H23 SEM 2 FRANS Flashcards
(54 cards)
1
Q
een portefeuille
A
UN portefeuille
2
Q
een cheque
A
un chèque
3
Q
een dividend
A
un dividend
4
Q
een fortuin
A
UNE fortune
5
Q
zich ruïneren
A
se ruiner
6
Q
een devaluatie
A
une dévaluation
7
Q
een portemonnee
A
un portemonnaie (un porte-monnaie)
8
Q
een bankier
A
un banquiere
9
Q
een bank
A
UNE banque
10
Q
het kapitaal
A
le capital
11
Q
een krediet
A
un crédit
12
Q
een rendement
A
un rendement
13
Q
een financier
A
un financier
14
Q
een investering
A
un investissement
15
Q
een spaarboekje !
A
un livret d’épargne
16
Q
een post (giro)-rekening
A
un compte chèque postal
17
Q
een bankrekening
A
un compte en banque
18
Q
een bankkaart
A
une carte bancaire
19
Q
winstgevend, rendabel
A
rentable
20
Q
een aandeel / een obligatie
A
une action / une obligation
21
Q
zijn failliet gegaan
A
faire faillite (ont fait faillite)
22
Q
financiële
A
financière
23
Q
een naamloze vennootschap
A
une société anonyme
24
Q
leveren
A
livrer ( FOURNIR)
25
vertegenwoordiger
le représentant
26
stalen
des échantillons
27
het pakket
le colis (le paquet)
28
een korting - ontvangen bestellingen
une remise (Un escompte = contante korting, un rabais = korting kwaliteit) - les commandes
29
bestelt
commandez (passez commande)
30
toekennen
accorder
31
dienst te bewijzen, verder helpen
rendre service
32
voeding
alimentation
33
centen / kleingeld
de sous / de monnaie
34
kostelijk
couteux / cher
35
kostbaar
précieux
36
een waarde
une valeur
37
de beurs
LA Bourse
38
-speculaties
les spéculations
39
een -beurs
UNE foire
40
de verdeling, de distributie
la distribution
41
leverancier
le fournisseur
42
geannuleerd, afgezegd
annulé
43
eisen
réclamons (exigeons, demandons)
44
klachten, protesteren
réclamations
45
gestort
versé
46
terugbetalen
rembourser
47
ontlenen
emprunter
48
lenen
prêter
49
hoog
élevé (haut)
50
belegging
le placement
51
de koers
le cours
52
spotgoedkoop
donné
53
innen !
encaisser
54
wisselagenten, beursmakelaars
agents de change
