H2 Flashcards

1
Q

4 stappen binnen de Data Processing Cycle

A
  1. Data Input
  2. Data Storage
  3. Data Processing
  4. Informatie Output
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 componenten in Data Input

A
  1. Activiteiten die van
    belang zijn
  2. Hulpbronnen van elke activiteit
  3. Mensen die deelnemen aan elke
    activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 stappen binnen de Data Input

A
  1. Data invoeren in het
    systeem
  2. Kijken of data accuraat en
    compleet is
  3. Kijken of de voorwaarden van het
    bedrijf worden gevolgd, inclusief
    het goedkeuren of verifiëren van de
    transactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Turnaround document

A

Uitgaande documenten die zijn verzonden naar een externe partij, deze voegt er gegevens aan toe en zendt het document dan weer terug

(bijv. een betaalde rekening met de rekening erbij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Source Data Automation

A

Een transactie verwerkend en informatie verstrekkend document

(bijv. kassa’s, ATM’s en barcode scanners)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 plekken waar informatie wordt opgeslagen tijdens de Data Storage

A
1. General Ledger
    bevat samenvattende 
    data over activa,
    passiva, eigen vermogen, omzet
    en crediteuren
  1. Subsidiary Ledger
    gedetailleerde data voor elk
    grootboek met veel individuele sub
    rekeningen
  2. Control Account
    de grootboekrekening die
    overeenkomt met een subrekening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 soorten codering van het grootboek binnen de Data Storage

A
1. Sequence Code
    alle stukken worden
    achtereenvolgend
    genummerd
    (bijv. checks, facturen, inkooporders
     enz.)
2. Block Code
    een set van nummers die zijn
    gereserveerd voor specifieke
    categorieën
    (bijv. 1-100 of 101-200)
  1. Group Code
    codes voor subgroepen, vaak
    gebruikt met block codes
    (bijv. 1 kleur, 2 jaar, 3 opties enz.)
4. Mnemonic Code
    gemakkelijk te onthouden codes 
    met een combinatie van letters en
    cijfers
    (bijv. dry300w05)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer zijn codes effectief

A

Als zij consistent worden toegevoegd, groei toelaten, zo eenvoudig mogelijk zijn en in de gehele organisatie hetzelfde worden toegepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 soorten journals

A
1. General Journal
    bevat niet veel
    voorkomende of niet
    routinematige transacties
    (bijv. lonen)
  1. Specialized Journal
    bevat transacties met grote
    aantallen
    (bijv. verkopen of kas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Entiteit

A

Iets waar informatie over is opgeslagen, zoals werknemers, inventaris enz.

Elke entiteit heeft attributen, zoals een betaalrekening van werknemers

Elke type/soort entiteit heeft dezelfde attributen, zoals dat elke werknemer een adres, nummer en rekeningnummer heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

File

A

Een groep van gerelateerde records

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Master File

A
Bevat cumulatieve (opgetelde) informatie over een organisatie
(bijv. het grootboek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Transaction File

A

Bevat records van een individuele transactie die gedurende een specifieke periode voorkomen

(bijv. journal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Database

A

En set van met elkaar verbonden en centraal gecoördineerde files
(bijv. de rekening nog te ontvangen bedragen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Data Processong Cycle

A

De bewerking van data om belangrijke en relevante informatie te genereren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 typen activiteiten binnen Data Processing

A
  1. Creating
    nieuw gegevens record
    (bijv. toevoegen van
    nieuwe werknemers)
  2. Reading
    het ophalen of bekijken van
    bestaande gegevens
  3. Updating
    updaten van eerder opgeslagen
    data
    (bijv. debiteuren saldo)
4. Deleting
    verwijderen van data
    (bijv. data verwijderen van een
     onderneming waar geen zaken
     meer mee worden gedaan)
17
Q

3 typen Processing binnen Data Processing

A
1. Batch Processing
    verwerken van data 
    records op een bepaald
    moment, zoals 1x per week.
    ! niet geschikt voor gegevens die
    constant, accuraat en direct
    beschikbaar moeten zijn
    --> dit is goedkoper
  1. Online, Real-time Processing
    transacties worden direct verwerkt
3. Online Batch Processing
    combinatie van bovenstaanden
    gegevens worden direct ingevoerd
    en opgeslagen, om later te worden
    verwerkt
18
Q

Information Output

A

Output informatie wordt meestal gepresenteerd in vormen, zoals een document, rapport of query

Soft Copy:
Output als het digitaal wordt bekeken

Hard Copy:
Echt op papier

19
Q

3 vormen van Information Output

A
1. Document
    vastgelegde transacties
    of andere bedrijfsdata,
    men kan dit printen of opslaan
    op een computer
2. Rapport
    vaak gebruikt door werknemers om
    operationele activiteiten te
    beheersen en door managers om
    beslissingen te nemen en bedrijfs
    strategieën uit te denken en door 
    externen om bijv. de winstgevend
    heid te evalueren
    ! rapporten moeten periodiek 
      worden besproken, omdat ze vaak
      lang nadat ze echt nodig zijn
      verschijnen en dan dus een
      verspilling van tijd en geld zijn
  1. Query
    verstrekt informatie dat omgaat
    met problemen en vragen die snel
    actie of antwoord nodig hebben
20
Q

Enterprise Resource Planning System (ERP)

A

Het integreert een AIS in een ander systeem.
–> AIS is eigenlijk alleen bedoeld om data vast te leggen omtrent de boekhouding en financiën, alle andere data wordt opgeslagen in een ander systeem.

21
Q

Waar wordt ERP voor gebruikt

A

ERP wordt gebruikt om data, bedrijfsprocessen en hulpmiddelen te beheren en coördineren. Het verzamelt, verwerkt en slaat data op en zorgt ervoor dat managers en externen toegang hebben tot het bedrijf

22
Q

8 modules binnen een ERP systeem

A
  1. Financieel
    grootboek, debiteuren,
    crediteuren enz.
  2. Human Resource en Loon
    allerlei gegevens over werknemers
  3. Order to Cash (debiteuren)
    verkooporders, inventaris en geld
    bonnetjes
  4. Purchase to Cash (crediteuren)
    aankopen en bonnetjes van de
    inventaris
  5. Productie
    productieschema, kwaliteitscontrole
    enz.
  6. Project Management
    kosten, rekeningen, tijd en uitgaven
    enz.
  7. Klantrelatie Management
    sales, marketing, service enz.
  8. Systeem Tools
    hulpmiddel voor ontstaan van
    Master Files, specificeren van
    Flow Management enz.
23
Q

7 voordelen van een ERP systeem

A
  1. Zorgt voor een brede blik op data en de financiële situatie van een onderneming
  2. Gegevens worden slechts 1x ingevoerd
  3. Resultaten van elke afdeling en mogelijkheden worden beter beheerst en bewaakt
  4. Beter controle op de organisatie
  5. Procedures en rapporten zijn door de gehele organisatie hetzelfde
  6. Klanten service wordt verbeterd, omdat werknemers sneller alle details kunnen opvragen en bekijken
  7. Door het automatische productieproces ontvangen fabrieken gelijk de orders, waardoor de productiviteit verbetert
24
Q

5 nadelen van een ERP systeem

A
  1. Hogere kosten
  2. Meer tijd vooraf voor implementatie
  3. Verandering van het bedrijfsproces
  4. Complexer
  5. Er kan weerstand binnen het bedrijf ontstaan