hc 2 Flashcards

(55 cards)

1
Q

carl rogers

A

Carl Rogers is de grondlegger van de humanistische psychologie (1940 – 1960). Hij was een humanist en was de eerste therapeut die zijn therapiesessies opnam met een videorecorder. Hij gebruikte deze opnames om er zelf van te leren en om andere therapeuten te onderwijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

humanistische psychologie;

A

De humanistische psychologie is geen positieve psychologie, maar stelt wel dat mensen in staat zijn om hun eigen problemen te begrijpen en op te lossen. Volgens deze stroming kan de persoon zelf het beste over zijn of haar problemen nadenken, en niet alleen de dokter of een arts. Tenslotte kunnen obstakels doorleeft en voorkomen worden door middel van therapie; een individu heeft de natuurlijke potentie tot groei als de omgevingscondities gunstig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De humanistische psychologie is een reactie op de volgende twee stromingen:

A
  1. psychoanalyse (Freud)–> medisch
  2. behaviorisme–> mechanisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

individu als subject ipv object

A

Volgens Rogers was een individu een subject i.p.v. een object, omdat een object ontleed,
gemanipuleerd en beoordeeld kan worden; dit gebeurde via het behavioristische principe van de black box = er vindt een actie plaats dat gemaakt wordt door het hoofd (= de black box), en deze geeft een reactie.

De humanistische psychologie heeft een mensvisie = de cliënt wordt gezien als iemand die dingen ervaart, waarbij het belangrijker is hoe iemand iets ervaart dan hoe het in de
werkelijkheid is; “His experience is his reality”

In de cliëntgerichte therapie ligt de nadruk op het ervaren, waardoor er een overgang plaatsvindt van de cliëntgerichte psychotherapie naar de experiëntiële psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De humanistische psychologie heeft de volgende kenmerken:

A
  • non directief
  • geen focus op abnormaal gedrag
  • bewustzijn (vrije wil) VS het onbewuste (Freud)
  • tegen institutionalisering
  • focus op therapeutische gelijkwaardige relatie
  • persoon is cliënt ipv patiënt
  • onderzoekende houding, geloof in verandering, positief
  • zelfontplooiing en zelfactualisering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

non directief

A

als therapeut leidt je niet, maar volg je de cliënt; je mag vragen stellen,
maar je mag de cliënt niet aansturen of advies geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geen focus op abnormaal gedrag

A

Geen focus op abnormaal gedrag, maar op het mens-zijn; je kijkt naar wat de cliënt
nodig heeft, en legt hierbij niet de nadruk op de stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tegen institutionalisering

A

het plaatsen van bepaalde gedragingen of sociale rollen binnen een sociaal systeem of samenleving; een cliënt moet je begrijpen als een eigen persoon, en niet binnen de normen en waarden van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Focussen op de therapeutische gelijkwaardige relatie i.p.v. op technieken

A

je noemt de cliënt geen patiënt maar een cliënt, want de cliënt is ook een mens, maar hij of zij leeft alleen onder net wat andere omstandigheden als jijzelf als therapeut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rogers had de volgende centrale hypothese:

A

“If I can provide a certain type of relationship, the
other person will discover within himself the capacity to use that relationship for growth and
change and personal development will occur”; als therapeut biedt je een relatie van vertrouwen
aan aan de client. De client kan deze relatie vervolgens gebruiken om te groeien en te veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Freud creëerde een hele andere relatie met zijn cliënten, namelijk een relatie die gebaseerd was op
overdracht ;

A

de therapeut had als functie om een soort blank canvas te zijn waarop de cliënt zijn of haar ideeën kon projecteren. Deze relatie was echter koud en meer klinisch gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Humanistische aannames:
Maslow ontwikkelde de behoeftehiërarchie (plaatje) =

A

elk individu heeft
verschillende universele behoeftes die hiërarchisch gerangschikt zijn. Hierbij kun je
pas naar de ‘hogere’ behoefte streven als er aan de ‘lagere’ behoeftes voldaan is
(je moet eerst aan de basisbehoeften voldoen voordat je aan zelfactualisering
kan doen); het uiteindelijke doel is het bereiken van
zelfactualisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als aan alle behoeftes is voldaan kun je een ‘fully
functioning person’ worden. Bij mensen die last hebben van problemen is er echter vaak sprake van een gebrek aan de voldoening van bepaalde basisbehoeften

