hc 3

Question 1

stresshormonen

Answer 1

• gluticocorticoïden
• cortisol

Question 2

cortisol meten lichaam

Answer 2

kun je in meerdere lichaamsvloeistoffen meten

Question 3

cortisol meten in

Answer 3

• bloedplasma
• urine
• speeksel
• haar/nagels

Question 4

bloedplasma

Answer 4

• niet vaak gebruikt in de psychologie
• nadeel = venapunctie effect -> effect van het bloedprikken zelf

Question 5

urine

Answer 5

• nadeel: geen acute metingen
• voordeel: zet iets over cortisol/HPA-as gedurende de dag
• niet vaak in psychologie

Question 6

speeksel

Answer 6

• meest gebruikt
• goedkoper, niet stressvol, preciezer tijdstip
• door stress wel minder speeksel aanmaken

Question 7

haar/nagels

Answer 7

• voordeel: lange termijn meting van stress
• nadeel: geen acute meting van stress

Question 8

voordelen gebruik cortisol als stressmeting in onderzoek

Answer 8

• enige meting die iets zegt over HPA-as activatie
• geeft informatie over stress en het immuunsysteem
• kan makkelijk aan huis worden gemeten

Question 9

nadelen gebruik cortisol als stressmeting

Answer 9

• verandering in HPA-as tijdens stress niet zo sterk als het SAM systeem
• niet iedereen reageert even sterk of laat evenveel cortisol vrij
• cortisol wordt sterk beïnvloed door slaap/waak ritme, dus eigenlijk moet iedereen op zelfde tijdstip worden gemeten die even lang wakker zijn

Question 10

cardiovasculaire respons -> ECG (elektrocardiogram)

Answer 10

• meting HR = het effect van parasympatische + sympatische zenuwstelsel activatie
• meting hartslagvariabiliteit

Question 11

tijdens stress 3 mogelijkheden PNS en SNS

Answer 11

1. hartslag gaat omhoog doordat PNS zwakker wordt/terugtrekt
2. hartslag gaat omhoog doordat SNS hoger wordt en PNS blijft gelijk
3. hartslag gaat omhoog doordat SNS actiever wordt en PNS zwakker

Question 12

beat-to-beat variatie in HR

Answer 12

afstand tussen hartslagen is niet constant maar variabel, dat is goed

Question 13

IBI (inter-beat-interval)

Answer 13

hoeveel ms er zit tussen hartslag 1 en 2

Question 14

vagaal gemedieerde HRV

Answer 14

volledig gestuurd door de vagus zenuw, dus parasympatische zenuwstelsel

Question 15

vagaal zenuw

Answer 15

grootste zenuw binnen paraympatische zenuwstelsel

Question 16

time domain measures

Answer 16

metingen gebaseerd op afstand tussen 2 hartslagen over een bepaalde periode

Question 17

invloed ademhaling op HRV

Answer 17

• bij inademen gaat hartslag omhoog waardoor IBI lager wordt en HRV neemt af

Question 18

job demand-control model

Answer 18

hoge eigen en weinig controle op werk

Question 19

effort reward imbalance model

Answer 19

veel tijd en energie ergens in stoppen met lage beloningen

Question 20

werkstress hangt samen met

Answer 20

verhoogde kans op ziektes, door verlaging in vagaal gestuurde HRV

Question 21

respiratory sinus arrhytmia (RSA)

Answer 21

verandering in onze HRV door onze ademhaling
- hoger PZS activiteit

Question 22

2 soorten bloeddruk

Answer 22

• systolische bloeddruk
• diastolische bloeddruk

Question 23

systole bloeddruk

Answer 23

• bovendruk
• het hoge getal -> hoeveel druk er zit op de vaten op het moment dat je hart net heeft gempompt

Question 24

diastole bloeddruk

Answer 24

• onderdruk
• hart in rust

Question 25

normaal systolisch

Answer 25

80 - 120

Question 26

normaal diastolisch

Answer 26

60 - 80

Question 27

manieren meten bloeddruk

Answer 27

1. normale bloeddruk meter 2. CNAP: continue bloeddruk meter: gem diastole en systolische bloeddruk over tijd 3. arterial line (naald en vat)

Question 28

voordelen CNAP

Answer 28

- geeft direct een weerspiegeling van de sympatische en parasympatische activiteit - relatief goedkkop - non-invasief

Question 29

nadelen CNAP

Answer 29

- als je alles tegelijkertijd wil meten heb je veel elektroden die zorgen voor weinig mobiliteit - verkeerd plakken van de elektrodes = onjuiste data

Question 30

artial line

Answer 30

- niet gemakkelijk te gebruiken - niet vrij van pijn - meet wel continu bloeddruk

Question 31

huidmetingen

Answer 31

- volledig gestuurd door SNS - Electro dermal activity (EDA) - veel gebruikt - meer zweten = meer gleidingen = SCL - vaak meten hand of vingers - geen behandeling met alcohol - temperatuur handen moet ongeveer gelijk zijn

Question 32

SCL

Answer 32

skin conductance level -> huidgeleidings niveau

Question 33

SCR

Answer 33

skin conductance response -> huidgeleding respons

Question 34

voordelen huidmetingen

Answer 34

- hele duidelijke metingen die activatie SNS laat zien - goed te onderscheiden - individuele verschillen in huidgeleiding belangrijk in psychopathologie -> mensen met een bepaalde stoornis laten andere huidgeleiding zien dan gezondere mensen - niet zo duur

Question 35

nadelen huidmetingen

Answer 35

- EDA is vrij langzaam systeem: reactie snel maar herstel langzaam - EDA heeft meerdere oorzaken - ongeveer 10% heeft geen huidgeleiding

Question 36

acute metingen

Answer 36

-cardiovasculaire reactiviteit in het lab - EDA reactiviteit in het lab - cross sectionele data uit vragenlijstenl

Question 37

langere termijn metingen

Answer 37

- cardiovascular activity ambulant - cortisol van speeksel of haar - longitudinale vragenlijst