HC7. Optimaal welbevinden en lifespan ontwikkeling Flashcards

(61 cards)

1
Q

Motivatie

A

Psychological processes that cause the arousal, direction and persistence of coluntary actions that are goal directed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie psychologische basisbehoeften

A
  • competence
  • autonomy
  • relatedness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intrinsieke motivatie

A

Van binnen -> we nemen deel aan een activiteit omwille van de activiteit, ongeacht de externe beloning
- autonomy
- learning
- beloning
- mastery
- curiostiy
- meaning
- love

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Extrinsieke motivatie

A

Van buiten -> we handelen om een externe belonging te krijgen
- badges
- competition
- fear of failure
- fear of punishment
- gold stars
- money
- points
- rewards

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motivatie in de kindertijd en adolescentie

A
  • motivatie om oninteressante activiteiten te doen
  • ouders spelen een belangrijke rol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Motivatie in onderwijs

A

Wat is een bedreiging voor motivatie?
- dreigen met negatieve consequenties
- surveilleren
- evaluatie van prestatie
- deadlines
Vergoot autonomie en competentie om motivatie te stimuleren (intrinsiek)
- geef opties
- studenten: neem de cotrole over eigen leerproces
- vermijd over-controle
- geed een rationale voor oefening
- positieve en specifieke feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kern assumptie positieve psychologie

A

Mensen hebben het potentieel om hoge niveaus van competentie, passie, en welbevinden te behalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is wijsheid

A

Socrates: de ethische persoon draagt bij aan welbevinden van anderen
The wise guy uit de Bijbel
- het definiëren van wijsheid is te moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Clayton over wijsheid

A

Wijsheid is een ontwikkelingsproces, niet zozeer een accumulatie van informatie of meingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Labouvie-Vief over wijsheid

A

Wijsheid omvat een dialectische integratie van logos en mythos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Logos

A

Kennis vervorven door gebruik van analytische, propositionele, en formele structuren van logica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mythos

A

Kennis verworven door taal, verhalen en dialoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kramer over wijsheid

A

Combineert openheid voor ervaringen met capaciteit om te reflecteren op en weorstelen met moeilijke existeniele levenskwestes
- vinden van betekenis in positieve en negatieve levenservaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Winke en Helson over wijsheid

A

Kijken naar praktische wijsheid en transcendente wijsheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Praktische wijsheid

A

Goede itnerpersoonlijke vaardigheden, helderheid van denken, tolerantie en generativiteit
- geassocieer met sociaal initiatief en leiderschap, empathie en generativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Transcedente wijsheid

A

Complexiteit van menselijke ervaring, overstijgen van persoonlijke aspecten van menselijke ervering
- geassocieerd met openheid voor ervaringen, intuïtie en creativiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is wijsheid niet?

A
  • wijsheid komt niet automatisch met leeftijd
  • is meer dan alleen IQ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Is wijsheid gerelateerd aan welbevinden?

A

Ja -> wijsheid is een betere voorspeller voor levenstevredenheid dan obejctieve factoren zoals fysieke gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom is wijsheid gerelateerd aan welbevinden?

A
  • Verhoogd streven naar het goede leven
  • Grotere voorkeur voor persoonlijke groei en zelf-actualisatie
  • Minder zelf-gerichte plezierige gevoelens, meer proces-georiënteerde en omgevingsgerichte emoties (interesse, inspiratie)
  • Voorkeur voor waarden gericht op groei, inzicht, sociale betrokkenheid, welbevinden van vrienden (vs. plezier en comfortabel leven)
  • Voorjeur voor cooperatieve conflict-management stijlen (winst voor beiden, niet winst ten koste van ander)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Existentialisme ieeën

A
  • maatschappij is oppervlakkig met een beperkt bewustzijn (ontkenning van bepaalde aspected van menselijk ervaring)
    –> focus op eerlijke bewustzijn: kan leiden tot angst
    –> als vermeden: niet authentiek leven
  • we moeten niet proberen te ontsnappen aan de volledige omvang met menselijke ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Rollo May
- existentialistische denker