A

Iemand kan een goede jeugd
gehad hebben, en hierdoor een ‘fully functioning
person’ worden, maar diegene kan zich alsnog slecht voelen, omdat er op emotioneel niveau
(aandacht van de ouder voor het kind) gebreken waren in de basisprincipes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rogers stelde drie basisprincipes op voor de humanistische psychologie en voor het kunnen
groeien in de omgeving als mens:

A
  1. Echtheid/congruentie
  2. Ovoorwaardelijke positieve steun
  3. Empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Echtheid/congruentie

A

transparantie naar de cliënt, zelfonthulling, openheid en volledige aanwezigheid; de cliënt ervaart een verschil tussen hoe hij wil zijn en de werkelijkheid (=
incongruentie). Het is belangrijk dat de psycholoog zijn oprechte gevoelens uit naar de
cliënt (= congruentie) (wanneer je als therapeut de cliënt eigenlijk niet mag, maar alsnog
een houding aanneemt van acceptatie en openheid; je mag je ervaring tegenover de cliënt
niet verbergen, je moet transparant zijn over je gevoelens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onvoorwaardelijke positieve steun

A

acceptatie en respect naar de cliënt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Empathie

A

= het vermogen om te voelen wat de cliënt voelt, luisteren en begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Qua interventies zijn er weinig technieken ontwikkeld, maar er is wel een basis van
gespreksvaardigheden;

A

actief luisteren (en ook nadenken over wat de cliënt niet vertelt),
doorvragen, reflecteren op het gevoel van de cliënt, verhelderen, samenvatten, parafraseren
- Geen focus op symptomen of de stoornis
- Symptomen zijn een signaal voor onderliggende thema’s
- De therapeut focust zich op het aanwezig zijn in het hier en nu
- Er is geen focus op diagnostisch onderzoek, anamnese enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Casus evert

A

Evert is 45 jaar oud, is getrouwd en werkt als verpleegkundige in een kliniek voor kinderen met
zware gedragsproblemen. Hij heeft in zijn leven drie zware depressies gehad waarbij hij ook
suïcidale gedachtes had, maar hij heeft nog nooit een poging ondernomen. Hij heeft nooit
stilgestaan bij wat hij ervaart of voelt of waarom hij depressief is geworden (hij heeft dus een
vermijdende coping). Daarnaast heeft hij lichamelijke beperkingen en overgewicht

Symptomen; wat zit eronder?
- Waarom ben je al drie keer depressief geworden?
- Wat zouden deze depressies betekenen?

Aanpak voor de therapeut; vragen, luisteren, volgen, zoeken naar openingen, empathisch
confronteren, bekrachtigen, niet de problemen proberen te verklaren en niet de weg wijzen

—> Depressie is het tegenovergestelde van expressie. Hierdoor moet de expressie bij cliëntgerichte
therapie uitgelokt worden, zodat de depressie opgelost kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

vergelijking van de verschillende psychotherapeutische methoden voor Evert

A

Clientgerichte therapie;
- therapeutische relatie; Non-directief en op basis van de drie
principes
- inhoud: Incongruent zelf,
symptomen verhullen
weggestopte boosheid
- interventies; Expressie, in contact
brengen met het
gevoel

Psychoanalytische therapie;
- therapeuthische relatie; Op basis van overdrachtgevoelens,
de therapeut is abstinent (= is niet open over zichzelf); interpreteert en
analyseert
- inhoud; Onbewuste conflicten uit
de kindertijd
- interventies; Interpretaties geven,
droomduidingen

Cognitieve gedragstherapie:
Therapeutische relatie;
- Voorschrijvend en
adviserend, de
therapeutische relatie
is niet belangrijk, maar
directief
- inhoud; Symptomen zijn ontstaan
door negatieve gedachten
- interventies; Activatie, gedachtes
uitpluizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Casus 2 maria

A

Maria is 31 jaar, heeft een relatie en is laborant. Ze wil promoveren. Ze heeft obsessief compulsieve
klachten (controleren) en ze twijfelt aan haar eigen handelingen (heb ik iemand op straat
uitgescholden?)

