H2- anatomie en psychosomatische cirkel van seks Flashcards
(26 cards)
psychosomatische cirkel van seks (John Brancroft)
= model dat seksualiteit probeert te begrijpen vanuit het lichaam en hoe ze intrageren
CYCLUS
- seks kan beginnen bij cognities (denken aan..)
- er komen reacties op gang
- in de juiste context leiden deze reacties tot prikkeling van limbisch systeem
- limbisch systeem prikkelt/vuurt naar ruggenmergcentra & er wordt eveneens teruggevuurd naar limbisch systeem
- ruggenmergcentra kunnen dan perifere opwinding en genitale responsen stimuleren
- deze opwinding en responsen kunnen worden waargenomen
- leiden op hun beurt weer tot cognities
MAAR niet enkel cognities spelen een rol, soms ook tactiele stimuli
- positieve of negatieve impact van cognities wordt bepaald door attitudes, verwachtingen, angsten door eerder doorgemaakte ervaring
vulva
bestaat uit
- mons veneris of venusheuvel
- grote schaamlippen, labia majora
- kleine schaamlippen, labia minora
- clitoris
- perineum
venusheuvel
= mons veneris
- zone bovenop schaambeen
- bestaat uit vetweefsel, bedekt met huid en schaamhaar
- veel zenuwuiteinde => aanraking= plezierig
labia majora
= grote schaamplippen
- huidplooien met vetweefsel en dunne laag glad spierweefsel onder
- pubishaar aan de zijkant
- bevat zweetklieren, talgklieren en zenuwuiteinden over hele lip
- samengevouwen ter hoogte van het midden => mechanische bescherming van urethrale en vaginale opening
labia minora
= kleine schaamlippen
- haarloze, dunne huidplooien zonder vetcellen
- zit voor sponsachtig weefsel met veel dunne bloedvaten => zwelt op bij seksuele opwinding waardoor labia minora ook zwelt
- veel zenuwuiteinden => bron van seksuele sensatie
- komen samen boven clitoris en clitorale hoed
- klieren van Bartholin zijn hierin gelegen
-> verbonden met kanaaltjes die uitmonden thv binnenkant van vaginale opening
-> produceren enkele druppels secretie
clitoris
- meest gevoelige deel van de vrouwelijke genitaliën, bedekt door clitorale hoed
- tijdens penetratie wordt deze indirect gestimuleerd
- embryologisch afkomstig van zelfde weefsel als penis
- grote structuur:
-> clitorale glans (knopje): enige zichtbare deel, zeer gevoelig, bedekt door clitorale hoed
-> clitorale schacht: sponsachtig weefsel dat intern vertakt als een omgekeerde V in twee langere delen (de crura)
-> clitorale crura: twee langere sponsachtige weefsel die diep in het lichaam liggen en vertakken naar beide kanten van de vagina - clitorale bulbs: twee organen met grootte en vorm van erwt, maar erectiel weefsel en kan opzwellen (liggen aan beide zijden van de vaginawand, onder labia minora)
perineum
- haarloos deel huid tussen onderkant van labia en de anus
- veel zenuwuiteinden => bron van seksuele arousal
hymen
= dun membraan dat vagina opening bedekt
- met perforaties die menstruatie doorlaten tijdens pubertijd
- verschillende vormen en groottes mogelijk => annular hymen, septate hymen, cribitoform hymen
- geen biologische functie
klieren van skene, paraurethral glands
= ““vrouwelijke prostaat””
- ligt tussen wand van urethra en wand van vagina, hebben kanalen die in urethra eindigen en waar dus vloeistof uitkomt
- secretie van vloeistof die gelijkaardig is aan prostaatvocht
vagina
- vaginal introitus (vagina-ingang)
- gespierd intern orgaan dat in niet-gestimuleerde toestand “collapsed” is: wanden liggen op elkaar, boven- en onderkant ook (h-vorm)
- potentiële ruimte die van vorm en grootte kan veranderen als een ballon
bekkenbodemspieren rondom (onder andere) vagina
- “emotioneel orgaan”
- twee functies bij mens:
1. de matras die je gewicht draagt en helpt rechtop te staan
2. vermijden van urine- en stoelgangverlies
g spot
regio in front wall van vagina tussen schaambeen en de cervix, met speciale erotische sensitiviteit
- bestaat wellicht functioneel, maar biologisch nooit gevonden
cervix
onderkant van de uterus die verbinding maakt met vagina
- cervical os = opening van cervix/baarmoederhals, klein rond gaatje aan einde vagina
-> functies: spermacellen binnenlaten in de uterus (of niet), menstrueel bloed doorlaten, pap smear tes
- endocervical canal = kanaal tussen cervical os en de baarmoederholte
-> bevat secretieklieren die mucus produceren
uterus
- orgaan met de vorm van een per die ondersteboven staat, 7.5cm lang en 5cm breed is
- bestaat uit 3 lagen
1. perimetrium (buitenste laag)
2. myometrium (spierweefsel, faciliteert bevalling en ook contractie bij klaarkomen)
3. endometrium (binnenlaag; samenstelling en dikte verandert doorheen menstruele cyclus)
fallopian tube/ oviduct/ eileider
lopen naar de uterus vanuit fimbriae waar de eisprong gebeurt
- binnenkant: dun, gevouwen weefsel waar cilia (haartjes) op zitten om eicel naar baarmoeder te leiden
- vangen eicen die afkomstig is van eierstokken/ovaria
- ontmoetingspunt eicel-spermacel
ovaria
= vrouwelijke gonaden (klieren die geslachtsdelen vormen)
- aan beide kanten van de uterus
- 2 functies
-> hormoonproductie: oestrogeen en progesteron
-> productie en loslaten van eicellen
frenulum
punt waar voorhuid vastzit aan eikel
meatus, urethra-opening
opening aan het einde van glas, urine en sperma passeert
preputium
laag huid die de glans bedekt (afwezig indien besneden
corpora cavernosa
2 zwellichamen (vanboven langs elkaar) die zorgen voor erectie, hardheid
- op plaats waar penis hecht aan lichaam: corpora cavernosa splitsen op en vormen twee crura die aanhechten aan bekken/ pelvic bone
corpus spongiosum
sponsachtig lichaam - wordt niet hard, zwelt wel op
- urethra loopt hier in het midden doorheen.
scrotum
dunne, losse zak huid onder de penis
- bevat testes
epididymis
netwerk kleine kanaaltjes achter de testes
prostaatklier
- onder blaas, omringt urethra waar die uit de blaas komt
- deels spier (voortstuwen), deels klier
- produceert 30% (prostaatvocht) van uiteindelijke seminal fluid