HC4: snelle neurotransmissie Flashcards
(29 cards)
passieve ion kanalen
behouden rustmembraan potentialen
ligand gestuurde ion kanalen hebben …
neurotransmitter nodig
voltage afhankelijke ion kanalen
mogelijkheid tot actiepotentiaal
spatiale summatie
meerdere synapsen tegelijk actief
temporale summatie
enkele synaps snel achter elkaar actief
elektrische transmissie
geen NT, actiepotentiaal direct naar volgende cel
chemische transmissie
wel gebruik van NT, calcium is signaalmolecuul
stimulerende NT =
glutamaat
remmende NT =
GABA
glutamaat heeft … werking
activerend
activerende werking van glutamaat zorgt ervoor dat ….
natrium de post synaptische cel ingaat
te veel glutamaat = te veel activiteit –> aandoening = …
epilepsie
GABA heeft … werking
remmend
remmende werking van GABA zorgt ervoor dat …
chloride de post synaptische cel ingaat
hoeveel eiwitketens heeft GABA
5
hoeveel eiwitketens heeft glutamaat
4
type 1 synaps:
glutamaat stimuleert
type 2 synaps:
GABA remt
glutamaat receptoren =
AMPA en kainate receptoren
NMDA receptor
AMPA en kainate receptor zorgen voor …
natrium cel in –> depolarisatie
NMDA receptor zorgt voor …
doorgeven van boodschap aan volgende cel
te veel glutamaat wordt toxisch en zorgt voor …
hersenbloeding
hunington disease
te veel vrijlating glutamaat
GABA functie kan veranderen door:
invloed alcohol