H2 2.6 en 2.7 en 2.8 en 3.9 Flashcards
(39 cards)
soorten hulpverleners
- maatschappelijk werkers en sociaal-pedagogische hulpverleners (oplossen problemen dagelijks leven, herstel, empowerment)
- creatief therapeuten (gebruiken non-verbalen methodieken, muziek, spel, drama)
- psychomotorisch therapeuten
- toegepast psychologen (groepsbegeleider of coach)
- sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen (mogen medicijnen verstrekken)
- ergotherapeuten (betrekken omgeving bij behandelproces)
- sociaal-juridische dienstverleners
BIG (Beroepen individuele gezondheidszorg)
Deze moeten zich er registreren
- gz-psycholoog
- psychotherapeut
- psychiater
- ergotherapeut
- verpleegkundige
psychotherapie
- een of meer verbale interacties tussen patiënt en therapeut
- voor behandelen stoornissen, maladaptief gedrag te corrigeren, levensvragen op te lossen, mensen te helpen met hun unieke capaciteiten
werkzaamheid therapie
- alle therapiën even werkzaam
- belangrijker zijn:
- empatisch vermogen van de therapeut
- kwaliteit van de therapeutische relatie
- aandacht en steun die wordt gegeven
- hoop van de cliënt
psychodynamische therapie
- vormen van psychotherapie gebaseerd op Freud.
- sessies gaan jarenlang door
- belangrijkste technieken zijn:
- vrije associatie (afbreken afweermechanisme)
- droomanalyse
- analyse van overdrachtsrelatie
persoonsgerichte therapie
= cliëntgerichte therapie
- belangrijke humanistische therapie
- ontwikkeld door Carl Rogers
- opbouwen va een warme, accepterende therapeutische relatie die de cliënt de ruimte geeft om zichzelf te exploreren en te accepteren
- non-directief (cliënt bepaalt verloop)
- techniek=Reflectie, herformuleren of parafraseren van door client naar voren gebrachte gevoelens zonder ze te interpreteren of de oordelen.
onvoorwaardelijke positieve waardering
- bij persoonsgerichte therapie (humanisme)
- empathie tonen
- oprechtheid - openstaan voor de eigen gevoelens
- congruent - gevoelens moeten overeenstemmen met gedachten en gedrag
gedragstherapie
- helpt bij depressie, ontwikkelingsstoornis en incontinentie
- systematische toepassing van de principes van leren op de behandeling van psy. stoornissen
- accent op veranderen van gedrag niet op veranderen van de persoonlijkheid of diep in verleden
- duurt kort, paar weken tot maanden
- minder nadruk op aard therepeutische relatie meer op leren
- bij angste en fobieën ingezet
6 technieken bij gedragstherapie
- systematische desentisitatie ((steeds sterker angstwekkende stimuli)
- geleidelijke blootstelling (slang andere kant kamer)
- modeling (observeren van anderen)
- aversieve conditionering (bij verslavingszorg)
- sociale vaardigheidstraining
- zelfcontroletechnieken (stoppen roken, afvallen)
systematische desentisitatie
gedragstherapeutische techniek om fobieën te overwinnen dmv blootstelling aan steeds angstwekkender stimuli terwijl men in diepe ontspanning verkeert (zowel imaginair of dia's) - bv eerst aan kat denken - dan foto kat bekijken etc.
geleidelijke blootstelling
- levensechte blootstelling
- doelbewust de confrontatie met angstopwekkende stimuli opeozeken.