A

Bekritiseert huidige maatschapij: worden geconfronteerd met unieke angsten en zijn vatbaar voor gevoel van machteloosheid; moeten omgaan met erosie van religeuze waarden
- consequentie: verlies van echte emotionele reacties op onze ervaringen
- oplossing: leren omgaan met tegenstelling in leven
- optimaal welbevinden: integratie van alle aspecten van persoonlijkheid gebaseert op een bereidheid om jezelf open te stellen voor alle aspecten van het leven en een identiteit te vormen
- uitkomst: betekenis, niet geluk of zelfvertrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Victor Frankl
- existentialistisch denker

A
  • jonge psychiater gevangen in concentratiekamp
  • zoektocht naar betekenis in leven je primaire drive
  • is meer dan vinden van een confortabel belief systeem
  • er is neit iets zoals een ‘juiste’ of beste betekenis die iemand aan het leven kan geven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Positieve psychologie 2.0
- existentialistisch

A
  • respons op focus op hedonisme
  • sual-system model van welbevinden
  • tragisch optimisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Dual-system model van welbevinden

A

Positive: good living conditions, health, attitudes and resources lead to self-determination, congruent coping and flexibitlity. -> well-being actualization, virtue, benefits to society
Negative: bad living conditions, health, attitudes and resources lead to acceptance, endurance, transcendendce. -> wisdom, humility growth, maturity patentce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Tragisch optimisme
Optimistisch blijven, maar tegelijkertijd onvermijdelijke pijn in leven toestaan
26
Walt Whitman - authenticiteit
Whatever satisfies the soul is truth
27
Frederick Douglas - authenticiteit
I prefer to be true to myself, even at the hazard of incurring the ridicule of others, rather than to be false, and to incur my own abhorrence = eerlijke presentatie van jezelf aan anderen = innerlijke psychologisch proces gerelateerd aan persoonlijke groei
28
Innerlijke psychologisch proces gerelateerd aan persoonlijke groei
Vermogen om je eigen psychologische ervaringen te herkennen en hier verantwoordelijkheid voor te nemen - bewustzijn (kennis over motiveren) - unbiased processing (jezelf zien zonder bias) - gedrag (handel overeenkomstig met je waarden) - relationele oriëntatie (streef naar eerlijkheid, betrouwbaarheid in relaties)
29
Zelf-determinatie theorie
Ware zelf wordt bereikt door activiteiten die 3 basisbehoeften stimuleren - competence - autonomie - relatedness --> nastreven van doelen die meer betekenisvol, meer geintegreerd zijn met ware zelf en meer autonoom zijn -> verhoogt welbevinden
30
Competence
Behoefte om effectief te zijn in omgaan met omgeving
31
Autonomie
Behoefte om richting van leven te controleren
32
Relatedness
Behoefte om intime, liefhebbende relaties te hebben
33
Zelf-actualiserende neiging - Carl Rogers (fully functioning person)
We hebben een aangeboren behoefte om ons potentieel te onwikkelen - in juiste omstandigheden zullen we potentieel proberen te bereiken - vaak verliezen we connectie met aangeboren impulsen voor conditionele acceptatie van anderen
34
Criteria voor fully functioning person
- openheid voor ervaring - existentieel leven: voorkeur voor leven in het moment - vertrouwen in eigen organismic ervaringen: in instincten en intuïtie --> resulteert in een gevoel van vrijheid en verhoogde creativiteit
35
Self-conconrdance
Hoge congruentie tussen iemands persoonlijkheid en doelen - hoge score hebben het gevoel doelen na te streven, omdat doelen passen bij interesses - goede fit tussen waardes en doelen is gerelateerd aan hoger welbevinden
36
Zelf-actualisatie
Volledig gebruik van exploitatie van talenten, capaciteiten en potentiëlen - niet een staat, maar voortdurend proces - na enige levenservaring 1% van de US volwassenen populatie - Maslow's hierarchie
37
Maslow's heirarchie van behoeften
Driehoek van onder naar boven: - Physiologische needs - veiligheid - liefde - esteem - zelf-actualisatie
38
Zelf actualiserende mensen:
- worden meer gedreven door being-behoeften dan door deficiency-behoeften - bereidheid om veiligheid op te even voor mogelijke groei die kan ontstaan door omarmen van nieuwe uitdaging
39
Modellen van levensloopontwikkeling
1. Stage (fase) of groei-modellen 2. lifespan modellen 3. life-course modellen
40
Stage (fase) of groei-modellen - Erikson's 8 fases van psychosociale ontwikkeling
- elke fase bevat een crisis die behaald moet worden - succesvolle oplossing --> ontwikkeling van een specifieke deugd
41
Lifespan modellen - continu process van aanpassing
Positive youth development - eerdere conceptualisatie: storm en stress - huidige conceptualisatie: psitive youth development (Lerner): een proces dat de 5 C's bevodert (competence, confidence, connection, character, caring/compassion) --> jeugd heeft middelen ontwikkeld en gevoel kunnen worden --> ze hebben positieve karaktertrekken die hen helpen te floreren
42
Life-course modellen (levensfases met specifieke rolvereisten)
Dual-process mode Brandstätter - Normatieve levensgebeurtenissen - Niet-normatieve levensgebeurtenissen
43
Normatieve levensgebeurtenissen
Leeftijdsbepaald: gelijk voor mensen in specifieke leeftijdsgroep. Start werken huwelijk en ouderschap bijv. - aanpassing leidt tot assimilatie: geen grote aanpassing nodig in doelen, assumpties of identiteit
44
Niet-normatieve gebeurtenissen
Ongebruikelijke gebeurtenissen die grote impact hebben. Ziekte, financiele crisis, ongelijkheid etc. - aanpassing leidt tot accomodatie: vereist dat we doelen, assumpties of identieit veranderen
45
3 routes naar positieve ontwikkeling - Ryffs
Achievers: competent en generatief, geïntefreerde identiteit Conversers: competent, maar conventioneel (minder open), comfortabel met identiteit Seekers: open, hoog op wijsheid, niet geaccepteerde conventionele identieti - depleted: onopgeloste emotionele moeilijkheden
46
Affect optimisatie
De neiging om positeve emoties te maximaliseren en negatieve emoties te minimaliseren
47
Affect complexiteit
Positieve en negatieve emoties in cognitief-emotionele schema's schillen, die flexibel en geïntegreerd zijn
48
Verschillende emotieregulatiestijlen
- Self-protective - integrated - dysregulated - complex
49
Self-protective emotieregulatie
Positieve emoties en lage emotionele complexiteit: verdediginsmechanisme
50
Integrated emotieregulatie
Veel positieve emoties en hoge emotionele complexiteit
51
Dysregulated emotieregulatie
Weinig positieve emoties en weinig emotionele complexiteit
52
Complexe emotieregulatie
Gemiddelde positieve emoties en hoge emotionele complexiteit
53
Resilience
Veerkracht --> succesvol omgaan met tegenslag - benefit finding - post-traumatische groei
54
Benefit finding
Veel voorkomende, maar mogelijk tijdelijke aanpassing aan tegenslag
55
Post-traumatische groei
Significante verandering in levensdoelen, gevoel van identiteit en levensverhaal (life narrative)
56
Resilience in kinderen
Assumptie: slechte familieomgeving leidt tot maladaptieve persoonlijkheidsontwikkeling in volwassenheid - slechte omgeving =/= psychologische problemen - leren aanpassen
57
Resilience kenmerken binnen kind
- emotioneel loskomen van ouder en surrogaat zorgzame ouder zoeken - goede sociale en communicatieve vaardigheden en min. 1 vriend - creatieve uilaatklep - optimistische, interne locus van controle - religieuze overtuigingen die betekenis geven
58
Kenmerken resilience jongens
- huishouden met duidelijke structuren en regels - mannelijke rolmodel - stimulering van emotionele expressie
59
Kenmerken resilience meisjes
- huidhouden dat risico nemen en onafhankelijkheid benadrukt - betrouwbare steun van oudere vrouw - moeder die een stabiele baan heeft
60
Resilience in volwassenheid
Hoe worden volwassenen veerkrachtig en hoe kunnen ze post-traumatische groei stimuleren? - hardiness - sense of coherence model (veerkracht en gezondheid)
61
Sense of coherence model - Antonovsky
Unieke set van persoonlijkheidstrekken die een levensoriëntatie creëren die mensen in staat stelt om levensstressoren op een positieve en adaptieve manier te interpreteren - comprehensible (structured, predictable en explainable) - manageable (resources are available) - meaningful (fits with sense of self)