HC 10.6: Prognostische, predictieve factoren en (neo)adjuvante systemische therapie Flashcards
(38 cards)
doel van de primaire behandeling:
genezing
het doel van de behandeling van primaire (niet op afstand gemetastaseerd) mammacarcinoom is de kans op genezing vergroten, en daarom accepteer je dus ook meer risico. maar nog steeds moet risk kleiner of gelijk zijn aan benefit van de behandeling.
window of opportunity (bij micrometastasen):
- als micrometastasen er wel zijn maar nog niet meetbaar zijn, dan is in die periode genezing nog wel mogelijk
- maar als die micrometastasen uiteindelijk uitgroeien tot macrometastasen en dan dus ook meetbaar zijn, dan is genezing niet meer mogelijk
borstkanker behandeling:
- operatie
- gevolgd door adjuvante therapie (radiotherapie, systemische therapie)
- maar als al bij de diagnose een indicatie is vastgesteld voor systemische therapie, geven we dit liever neo-adjuvant
- als er afstand metastasen zijn, doen we zelden een operatie
- we doen in die palliatieve setting wel bijv. chemotherapie, endocriene therapie of immunotherapie, en soms radiotherapie
voor de klinische praktijk maken we onderscheid in 4 subtypen:
dit is afhankelijk van de receptorstatus
- dus op basis van de Oestrogeen en Progesteron receptor
- en de Her2 receptor
waarom is het belangrijk om onderscheid te maken tussen die 4 subtypen op basis van receptorstatus?
het bepaald de keuze voor systemische therapie
als er expressie is van ER/PR receptoren (Hormoon Receptoren (HR)), dan kan je:
anti hormonale therapie geven
als er geen expressie is van ER/PR receptor (Hormoon Receptoren (HR)):
dan is anti hormonale therapie niet nuttig en wordt dat dus ook niet gegeven
als de Her2 receptor tot expressie komt, is daar ook gerichte anti-Her2 therapie voor.
als je een triple negatief type borstkanker hebt, dus geen expressie van ER/PR en Her2, dan is hormonale therapie niet nuttig en kan dus alleen met chemotherapie worden behandeld.
hoe kunnen we de prognose verbeteren? (dus afname sterfte aan borstkanker verminderen):
- door vroege detectie (screening), vindt je tumoren met een lager TNM stadium en dus een betere prognose
- door verbetering van de behandelingsmogelijkheden en dus elimineren van micrometastasen
wat is de overall survival van patiënten die gediagnosticeerd worden met borstkanker?
75-80%
dus 1:4 of 1:5 krijgt de ziekte uiteindelijk toch terug
je kan de behandeling verbeteren, door de lokale therapie te optimaliseren, om zo een lokaal recidief te voorkomen. zowel chirurgie, radiotherapie als systemische therapie zorgen voor een verminderde kans op een lokaal recidief.
om en lokaal recidief te voorkomen, zijn chirurgie en radiotherapie heel belangrijk. komt een lokaal recidief veel voor?
tegenwoordig door operatie en radiotherapie is een lokaal recidief vrij zeldzaam, in totaal ongeveer 5% van de patiënten krijgt een lokaal recidief
maar bij lokaal recidief is de prognose wel echt een stuk slechter. we willen zo’n lokaal recidief dus zo veel mogelijk voorkomen, en daarvoor is het optimaliseren van de systemische therapie heel belangrijk.
prognostische factoren:
voorspellen van de kans op het ontwikkelen van metastasen
predictieve factoren:
het voorspellen van de kans op respons op therapie
voorbeelden van prognostische factoren:
- histologische graad
- grootte van de tumor
- aantal aangedane lymfeklieren
- leeftijd
voorbeelden van predictieve factoren:
- ER receptor status
- Her2 receptor status
–> voorspelt iets over of anti-hormonale therapie gaat werken, of er respons op die behandeling gaat zijn
we houden dus een overlevingswinst van meer dan 3% aan op de gehele groep vrouwen die wordt behandeld (met (neo)-adjuvante systemische therapie). waarom niet een overlevingswinst van 0,5-1%?
risk benefit
op een gegeven moment krijg je wel een grotere kans dat het niet goed gaat. de bijwerkingen van de chemotherapie, die zijn zeldzaam, maar als je meer mensen behandelt is de kans dat je doorslaat en dat er veel ongunstige bijwerkingen en effecten zijn van de behandeling groter.
dus daarom niet onder de 3%, omdat dan het ongunstige effect (bijwerkingen) groter is dan het gunstige effect (elimineren van micrometastasen)
omdat 3% best een lage grens is, je behandelt dan dus nog steeds 97% van de vrouwen onnodig. zoeken we iedere keer naar nieuwe risicofactoren/predictieve factoren. zodat we als een patiënt rond die 3% overlevingswinst zit, we nog een extra risicofactor hebben om te zeggen, deze patiënt heeft toch een iets gunstigere prognose (4-5% winst) of toch een iets minder gunstige prognose (1-2%).
we doen dus nu bij die groep die heel dicht bij die 3% zitten en waarvan we dus twijfelen of we de behandeling wel moeten doen, kijken we naar steeds meer risicofactoren om die keuze te ondersteunen.
hoe proberen we dus overbehandeling te verminderen?
- zoeken naar nieuwe predictieve factoren
–> belangrijkste maar ook grootste uitdaging, ondanks veel onderzoek nu alleen nog maar ER/Her2 receptoren - optimaliseren prognostische factoren
–> extra groep vrouwen selecteren met heel goede prognose
–> zo, dat het winstpercentage (die 3%) zo klein mogelijk is
we willen de groep vrouwen met een gunstige prognose, die dus zonder behandeling nooit een recidief zou krijgen (die dus eigenlijk overbehandeling krijgt) zo goed mogelijk in kaart brengen/kunnen voorspellen, zodat we die overbehandeling kunnen verminderen. we weten dus al dat klinische factoren invloed hebben op die voorspelling, maar gen-expressie profielen spelen daar ook een rol in.
wat zijn gen expressie profielen?
- elke cel zit je hele DNA
- maar niet elke cel brengt dezelfde genen tot expressie, om de eiwitten die functies hebben aan te kunnen zetten
- het zijn dus die mRNA moleculen, die kopieën van het DNA, maar alleen degene die nodig zijn voor die cel worden gemaakt
- mRNA geeft dus informatie over waar de cel mee bezig is
- vanuit het mRNA kan je dus het gen expressie profiel van een cel bepalen