HC2. Emoties en welbevinden Flashcards
(31 cards)
Definities van emoties
‘Psychological state defined by subjective feelings but also characteristic petterns of psychological arousal, thought, and behaviors’
-> emotions are coordinated, biologically-based responses to internal or external cues that are perceived as releveant to an organism’s needs or goals
Aspecten binnen emoties
- gevoel
- gezichtsuitdrukkingen
- action tendency
- lichamelijke reactie
- appraisals
Affect
Umbrelle term voor een interne staat zonder de inhoud of het tijdframe te specificeren
- stemming
- emoties
Stemming
- relatief lange termijn en van zwakke intensiteit
- niet veroorzaakt door specifieke event en is ongefocust
- geeft informatie over huidige staat van zelf
Emoties
- relatief korte termijn en van sterke intensiteit
- veroorzaakt door specifieke even en gericht op die situatie
- geeft informatie over huidige staat van situatie
De basis universele emoties van Paul Ekman
- happiness, blij
- sadness, verdrietig
- fear, angst
- disgust, afgunst
- anger, woede
- surprise, verrassing
- contempt
Circumplex model of affect
arousal vs. valence
- hoge valentie zijn plezierige emoties
- lage valentie zijn onplezierige emoties
- hoge arousal bijv. angst of spanning
- lage arousal bijv. ontspannen of feeling down
Russell en Barrett
Circumplex model of affect en die kijkt naar affectieve bipolariteit
- ??
Watson en Tellegen
PANAS survey kijkt naar affectieve onafhankelijkheid van positieve en negatieve emoties
- kunnen apart voorkome
- kunnen samen voorkomen –> blij, maar gespannen bijvoorbeeld.
- PANAS: Positive and Negative Affect Schedule
Predictoren voor positieve en negatieve emoties
- tijdframe
- context
- individuele verschillen
- emoties
Positiviteitsratio
- gemiddelde ratio van positieve versus negatieve emoties moet boven 2.9013 liggen
- veel impact gehad
Action tendencies
Actie neigingen van Nico Frijda
- bijvoorbeeld negatieve emoties hebben discrete actie neigingen
Broaden and build theory
Stelt dat positieve emoties ook een doel hebben, maar dat dit verschilt van negatieve emoties
- broaden
- build
- greater well-being
Broaden
Momentane gedachten-acties repertoire
- verhoogd bewustzijn van opties
- bewijs: grotere cognitieve flexibiliteit en openheid dan bij negatieve emoties
Build
Duurzame persoonlijke middelen
- voorbeeld: emotie liefde –> delen van liefde emt anderen en anderen helpen liefde te ervaren –> verhoogde kans om zelf weer liefde te ervaren
Greater well-being
Positieve effecten op geondheid etc. en ongedaan maken van negatieve effecten van stress
–> zorgt daarna weer voor positieve emoties en de cycle repeats
Emoties met actieneigingen
- vreugde: spelen
- dankbaarheid: creatief geven
- sereniteit: genieten en integreren
- intresse: exploreren
- hoop: verlangen naar positieve verandering
- trots: groots dromen
- plezier: gedeeld plezier/lachen, inzicht
- inspiratie: streven naar uitmuntendheid
- ontzag: omarm het nieuwe
- liefde: alle bovenstaande
Verbreden alle positieve emoties onze aandacht?
Theorie: assumptie dat alle positieve emoties onze aandacht verbreden
- hoog approach van positieve emoties zorgt voor een versmalde aandacht
- laag approach van positieve emoties zorgt voor een verbrede aandacht
Wat is precies de opwaartse spiraal
Claim: positieve emoties triggeren opwaartse spiralen richten vergroot emotioneel welbevinden
- bewijs voor de opwaartse spiraal van Frederickson en Joiner: does positive addect predict improved broad-minded coping?
Frederickson en Joiner
- Hypothesis 1: Time 1 positive affect predicts changes in broadminded coping from time 1 to time 2, such that the more positive affect individuals initially report, the more they experience improvements in broad-minded coping over time. This pattern does not hold for negative affect.
- Consistent Hypothesis 1: The greater an individual’s positive affect at time n, the greater his or her improvement in broadminded coping between time n and time n - 1, over many such time intervals. This pattern does not hold for negative affect.
-
Between-person hypothese: Mensen die hoger scoren dan andere mensen op positief affect op T1 zullen ook hoger scoren dan anderen op coping op T2
- Dit gaat om verelijkingen tussen mensen
- Within-person hypothese: Als iemand hoog positief affect ervaart op T1, zal hij/zij een toename laten zien in coping op T2
Mogelijke mechanismes voor positieve emoties gedurende de levensloop
- Dynamic intefration theory DIT
- Socioemotional Selectivity theory
- Selectieve optimization and compensation SOC
- Selectieve optimization and compensation met emotie regultie SOC-ER
Dynamic Integration Theory
- DIT
Balans tussen optimisatie en differentiatie verschuift naar optimisatie op oudere leeftijd
- Labouvie-Vief
Socioemotional Selectivity Theorie
Wanneer de tijdshorizon kleiner wordt, verschuift de motivatie naar positief gewaardeerde en emotioneel zinvolle ervaringen
- Carstensen
Selectieve Optimization en Compensation
- SOC
Leeftijdsgenoten verliezen -> selectiever in het nastreven van doelen; terwijl ze compenserende strategieën gebruiken om verliezen tegen te gaan
- Baltes