H6: Kwalitatief Onderzoek + H7: Onderzoekspopulatie Flashcards

(10 cards)

1
Q

Hoe verloopt de rekrutering bij interviews?

A

Niet in 1 keer. Voldoende diversiteit nodig dus selectie afstemmen op de eerste personen. Je blijft interviewen tot datasaturatie bereikt is = bij interviews ga je thema’s herkennen die uiteindelijk antwoord geven op onderzoeksvraag eenmaal de thema’s zijn geselecteerd spreken we over saturatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten interviews zijn er?

A
  • gestructureerd = vraag en antwoord categorieën op voorhand vast gelegd
  • semi gestructureerd = onderwerpen liggen vaste en al een idee over de vragen
  • ongestructureerd = alleen onderwerp en beginvraag liggen vast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stappen zijn er bij het afnemen van een interview?

A
  • rekrutering
  • welke soort interview
  • uitschrijven woord voor woord ( transcript)
  • dit wordt gelezen door meerdere onderzoekers ( tegen bias. = onderzoekstriangulatie)
  • analyse: codes worden toegekend aan bepaalde tekstfragmenten om tekst zo te coderen en worden vervolgens gestructureerd
  • interpreteren en rapporteren ( na saturatie bereikt geen nieuwe thema’s en gaat de gevonden thema’s beschrijven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een iteratief proces?

A

Het proces waar data wordt verzameld , geanalyseerd en dan opnieuw data wordt verzameld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een focusgroep gesprek? En hoe verloopt het

A

= relatief kleine groep die in discussie gaan over een onderwerp dat de onderzoeker aanreikt ( 2 onderzoekers 1 die gesprek leidt en 1 die nauwkeurig noteert)

  • Rekrutering? Homogene groepen , niet te groot of te klein ( voldoende en niet te veel interactie) + denk na over praktische organisatie
  • interviewschema wordt uitgelegd, regels, korte voorstelling van elkaar , zorg dat focus op onderzoeksvraag blijft
  • analyse: verslagen worden besproken en conclusies getrokken ( herevaluatie indien nog niet beantwoord)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten onderzoeken bestaan er bij kwalitatief onderzoek

A
  • interviews
  • focusgroepgesprekken
  • observaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de theoretische populatie? Geef een synoniem

A

DOELPOPULATIE

= bepaald deel van de bevolking betrokken bij de onderzoeksvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de feitelijke populatie? Geef een synoniem

A

OPERATIONELE POPULATIE

= om doelpopulatie werkbaar te maken wordt selectie genomen bij voorkeur at random

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een steekproef?

A

Feitelijke populatie is te groot dus random worden personen geselecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen aselecte en niet aselecte steekproeven: welke soorten onderscheiden we?

A

Aselect ( = op basis van toeval)

  • enkelvoudige: als hele doelpopulatie opgenomen in een bestand ( vb bevolkingsreg)
  • systematische: idem maar niet helemaal willekeurig ( een voor een)
  • gestratificeerd: doelpopulatie eerst ingedeeld obv factoren en dan random selectie (vb aantal mannen en vrouwen gelijk)
  • cluster: bij gebrek aan middelen of tijd bij grootschalig onderzoek selecteer je bijvoorbeeld instellingen en vraag aan iedereen om deel te nemen ( als niet iedereen deelneemt maar deel at random getrokken = getrapte steekproef)

Nietaselect:

  • Quotum: gestratificeerd zonder toeval
  • Doelgericht: selectie personen met bepaalde kenmerken
  • Gelegenheids /gemaks: selectie bij personen toevallig voor handen
  • Sneeuwbal: werf je meerdere p aan mbv 1 proefpersoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly