen.

22
Q

verpleegkundige aandachtspunten dwarslaesie patiënt(8)

A

decubitus
urinewegcomplicaties
stoornissen in botstofwisseling
spasticiteit

ademhalingsproblemen
bloeddruk en circulatie
temperatuurregulatie
darmfunctie

23
Q

waarom speelt decubitus een grote rol bij dwarslaesie? (6)

A
  • inactiviteit
  • verstoring van gevoel
  • huidgebieden die oorspronkelijk niet gemaakt zijn voor zoveel druk hebben nu veel belasting(billen, benen etc)
  • incontinentie
  • verstoorde stofwisseling
  • verlamde huidvaatjes kunnen zich niet meer aanpassen op de behoeften van de huid, zo kan er ischemie ontstaan door druk
24
Q

waarom spelen urinewegcomplicaties een grote rol bij dwarslaesie? (4)

A

Herhaalde infecties hebben invloed op de anatomie en het functioneren van de blaas.

  • Ze houden het ontstaan van een automatische/autonome reflexblaas tegen
  • geven afwijkingen in de blaaswand(schrompelblaas, uitstulpingen en slijmvliesafwijkingen)
  • kunnen zorgen dat het afsluitmechanismen tussen de blaas en de hogere urineleiders kapot gaat waardoor urine terug kan vloeien richting de nieren. De blaasdruk wordt hierdoor op de nierkelken gebracht (vesico-urethrale reflex). De nierkelken en urethra zetten uit, er vormt zich hydronefrose(zaknier). Nierfunctie gaat hierdoor ernstig achteruit.
  • Ook kan er een nierbekkenontsteking ontstaan.
25
vesico-urethrale reflex
afsluitmechanismen tussen de blaas en de hogere urineleiders gaat kapot, waardoor urine terug kan vloeien richting de nieren. De blaasdruk wordt hierdoor op de nierkelken gebracht. dit heet vesico-urethrale reflex. gevolg is het uitzetten van de nierkelken en de urethra vormt er hydronefrose(zaknier)
26
zaknier
gevolg van vesico-urethrale reflex is het uitzetten van de nierkelken en de urethra. Er vormt hydronefrose(zaknier)
27
belangrijkste factor in urineweginfecties
urineresidu
28
waardoor wordt spasticiteit versterkt?
gevulde blaas, decubitus, ingegroeide nagels, obstipatie, gewrichtscontracturen en andere ‘prikkelende’ oorzaken
29
botafwijkingen dwarslaesie patiënten(3)
- osteoporose door inactiviteit met als gevolg spontane fracturen. - overbodige hoeveelheid kalk wordt uitgescheiden-> verhoogde kans nierstenen -paraosteoarthropathie
30
whiplashongeval
Het hoofd wordt door snelheidsverandering naar achteren geslingerd zonder daarbij iets te raken. Bij dit type ongeval kan er beschadiging ontstaan in het ruggenmerg, het bandapparaat en de wervel. Maar bij de meeste blijft de schade in de weke delen van de nek, spier en pezen. Hierdoor ontstaan geen neurologische afwijkingen.
31
Ulcus
Huiddefect met een chronisch karakter met weinig neiging tot genezing.
32
Osteomeyelitis
Aantasting bot doordat decubitus zich verspreid naar onderliggende delen
33
Behandeling decubitus
-calorierijke, eiwitrijke, Vit C-rijke voeding -Bloedtransfusie als hemoglobinegrhalte niet optimaal is - schoon houden wond - verwijderen dood weefsel - wond opstoppen met gazen gedenkt in hypertoon zout(licht antiseptisch) of fysiologische zout - alles met steriele handschoenen en steriele instrumenten
34
Hypertoon zout is licht antiseptisch, voordeel? + wrm niet zwaar septisch?
Bevorderd aanmaak granulatieweefsel + antiseptisch Te scherpe antiseptisch houdt aanmaak granulatieweefsel tegen
35
Blaasverzorging dwarslaesie patiënt
Direct subrapubische cytostomie
36
ASIA(A tm D)
A- compleet: afwezige motoriek en sensoriek B- incompleet: afwezige motoriek en aanwezige sensoriek C- imcompleet: aanwezige motoriek, meer dan helft heeft kracht minder dan 3 (MRC). Willekeurige contracties van de sfincter D- imcompleet: aanwezige motoriek. Meer dan helft heeft kracht 3 of meer (MRC). Willekeurige contracties van de sfincter