HC2,3 : neuroanatomie Flashcards

(138 cards)

1
Q

perifere zenuwstelsel (PNS) bestaat uit:

A

somatisch, autonoom, enterisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

centrale zenuwstelsel (CNS) bestaat uit:

A

ruggenmerg, hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

spinale zenuwen

A

aan ruggenmerg, 31 gepaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

spinale zenuwen cervicaal

A

8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spinale zenuwen thoracaal

A

12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spinale zenuwen lumbaal

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

spinale zenuwen sacraal

A

5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spinale zenuwen coccygeaal

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

motorzenuwen

A

aansturen spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sensorische zenuwen

A

ontvangen signalen vanaf huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

myotome

A

groep spieren geïnnerveerd door enkel paar spinale zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dermatome

A

deel van huid geïnnerveerd door enkel paar spinale zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

afferent info =

A

sensorische info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

efferent info =

A

motorische axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

afferent aan welke kant

A

dorsaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

efferent aan welke kant

A

ventraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

afferent receptoren

A

mechanoreceptoren (gevoel), nocireceptoren (pijn), thermoreceptoren (temperatuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

afferent receptoren naar …

A

spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

neuromuscular junction (NMJ)

A

verbinding waar motorneuronen in ruggenmerg signalen via axonen doorgeven aan skeletspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zorgt voor depolarisatie van spieren

A

acetylcholine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

myasthenia gravis ; wat voor ziekte

A

auto-immuun ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

myasthenia gravis; oorzaak

A

slechte werking ach-receptoren/ verstoorde transmissie van NMJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

myasthenia gravis; symptomen

A

oogleden, oogbeweging, gezichtsuitdrukking, slikken, kauwen, spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

