HC14 H27 Psychiatrische stoornissen Flashcards
(39 cards)
Schizofrenie - positieve symptomen
Abnormale gedragingen:
Wanen, hallucinaties, gedesorganiseerde spraak, chaotisch, geagiteerd en rusteloos gedrag
Schizofrenie - negatieve symptomen
Verlies van normale gedragingen:
Vlakke emotionele beleving, gebrek aan interesse en motivatie, spraakarmoede, sociale isolatie
Schizofrene - morfologische afwijkingen in hersenen
- Reductie van hersenvolume en vergrote ventrikels
-Minder witte stof - Minder neuronen in prefrontale cortex met minder dendrieten
- Afwijkingen in hippocampus en omringende paralimbische cortex
Dopamine theorie van schizofrenie
o Hyperactiviteit dopamine receptoren, maar niet de belangrijkste biochemische afwijking
o Dopaminerge impulstransmissies wordt geremd door antipsychotische farmaca en gestimuleerd door middelen die psychotische symptomen teweeg brengen
o Geen effecten op cognitieve symptomen
Schizofrenie - belangrijkste neurochemische veranderingen
o Dopamine / dopamine receptoren
o Glutamaat / glutamaat receptoren
o GABA / GABA binding site
Nieuwe atypische antipsychotische middelen richten zich op meer verschillende neurotransmitters
Schizofrenie - dysfunctie dorsolaterale prefrontale cortex
- Problemen met uitvoerende functies (o.a. frontaalkwabtest), werkgeheugen,
episodisch geheugen - Problemen met selectieve aandacht en continue aandachtstaken
- Minder problemen met visuele discriminatie en ruimtelijke oriëntatie
- Voor start symptomen verlaging IQ
- Afwijkingen IQ, verbale vaardigheden, snelheid informatieverwerking
Klinische depressie - symptomen
sterke gevoelens van neerslachtigheid, gebrek aan eigenwaarde, lusteloosheid, nergens van kunnen genieten, gebrek aan energie en initiatief, vertraging van gedragsprocessen, suïcidale gedachten
Depressie - neurochemische aspecten
o Depletie van activerende mono-aminerge neurotransmitters serotonine, norepinefrine, en dopamine
o Dysfunctie van neurogene groeifactoren (BDNF) als gevolg van stress met als gevolg afname in neuronen en synapsen (met name in hippocampus)
o Stoornis in hypothalamo-hypofysaire-adrenale-cortex-systeem (HPA-as), waardoor voortdurend cortisol wordt afgescheiden en chronische stress wordt ervaren
o Fluoxetine (Prozac): selectieve serotonine reuptake inhibitor (SSRI), verhoogt serotonine in de cortex, maar stimuleert ook productie van BDNF en neurogenese in de hippocampus
Depressie - neuropathologie
o Afname metabolische activiteit in frontale gebieden (dorsolaterale en ventromediale prefrontale cortex, anterior deel gyrus cinguli)
o Afname verbindingen in PFC en temporale corticale gebieden, en PFC en amygdala en hippocampus
o Toename metabolische activiteit amygdala (stimuleert secretie cortisol)
Depressie - cognitieve problemen
o Problemen met werkgeheugen en aandacht (wellicht gerelateerd aan verminderde activiteit in dorsolaterale prefrontale cortex)
o Sterke individuele verschillen (variërend van milde stoornissen tot dementieachtige patronen), vaak niet duidelijk gerelateerd aan de ernst van de depressie
Depressie - behandeling
o Farmacologische therapie (Prozac ineffectief in 30-40%)
o Psychotherapie, cognitieve gedragstherapie
o Elektroconvulsieve therapie
o Bright-light therapie
o Deep brain stimulatie
Bipolaire stoornissen
- Afwisseling tussen stadia van depressiviteit en manie (sterke gevoelens van euforie, ondernemingslust, en hyperactiviteit)
- Sensitisatiehypothese: negatieve en positieve affectieve stadia aanvankelijk begonnen als gevoelige reacties op stressoren of stimulerende drugs, treden daarna spontaan op met steeds sterkere schommelingen
