havo 3 H3 woordjes Flashcards
(95 cards)
1
Q
la gare
A
het station
2
Q
le train
A
de trein
3
Q
le car
A
de streekbus
4
Q
l’avion m
A
het vliegtuig
5
Q
la voirture
A
de auto
6
Q
la direction
A
de richting
7
Q
les renseignements m mv
A
de inlichtingen
8
Q
le départ
A
het vertrek
9
Q
la destination
A
de bestemminhg
10
Q
l’arrivée v
A
de aankomst
11
Q
la neige
A
de sneeuw
12
Q
le sandwich
A
het broodje
13
Q
l’aller-retour m
A
het retourtje
14
Q
à cause de
A
vanwege
15
Q
dans une heure
A
over een uur
15
Q
bienvenue
A
welkom
15
Q
en face de
A
tegenover
15
Q
agréable
A
prettig
16
Q
seul(e)
A
alleen
16
Q
dans une heure
A
over een uur
16
Q
je suis désolé(e)
A
het spijt me
16
Q
je serai
A
ik zal zijn
17
Q
il fait froid
A
het is koud
18
Q
aider
A
helpen
19
continuer
doorgaan
20
monter
instappen
21
chercher
ophalen, zoeken
22
demander
vragen
23
rendre visite à
(iemand) bezoeken
24
descendre
uitstappen
25
entendre
horen
26
le désert
de woestijn
27
le travail
het werk
28
le centre-ville
het centrum
29
le quartier
de wijk
30
le gâteau
het gebak
31
Le temps libre
de vrije tijd
32
L'arabe m
Marokkaans
33
Seulement
slechts
34
sauf
behalve
35
heureusement
gelukkig maar
36
tout
alles
37
au printemps
in het voorjaar
38
simple
eenvoudig
39
découvrir
ontdekken
40
partir
vertrekken
41
la pollution
vervuiling
42
le sable
het zand
43
l'avantage
het voordeel
44
l'inconvénient m
het nadeel
45
nombreux, euse
veel, vele
46
manquer
missen
47
vivre
wonen
48
j'irai
ik zal gaan
49
blaguer
grappen maken
50
j'aurai
ik zal hebben/ krijgen
51
la vue (sur)
het uitzicht (op)
52
le sports d'hiver m mv
de wintersport
53
le vêment
het kledingstuk
54
le lit
het bed
55
le parton
de baas
56
à côte (de)
naast
57
moi aussi
ik ook
58
au camping
op de camping
59
le petit déjeuner
de lunch
60
le diner
het avondeten
61
délicieux, euse
heerlijk
62
mauvais(e)
slecht
63
propre
schoon
64
sale
vies
65
ridicule
belachelijk
66
le métier
het beroep
67
la solution
de oplossing
68
la petit annonce
de advertentie
69
le journal
de krant
70
le rendez-vous
de afspraak
71
la pluie
de regen
72
contre
tegen
73
tous les ans
ieder jaar
74
avant
voor (tijd)
75
sur
op
76
principal(e)
belangrijkste
77
recyclable
recyclebaar
78
rester
blijven
79
inventer
bedenken, uitvinden
80
trouver
vinden
81
ressembler à
lijken op
82
le vétérinaire
de dierenarts
83
la qualité
de goede eigenschap
84
la reine
de koningin
85
l'environnement
het milieu
86
écolo(gique)
milieubewust
87
construire
bouwen
88
voler
vliegen
89
diminuer
verminderen