Aanpak voor de therapeut; vragen, luisteren, volgen, zoeken naar openingen, empathisch
confronteren, bekrachtigen, niet de problemen proberen te verklaren en niet de weg wijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vergelijking van de verschillende psychotherapeutische methoden voor Maria
- anders t.o.v. het schema van Evert

A

Clientgerichte therapie;
- Inhoud; Hoge mate van
perfectionisme, strenge
waarden, rationeel en niet
in contact

Psychoanalytische therapie;
- interventies; Interpretaties geven,
droomduidingen,
analyseren/verklaren

Cognitieve gedragstherapie;
- inhoud; Symptomen zijn ontstaan
door negatieve gedachten,
klassieke en operante
conditionering
- interventies; Exposure en
responspreventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Rogers theorie van het zelf

A

Wij als mens denken dat als we onszelf accepteren zoals we zijn, we ons neerleggen bij onze
gebreken en er dan pas ruimte komt om te veranderen; als je jezelf niet accepteert en boos bent
op jezelf, staat dit verandering vaak in de weg. Volgens Rogers kan verzoening van het zelf dus
zorgen voor verandering

24
Q

Het zelf van een persoon bestaat uit;

A
  1. Ware zelf/zelfwaarde
  2. Waargenomen zelf
  3. Ideale zelf
25
Ware zelf/waargenomen zelf
je ontwikkelt een sterke en positieve zelfwaarde wanneer er voldoende waardering is voor het kind vanuit de ouders; is ontstaan in de kindertijd
26
Waargenomen zelf
Hoe we onszelf zien
27
Ideale zelf
wie we willen zijn, wat onze ambities en doelen zijn enz.; dit verandert door het leven heen door levensdoelen, en is afhankelijk van de omgeving, de leeftijd en de levensfase
28
Incongruent zelf
wanneer de verschillende ‘zelven’ van elkaar verschillen. Hierdoor ervaren we spanning; ontstaat wanneer je voortdurend afwijkt van je eigen ideaalbeeld of als je bepaalde emoties als taboe ziet
29
Congruent zelf
de verschillende ‘zelven’ sluiten op elkaar aan
30
Doel van therapie wb zelf
Het doel van therapie is integratie van alle aspecten van het zelf
31
Kritiek op clientgerichte therapie
- Is cliëntgerichte psychotherapie niet meer een houding dan een therapie? - Er wordt niet gekeken naar de psychopathologie (borderline), alleen maar naar de persoon • Borderline persoonlijkheidsstoornis; (zelf-)destructief gedrag; je zou de stoornis moeten erkennen en niet alleen moeten focussen op de persoon - Rogers is te optimistisch - “Empathie evolueert alleen als de therapeut werkelijk geïnteresseerd is in het binnentreden van de wereld van de cliënt, en zich werkelijk zorgen maakt over de cliënt” - Is de therapie wel zo ethisch? Want waar trek je de grens bij grensoverschrijdend gedrag?; Rogers stelt dat acceptatie niet hetzelfde is als goedkeuring, maar wat is de grens tussen acceptatie en goedkeuring? Wanneer wordt een misdrijf van een cliënt te ernstig om het nog te kunnen accepteren?
32
Emotion focused therapy (EFT)
een combinatie van cliëntgerichte therapie (gestalt) en de emotie- en hechtingstheorie; bij Emotion Focused Therapy leer je om je emoties bewust te ervaren en ze adequaat te gebruiken
33
EFT ontwikkeld door
Is ontwikkeld door Greenberg (individuele therapie) en Johnson (relatietherapie)
34
Emotietheorie
Emoties hebben verschillende functies: - Emoties zijn adaptieve vormen van informatieverwerking - Emoties geven betekenis aan wat waardevol is voor ons en geven betekenis - Emoties vertellen ons wat we nodig hebben - Emoties geven ons een gevoel van heelheid en consistentie - Emoties zetten ons aan tot verandering —> Elke emotie heeft een behoefte, en elke behoefte zet ons aan tot actie = action tendency
35
Mogelijke problemen met emoties
- Emoties kunnen andere emoties soms bedekken - De intensiteit van emoties is soms te hoog of te laag - Soms kun je vastzitten in een bepaalde emotie, en kun je er geen afstand van nemen; mensen met borderline persoonlijkheidsstoornis kunnen erg boos worden en hierin blijven hangen, waardoor er bijna geen andere emoties meer worden ervaren (en dus ook geen positieve emoties)