- Terugkerende stadia gaan gepaard met verlies aan grijze stof (Fusiform gyrus, hippocampus, cerebellum
Affectieve stoornissen
(o.a. depressiviteit, angststoornissen,
pathologische huilbuien en lachaanvallen) kunnen secundair gevolg zijn van aandoeningen die negatief effect hebben op cerebrale bloedvoorziening, zoals CVA’s
Paniekstoornis
aanvallen van intense angst zonder duidelijke aanleiding
Post-traumatische stresstoornis
sterke autonome fysiologische reacties veroorzaakt door prikkels welke associatie oproepen met vroegere traumatische gebeurtenissen
Gegeneraliseerde angststoornis
toestand van voortdurende angst en zorgen met
allerlei lichamelijke en psychische componenten
Obsessief-compulsieve stoornis
gekenmerkt door dwangmatige obsessies (bijv. voortdurend piekeren over bepaalde dingen) en handelingen (dwanggedrag)
Fobieën
angst voor specifieke stimuli (bijv. groepen mensen, kleine of grote ruimten, spinnen of andere dieren, bloed)
Angststoornissen - neurale netwerken
- Gemeenschappelijk kenmerk van angststoornissen is gevoel van angst, belangrijke rol
- PTSD: verminderd volume hippocampus en dunnere cortex DLPFC, gerelateerd met geheugenfuncties
Angststoornissen - behandeling
- Anxiolytica (medicijnen die angst reduceren, bijv. Valium, Ativan); kalmeringsmiddelen, benzodiazepines, sedativa-hypnotica, SSRIs: verminderen symptomen, maar niet de oorzaak
- Beste optie: huidige generatie SSRIs en nieuwe psychofarmaca (die werken op GABA of glutamaat receptoren) gecombineerd met psychologische behandeling (CGT)
- Therapeutische effecten van cognitieve gedragstherapie (CGT) is op zijn minst even goed als die van andere therapeutische benaderingen (Extinctie training, graded exposure)
Psychochirurgie
- Opzettelijk aangebrachte laesies ter verlichting van moeilijk te behandelen psychiatrische aandoeningen (schizofrenie, affectieve stoornissen zoals depressie en OCD)
- Vroeger regelmatig toegepast en later grotendeels vervangen door medicamenteuze behandeling
- Abnormale activiteit van prefrontale gebieden verwijderd, maar niet vervangen door normale activiteit
Ziekte van Huntington
- Progressieve degeneratieve aandoening met sterke genetische factor (HTT gen): atrofie van cortex en basale ganglia en spontane, rusteloze, onvrijwillige bewegingen (chorea)
- Toename van dopamine in basale ganglia, verlies van cellen in putamen en globus pallidus
- Verslechterende prestaties op breed scala van geheugentests en visuele, auditieve, en tactiele waarnemingstests. Vertraging van informatieverwerking. Tevens zwak op frontaalkwabtest
- Echter geen apraxieën, afasieën, of agnosieën zoals kenmerken voor corticale beschadigingen (o.a. Alzheimer)
- Sterke psychopathologische symptomen: angst, depressiviteit, manie, en psychosen
Syndroom van Gilles de la Tourette
- Motorische ontremmingsverschijnselen: Tics, ongearticuleerde kreten, echolalie, coprolalie)
- Disbalans van excitatie basale ganglia circuit: putamen groter, thalamus minder groot
- Enkele cognitieve dysfunctie geassocieerd met rechter hemisfeer, o.a. problemen met tekenen en herinneren van complexe geometrische figuren, en met herinneren van locaties
Parkinson
- Progressieve degeneratieve aandoening met positieve en negatieve motorische symptomen (sterke interindividuele verschillen)
- Problemen met functioneren frontaalkwab en basale ganglia
- Dysfunctie cortico-striatal-thalamo-cortical loop
- Oorzaak: degeneratie dopaminerge neuronen in substantia nigra
- Kan idiopathisch zijn (familiar/viraal), postencephalistisch, of geïnduceerd door medicijnen. Ook door bestrijdingsmiddelen!
- Cognitieve en gedragsstoornissen die evenals motoriek gekenmerkt worden door vertraging en inactiviteit