- eigen tempo
- vaak gecombineerd met cognitieve technieken gericht op vervangen van angstopwekkende, irrationele gedachten door kalmerende, rationele gedachten,
modeling
- patiënt leert gewenst gedrag aan door anderen die dat gedrag vertonen te observeren
- dan onder begeleiding therapeut het gedrag nadoen
- ontwikkelt door Bandura
- vooral effectief bij fobieën met name angst voor dieren zoals slangen en honde
token economy
behandelprogramma waarbij een gecontroleerde omgeving zodanig wordt ingericht dat mensen die gewenst gedrag vertonen bekrachtiging ontvangen in de vorm van fiches die ze kunnen inwisselen voor gewenste beloningen
cognitieve therapie
- helpt bij hoofdpijn en depressie
- helpen bij het identificeren en corrigeren van inefficiënte opvattingen, automatische gedachten en contraproductieve attitudes die emotioele problemen creëren of versterken
- negatieve emoties zoals angst en depressie veroorzaakt door onze interpretatie niet de gebeurtenis zelf
- RET van Albert Ellis
- Cognitieve therapie van Aaron Beck
Cognitieve therapie van Aaron Beck
- gaat verder dan RET
- de therapeut helpt de patiënt bij het identificeren en corrigeren van inefficiënte cognities (gedachten, opvattingen en attitudes) die men denkt ten grondslag liggen aan de emotionele problemen
- relatie gelegd tussen gevoelens, gedachten en gedrag in actuele situaties
- thuiswerkopdrachten vastleggen wat er gebeurt dan toetsen aan realiteitsbesef.
cognitieve vertekeningen
- onderdeel van Cognitieve therapie van Aaron Beck
- de neiging om negatieve gebeurtenissen uit te vergroten en persoonlijke prestaties te minimaliseren
Cognitieve gedragstherapie (CGT)
- helpt bij paniekstoornis, stoppen met roken boulimia
- breed model, combinatie van cognitieve en gedragstherapie
- helpen om niet alleen hun uiterlijke gedrag te veranderen maar ook hun onderliggende gedachten, opvattingen en attitudes.
- gaat ervan uit dat onze denkpatronen en opvattingen van invloed zijn op ons gedrag en dat veranderingen in deze cognieties dus kunnen leiden tot veranderingen in gedrag.
- helpt bij breed scala aan emotionele stoornissen
- depressie, paniekstoornis, sociale fobie, ptss, agorafobie, boulimia nervosa en persoonlijkheidsstoornissen
eclectische therapie
- psychotherapeutische benadering die gebruikmaakt van principes of technieken van verschillende systemen of theoriën
- omdat er geen overtuigend bewijs is dat de ene therapie veel beter is dan de andere gebruiken therapeuten nu verschillende technieken door elkaar.
groepstherapie
- groep patiënten komt onderleiding van therapeut bij elkaar
- vooraf gemeld alles is vertrouwelijk wat in de groep wordt gezegd
- behandelaar zal weinig interveniëren en steunt vooral groepsproces en de interactie
voordelen groepstherapie
- goedkoper per individu
- effectiever voor groep die men zelfde problemen worstelen
- leren in een groep hoe anderen ermee omgaan
- groepsleden kunnen in een positieve sociale sfeer vaardigheden oefenen
nadelen groepstherapie
- soms wil iemand liever zijn probleem niet in groep bespreken
- soms liever persoonlijk aandacht, alle aandacht
- iemand kan zich niet op zijn gemak voelen in een groep
gezinstherapie
- het hele gezin wordt behandelt
- oplossen onderlingen conflicten
- leren effectiever met elkaar te communiceren en onenigheid op constructieve manier te uiten
- veel probleemgezinnen hebben neiging om 1 gezinslid als zondebok aan te duiden.
- gezinstherapeut probeert de verborgen boodschap in het gedrag van het kind te begrijpen.
biologisch georiënteerde therapieën
- medicatie
- angstremmers
- antipsychotische medicijnen
- antidepressiva
- stemmingsstabilisatoren
- andere biologische interventies
- lichttherapie
- transcraniële magnetische stimulatie
- electroconvulsieve therapie (ECT)
- psychochirurgie
angstremmers (anxiolitica)
- medicijnen ntegen angst en hoge spierspanning
- licht ontspannend - enzodiazepine-klasse (diazepam)
- zwaardere slaapmiddelen (flurazepam)
verminderen activiteit in bepaalde delen van het centrale zenuwstelsel –> daarop vermindert czs activiteit in sympatisch zenuwstelsel –> vermindert transpiratie en hartslag daalt