36
Er zijn vier verschillende soorten emotionele reacties:
1. Primaire adaptieve emotionele reactie 2. Primaire maladaptieve emotionele reactie 3. Secundaire emotionele reactie 4. Instrumentele reactie
37
1. Primaire adaptieve emotionele reactie
een niet-aangeleerde, productieve en onmiddellijke emotionele reactie op een situatie, die helpt om actie te ondernemen • Situatie—> primaire emotie—> adaptieve actie • Mishandeling—> boosheid—> zelfverdediging
38
2. Primaire maladaptieve emotionele reactie
een onmiddellijke, maar overdreven reactie die vaak het gevolg is van eerdere traumatische gebeurtenissen. Het was destijds een adaptieve manier om met de onveilige situatie om te gaan (wantrouwen), maar nu is het een overdreven reactie op een soortgelijke situatie • Eerdere ervaringen + huidige situatie—> activatie van schema—> primaire emotie—> maladaptieve actie • Kindermishandeling + hulp aangeboden krijgen—> mishandelingsschema wordt geactiveerd om mogelijke schade te voorkomen —> boosheid —> de hulp afwijzen en jezelf verdedigen
39
3. Secundaire emotionele reactie
= de primaire emotie wordt verborgen onder een secundaire emotie, het is een emotie over een emotie; een emotionele reactie op een primair adaptieve reactie • Situatie—> primaire emotie —> secundaire reactieve emotie—> non-adaptieve actie • Voetbalwedstrijd verliezen—> verdriet—> boosheid—> zichzelf of anderen aanvallen
40
4. Instrumentele reactie
een emotie wordt getoond vanwege het gewilde effect, en staat dus los van de echte emotie; emoties gebruiken om anderen te beïnvloeden; kan een gewoonte zijn of opzettelijk • Situatie—> interpersoonlijke intentie—> manipulatieve actie: emotion display • Verlies van familielid—> sympathie willen krijgen—> krokodillentranen om aandacht te krijgen
41
De basis van Emotion Focused Therapy; verandering in 4 tot 5 stappen
1. Bewustwording van wat we voelen 2. Expressie 3. Reguleren van emoties 4. Reflectie 5. Tranformeren van emoties door emoties
42
1. Bewustwording van wat we voelen
onze emoties geven ons informatie over onze ervaring en sturen ons gedrag
43
2. Expressie
hierbij gaat het erom om de vermijding van het ervaren en uiten van sterke primaire emoties te overwinnen, die eerder beperkt werden. Hierdoor beïnvloedt dit ook de mate van emotionele opwinding. Het verwerken van opgewonden emoties i.p.v. algemene opwinding maakt het verschil tussen een goede of slechte afloop • Productieve emotionele expressie = als therapeut treedt je op wanneer de cliënt bewust is van de emotie op een ‘contactvolle’ manier • De focus ligt op de centrale zorgen en behoeften, omdat deze het nastreven van belangrijke doelen bevorderen
44
3. Reguleren van emoties
is er sprake van overspoelende emoties (onderregulering) of krijgt de cliënt juist geen contact met zijn of haar emoties (overregulering)?; als je als therapeut merkt dat de cliënt heel kort een emotie toont, maar er gelijk overheen praat en de emotie gaat rationaliseren (de emotie is stom en onnodig), stop de cliënt dan in zijn of haar verhaal en vraag door over de emotie (wat voelde je toen? Waarom voelde je dat? Waarom druk je het weg?)
45
4. Reflectie
begrijpen van onze emotionele reacties
46
5. Tranformeren van emoties door emoties
breng de cliënt in contact met de primaire adaptieve emoties, maar geef ook aandacht en toegang aan de maladaptieve emoties. Het ruimte geven aan de primaire emotie zorgt er namelijk voor dat die emoties geactualiseerd worden • Maladaptieve emoties bestaan, omdat de primaire emotie te krachtig of overweldigend kunnen voelen; wanneer je stilstaat bij de maladaptieve emotie kom je er vaak achter dat de cliënt begrip wil • Als boosheid wordt erkent is er ruimte voor de adaptieve emotie die eronder ligt, namelijk het onderliggende pijnlijke gevoel van verdriet; het is adaptief om verdrietig te worden als je wordt afgewezen, maar vaak is dit gevoel veel te pijnlijk om te ervaren en gaan mensen vastzitten in maladaptieve emoties als boosheid
