HC 3 | Subjectief welbevinden Flashcards
(28 cards)
Definitie subjectief welbevinden
Algemene cognitieve en affectieve evaluatie van een persoons leven
Drie aspecten subjectief welbevinden
- Geluk: emotioneel welbevinden, emotionele staat
- Levenstevredenheid: algemene beoordeling over je leven, hoe tevreden je bent op dit moment tov vroeger of andere mensen
- Neuroticisme: weinig angst, pieken, hoge emotionele stabiliteit (stabiel in negatieve en/of positieve emoties, geen extreme fluctuaties)
Soorten meetinstrumenten subjectief welbevinden (3)
- Zelfrapportage
- Globale rapportage: meten grotere, meer globale constructies van het welbevinden > geven inzichten globale beoordeling/samenvatting over hun leven
- Experience samling: in het moment, rapportage van stemming/plezier/pijn
Soorten zelfrapportage bij subjectief welbevinden (3)
- Faces scale = welke van de volgende rij gezichten komt het meest dicht bij de expressie van hoe jij je over het algemeen over je leven voelt
- Subjective happiness scale = vier items met numerieke schalen voor sociale vergelijking, je eigen ervaring koppelen aan die van anderen
- Satisfaction with life scale = je krijg enkele stellingen en moet aangeven op een Likert (1-7) schaal of je het hier wel/niet mee eens bent.
Beneffectance (Greenwald)
De manier waarop de meeste mensen zichzelf zien, namelijk als nuttig en effectief
Theoretische visies op subjectief welbevinden
- Bottom-up: Subjectief welbevinden is een samenvatting van verschillende domeinen
- Top-down: Subjectief welbevinden reflecteert hoe we ervaringen evalueren (zoals: huwelijkskwaliteit, werk, inkomen en vriendschappen)
Er is bewijs voor beide.
Gevolgen theoretische visie op interventies
Bottum-up > focus op veranderen van de omgeving en situaties waarin iemand terecht komt
Top-down > focus op verandering van iemand attires, overtuigingen, percepties of persoonlijkheidstrekkenV
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up (6)
- Geld
- Gender
- Discriminatie/Ras
- Klimaat
- Seksuele oriëntatie en gender identiteit
- Politieke affiliatie
Voorspellers subjectief welbevinden: Top-down (3)
- Cognitie
- Sociale relaties
- Persoonlijkheid (Big 5 trekken)
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | (Between-country) BBP van landen
Landen waar meer geld wordt verdient hebben een hogere levenstevredenheid. Verklaring:
1. Leefbaarheid theorie = toegang tot sociale en economische voordelen
2. De mate waarin samenlevingen tegemoet komen aan de basisbehoeften van burgers
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | (Within-country) Curvilinear relatie
Geld is belangrijk als je er weinig van hebt, maar het wordt minder belangrijk als je meer geld hebt
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | (Within-country) Dininisching marginal utility
(afnemend marginal nut) as je meer hebt van bepaalde spullen, zie je het nut er niet meer van in
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | Hedonic treadmill
Steeds hogere materialistische doelen stellen in de hoop dat je gelukkig wordt
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | Hedonic adaptation
Meer nodig omdat baseline hoger is
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | Bewijs waarom niet gelukkig maakt (4)
- Idee”en van wat je nodig hebt in je leven pas je aan naarmate je een stapje hoger komt op de ladder
- Constant staren naar geld ondermijnt het ervaren van alledaags plezier, staren naar luxe goederen kan leiden tot verhoogde zelfinteresse
- Rijkere mensen doneren een kleiner percentage van hun inkomen aan goede doelen
- Inkomen verminderde de dagelijkse verdrietigheid maar had weinig invloed op het dagelijks geluk
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
1. Geld | Bewijs waarom geld wel gelukkig maakt
Vergroot welbevinden als je het uitgeeft aan:
- Ervaringen
- Psychologische behoeften
- Anderen of goede doelen
- Kleine pleziertjes
- Tijdbesparende aankoop
- Personality-matched: dingen die matchen met je persoonlijkheid
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
2. Gender
Inconsistente bevindingen, omdat het afhangt van het Lad waarin mensen leven, de psychologische maten die er gebruikt zijn voor het welbevinden en andere factoren
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
3. Discriminatie/ras
Waargenomen voor alle soorten discriminatie en alle typen welzijn dat het een negatieve impact heeft op welbevinden
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
4. Klimaat
Warm weer heeft een (tijdelijke) positieve invloed op welbevinden
Voorspellers subjectief welbevinden: Bottum-up
5. Seksuele oriëntatie en gender identiteit
Negatieve gevolgen voor LGBT, samenhang met discriminatie
Voorspellers subjectief welbevinden: Top-down
1. Cognitie
Cognitieve theorieën stellen dat oorzaken van subjectief welbevinden niet de externe gebeurtenissen zijn, maar dat het erom gaat hoe we deze gebeurtenissen interpreteren.
Voorspellers subjectief welbevinden: Top-down
1. Cognitie | Optimisme
Ervaren een hogere levenstevredenheid, een effectievere coming en betere gezondheid, betere relaties en gorter doorzettingsvermogen. Kernelement is positieve verwachtingen > ook negatieve ervaringenhebben optimisten de verwachting dat je er wel mee om kan haag. Dit verhoogt stemming en zorgt voor betere coming tijdens stress.
Voorspellers subjectief welbevinden: Top-down
1. Cognitie | Aangeleerde optimisme (Seligman)
Leren optimistischer te zijn dor levensgebeurtenissen op een positieve manier te verklaren/interpreteren
Voorspellers subjectief welbevinden: Top-down
1. Cognitie | Realistisch optimisce (Aspinwall & Brunhart)
Een eerlijke/realistische erkenning van mogelijkheden voor positieve groei > een optimistisch denken dat de werkelijkheid niet verstoort. Een erkenning dat er mogelijkheden voor positieve groei zijn of leerervaringen in de meest uitdagende situaties.