H2 : Probleemstelling Flashcards

(5 cards)

1
Q

Aan welke criteria moet een onderzoeksonderwerp voldoen?

A
  • past het onderwerp bij jouw vakgebied
  • kan het onderzoek gevoerd worden met beschikbare tijd en budget
  • is het relevant? Voor wie van belang en wat is gekend?
  • is het ethisch?

Vervolgends moet het idee afgebakend worden want idee vaak te ruim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt een probleemstelling opgebouwd?

A

Probleemstelling is het eerste onderdeel van de publicatie waar de onderzoeker het onderzoek introduceert, het belang schetst en de achtergrond weergeeft:

1ste para: probleem kaderen in ruime context

Volgende para: verdieping deelaspect en korte huidige kennis + te korten in huidige lit

Slot: doelstelling en onderzoeksvragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe refereren naar andere studies

A

Naar eerste studie volgens APA (naam auteur of website of journal)

Tweede studie volgens Vancouver (nummers tussen haakjes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Na de probleemstelling volgt de doelstelling van het onderzoek met bedoeling aan het einde van het proces doel bereikt wordt kan gaande weg aangepast worden

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt een onderzoeksvraag best geformuleerd? Welke methode wordt gebruikt?

A

Volgens de PICO METHODE of bouwsteenmethode

P = Patient/Population/Problem
I = Intervention
C = Controle/comparison
O = Outcomes

Vb: Wat is het effect van arbeid en bevalling in bad op de maternale en neonatale uitkomsten?

P = zwangere vrouwen
I = bevalling in bad
C = bevalling buiten bad
O = effecten op maternale en neonatale uitkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly