Hoofd15-16 Flashcards
(63 cards)
een anekdote
UNE anecdote
De intermenselijke betrekkingen
les relations humaines
belofte
UNE promesse
Vertrouw niet, wantrouwen
me méfie de / ne fais pas confiance à
Wantrouwen
méfiance (F)
vol vertrouwen
confiant
touvertrouwd
confié
Vertrouwen op
se fier à (faire confiance à)
betrouwbaar
fiable
Het eens worden
se mettre d’accord
Tot medewerking bereid
coopérative
Zijn bijdrage
sa contribution (son apport)
het verband
le lien / le rapport
gast
le hôte
Ontvangen
recevoir (m’accueillir - om te verblijven)
een stamgast
familier (un habitué)
Kan opschieten
s’entendre avec qqn
eenzaam
solitaire
de ruzie
la dispute
me te bemoeien met
me mêler de
storen
déranger
iets in vertrouwen vertellen
faire une condifence
zich isoleren
s’isoler
verdeling
un partage (UNE répartition)