myasthenia gravis; behandeling

A

neostigmine; versterkt werking Ach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
craniele zenuwen ontspringen...
hersenen
26
hoeveel craniele zenuwen
12
27
functies craniale zenuwen
sensorisch en motorisch
28
voorbeeld craniale zenuw =
nervus vagus
29
perifere zenuwen =
meerdere axonen in zenuw
30
vormen perifere zenuwen
epineurium, perineurium, endoneurium
31
autonome zenuwstelsel innerveert....
ingewanden, maag, darmen, hart
32
duale innovatie
sympathisch en parasympatisch
33
sympathisch
alertheid, verwijden pupillen, verhogen hartslag, verminderen spijsvertering
34
parasympatisch
kalmering, vernauwen pupillen, verlagen hartslag, activatie van spijsvertering
35
waar verzamelen sympathische postsynaptische cellen
in sympathische ganglia
36
waar verzamelen parasympatische postsynaptische cellen
vlakbij doelwitorgaan
37
neurotransmitter sympathische postsynaptische cellen
eerst ach, dan adrenaline
38
neurotransmitters parasympatische postsynaptische cellen
eerst ach, en erna weer ach
39
enterische zenuwstelsel
in darmen
40
auerbachs plexus
beweging lengte spieren
41
Meissner plexus
beweging dwarsspieren
42
auberbach en Meisner zorgt voor...
peristaltiek in darm
43
ruggenmerg hoeveel niveau's binnen wervelkolom
31
44
hoe lopen zenuwen in ruggenmerg
zenuwen tussen wervels door naar buiten = omweg
45
conus medullaris =
onderste deel
46
cauda equina =
bochten van zenuwen
47
grijze stof
cellichamen zenuwen, vlindervorm
48
grijze stof ventraal
motorneuronen
49
grijze stof dorsaal
sensorische axonen
50
witte stof
myeline, verbindingen met hersenen
51
proprioreceptoren
spierspanning
52
hoe heet reflex bij hamer kniepees
monosynaptische reflex
53
complexe reflex
hand verbranden en terugtrekken
54
nocireceptoren
pijn signaal aan schakel en interneuronen --> die zetten motorneuronen aan
55
witte stof; communicatie tussen
ruggenmerg en hersenen
56
opstijgende banen
ruggenmerg naar neuronen
57
afdalende banen
ruggenmerg naar thalamus
58
snelle pijn kenmerken
scherp, myeline axonen, snel, kort, geen emotionele schade, morfine werkt niet, neospinothalamisch kanaal
59
langzame pijn kenmerken
diffuus, brandend, niet myeline axonen, langzaam, lang, sterke emotionele schade, morfine werkt, paleospinothalamatisch kanaal
60
opstijgende banen grof gevoel
via anterior spinothalamic tract; direct met schakelneuronen naar andere zijdeo
61
opstijgende banen fijn gevoel
via dorsale kolommen; schakelt niet meteen over met schakelneuron (eerst naar hersenstam)
62
afdalende banen tract...
corticospinal tract in cortex en dan naar ruggenmerg
63
LMN syndroom
lagere ruggenmerg neuronen
64
LMN syndroom symptomen
verlamming, spieratrofie, afwezigheid diepe persreflexen
65
UMN syndroom
hogere (corticale) neuronen
66
UMN syndroom symptomen
spasticiteit, rigiditeit, geen atrofie door ongebruik, verhoogde diepe peesreflexen
67
amyotrofische laterale sclerose (ALS)
atrofie van LMN en UMN
68
dwarslaesie
ruggenmerg beschadigd door gebroken wervel
69
rostraal
voorzijde
70
caudaal
achterzijde
71
dorsaal
bovenzijde (rug)
72
ventraal
onderzijde (buik)
73
cerebellum
kleine hersenen
74
cerebellum bedekt met ...
laag grijze stof
75
cortex
schors
76
tracts
witte stof
77
nuclei
grijze stof
78
hersenstam bestaat uit:
mesencephalon, metencephalon, myelencephalon
79
myelencephalon bestaat uit:
medulla oblangata, verlengde ruggenmerg
80
functies hersenstam
regeling bloeddruk, hartslag, spijsvertering reflexen spijsvertering en ademhaling onderhouden bewustzijn
81
myelencephalon functie
regeling bloeddruk, hartslag, spijsvertering reflexen spijsvertering en ademhaling
82
Wallenberg syndroom =
hersenbloeding
83
Wallenberg syndroom oorzaak
blokkade van tak naar cerebrale ader veriest
84
Wallenberg syndroom symptomen
verlies van pijn, smaak, temperatuurwaarneming of gezichtsspieren
85
metencephalon verbinding ...
hersenstam tot cerebellum
86
metencephalon functies
info wisseling tussen cerebellum en de rest
87
metencephalon invloed op...
ademhaling, slaap
88
Bell's palsy =
gezichtsverlamming
89
Bell's palsy oorzaak
ontsteking 7e hersenzenuw of tumor in speekselklier
90
Bell's palsy symptomen
ogen niet goed open of dicht
91
mesencephalon functies
spiermotoriek, visuele en gehoor reflexen, motivatie, aandacht
92
superior colliculus
spiermotoriek
93
inferior colliculus
visuele en gehoor reflexen
94
parkinson
aandoening bij motivatie en aandacht
95
reticulaire informatie
regelt hoe je je bewust ben van omgeving
96
waar reticulaire informatie
hersenstam
97
cerebellum rol bij ...
motoriek
98
functies cerbellum
integratie sensorische, motorische en vestibulaire informatie integratie van binnenkomende signalen coördineren beweging
99
ataxie
verstoring coördinatie bewegingen en balans
100
medulloblastoma =
kinderkanker
101
medulloblastoma oorzaak
rompspieren die niet goed functioneren
102
medulloblastoma gevolgen
slechte houding, veel vallen
103
diencephalon bestaat uit:
thalamus en hypothalamus
104
thalamus vorm
ei
105
thalamus functie
alle info uit perifere terecht en erna naar grote hersenen
106
thalamus bepaalt ...
bewustzijn van info en bepaalt Welke info voorrang krijgt
107
thalamic neglect
niet bepalen welke info voorrang krijgt
108
hypothalamus functie
produceert hormonen
109
telencephalon
limbische systeem, basale ganglia, cerebellum (grote), cordiale lagen, prefrontale cortex
110
limbische systeem bestaat uit:
hippocampus, amygdala
111
limbische systeem functies
tot uitdrukking brengen van emotie, angst, en leren en geheugen
112
amygdala
angst
113
leren en geheugen
hippocampus
114
autisme
emoties niet uiten
115
kluver bucy
geen angst
116
Urbach wiethe
nergens bang voor
117
alzheimer
geheugenverlies
118
structuren basale nuclei
striatum, subthalamic nucleus, globus pallidus
119
basale nuclei (ganglia) functie
initieren van beweging
120
Huntington disease oorzaak
zenuwcellen in striatum sterven af
121
hunington disease gevolgen
onwillekeurige bewegingen
122
is hunington disease erfelijk
ja 100%
123
parkinson oorzaak
verlies van neuron in substantia nigra
124
parkinson symptomen
vertraging van beweging
125
hemiballisme =
hersenbloeding in basale kernen
126
hemiballisme symptomen
onwillekeurige bewegingen
127
cerebellaire stof
laag stof over grote hersenen
128
sulci
inkepingen
129
gyri
windingen
130
primaire motor cortex
aansturing van onderste motorneuronen
131
primaire sensorische gebieden
bewust waarnemen van sensorische informatie
132
associatie cortex
combi van sensorische en motorische informatie
133
aphasie
spraakaandoening met spraakproblemen
134
apraxie
niet goed kunnen uitvoeren van bewegingen
135
agnosie
niet goed herkennen van objecten
136
prefrontale cortex
associatie gebied
137
prefrontale cortex functies
werkgeheugen, plannen, bewuste aandacht, problemen oplossen, impulsiviteit
138
disfunctioneren prefrontale cortex zorgt voor aandoeningen;
ADHD, verslaving en schizofrenie