47
Markers
signalen die de cliënt afgeeft over onderliggende problemen; tijdens de therapie is de therapeut oplettend op markers van de cliënt die wijzen op de onderliggende problemen
48
10 markers
procestaken in relatie tot empathie - Cliënt vertelt over een probleem —> therapeut gaat empathisch exploreren - Cliënt toont kwetsbaarheid —> therapeut gaat empathisch affirmerren Relationele taken - Start van de therapie —> therapeut probeert de relatie op te bouwen - Breuken in de relatie —> de therapeut opent een dialoog over de relatie Ervaringsgerichte taken - Cliënt toont te weinig emotie —>therapeut maakt ruimte om emoties te voelen - Cliënt toont vage, onduidelijke gevoelens —> focussing - Cliënt heeft moeite met de uiting van emoties —> therapeut moet de gevoelens toestaan en expressie aanmoedigen Enactments - Cliënt doet aan zelf-veroordeling —> twee stoelen dialoog - Cliënt heeft unfinished business —> lege stoel dialoog - Cliënt heeft een vastzittend gevoel —> therapeut toont compassievolle zelftroost
49
Focussing
alle ruimte geven en volledig focussen op een bepaald gevoel. Het is een dialoog tussen het hoofd en het lichaam en gaat verder dan alleen emoties of gevoelens
50
6 stappen focusing
1. Clearing a space 2. Felt sense 3. Handle 4. Resonating 5. Asking 6. Receiving
51
Gendlin;
“meestal hebben we niet echt door wat we meemaken, omdat niemand de tijd neemt om naar ons te luisteren en we ook niet echt naar onszelf luisteren op een diep niveau; bij Emotion Focused Therapy weet de therapeut hoe hij of zij moet luisteren op een manier die de cliënt helpt om zijn of haar ingewikkelde ervaringen te vinden. De therapeut heeft de intentie om de cliënt daadwerkelijk te begrijpen, zonder oordeel. Hierdoor kan de cliënt naar een niveau van zijn of haar bewustzijn keren die ‘de gevoelde betekenis’ wordt genoemd. Hierbij probeer je als therapeut mee te gaan in wat de cliënt precies voelt; het is een oefening die je samen doet om bij het gevoel te komen en eventueel de betekenis van het gevoel te vinden”
52
Twee stoelen dialoog
Bij een twee stoelen dialoog werk je met de innerlijke criticus van de cliënt; je zet de innerlijke criticus op de stoel tegenover het ervarende zelf van de cliënt. Dit stimuleert de separatie tussen de twee verschillende ‘versies’ van het zelf, en bevordert de dialoog
53
Lege stoel werk
zet de cliënt op een ‘stoel’ waar diegene nog sterke gevoelens over heeft. De cliënt heeft vaak namelijk last van onvervulde behoeftes, waarbij de therapeut de cliënt helpt om naar de pijn toe te gaan; praten tegen i.p.v. praten over - Markers zijn pijn, boosheid, wraak en teleurstelling; het zijn meestal langdurende, onopgeloste en ingehouden emoties Tijdens dit proces speel je diegene na die op de stoel zit en vraag je wat de cliënt tegen die persoon zou willen zeggen. Hierdoor praat je niet over diegene, maar praat je ertegen, waardoor de gevoelens meer geactualiseerd worden; de cliënt kan expressie geven aan alles wat hij of zij nog tegen die persoon zou willen zeggen - Wordt vooral gedaan bij pijn of boosheid - Je hebt onvervulde behoeftes die je graag nog duidelijk wil maken aan iemand die overleden is
54
55
Algemene technieken emotion focused therapie
- Aandacht schenken aan de hele ervaring à ook vragen stellen als “hoe voelt het lichaam?” - Actief onderzoeken en empathisch gokken - Stoelenwerk à aanmoedigen dat iemand zich uit kan spreken - De emotionele spanning verhogen door met de emoties te werken - De cliënt er vriendelijk op wijzen wanneer de emoties vermeden worden