HC.6 Botaanleg, remodelling en reparatie Flashcards

(31 cards)

1
Q

Welke soorten botvorming zijn er?

A
  • Desmale (membraneuze) verbening
  • Enchondrale verbening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor is Desmale verbening?

A

Platte beenderen: schedel, heup en schouderblad.
Ook voor breedtegroei van pijpbeenderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor is enchondrale verbening?

A

Verantwoordelijk voor lengtegroei van pijp beenderen via epifysairschijf. Er ontstaat bot uit kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke zones bij enchondrale verbening?

A
  1. Rustzone
  2. Proliferatie zone
  3. Hypertrofische zone: bot zwelt op
  4. Ossificatiezone: vanuit kraakbeenzone wordt het weefsel gecalcifiseerd waarna er ossificatie optreed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil in groei bij desmale verbening tov enchondrale?

A

Bij desmale verbening is er geen tussentap van kraakbeen, onrijpe stamcellen differentiëren direct naar osteoblasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is botweefsel eigenlijk?

A

Gewoon gedifferentieerde vorm van bindweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke bouwstenen heeft bot?

A

 Osteoblasten
 Osteocyten
 Osteoclasten

Daarnaast botmatrix en calcium kristallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat osteoblast?

A

Door differentiatie van mesenchymale stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functie van Osteoblast?

A

Productie van osteoid : ongemineraliseerde bot matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij mineralisatie?

A

Apatiet of hydroxyapatiet kristallen worden ingebouwd (dit maakt het bot hard)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan je histologisch actieve osteoblasten herkennen?

A

Inactieve osteoblaste zijn plat en een stuk kleiner. Actief zijn ze veel kubischer en meer rechthoekig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangrijkste van Osteoïd!!

A

Het is ongemineraliseerde bot matrix

  1. maximaal 2% van het botvolume
  2. maximaal 20% van het botoppervlak

Als dit afwijkend is kan er osteomalacie zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op welke manieren kan dit mineralisatie proces klinisch relevant zijn?

A

 Radionucleotiden (Tc) – nucleaire geneeskunde
 Tetracycline – pathologie
 Metaal-geinduceerde osteomalacie

Je kan gewoon dingen mee laten inbouwen in het bot en dit gebruiken voor diagnostiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een osteocyt?

A

Gematureerde osteoblast die is ingevangen in osteoid. Ze spelen een rol bij mechanotransductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit ontstaan osteoclasten?

A

Hematopoëtische stamcel (monocytaire reeks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doen osteoclasten?

A

Botmatrix afbreken.

16
Q

Belangrijke receptor die osteoclasten reguleert?

A

Rank-receptor: als rank bind wordt de osteoclast geactiveerd.

Met medicijnen kan je dit remmen

17
Q

Wat is remodeling?

A

Vervanging/ omvorming van bot gedurende leven

18
Q

Wat doet calcitonine en waar wordt het geproduceerd?

A

In C-cellen van schildklier, remt osteoclast activiteit

19
Q

Wat doet PTH?

A

Het remt direct de osteoblast activiteit. Echter als een osteoblast PTH bindt gaat het IL-6 en IL-11 produceren, die naastgelegen osteoclasten activeren (indirect effect)

20
Q

Wat is dus het beeld bij hyperparathyreoïdie?

A

Toename botafbraak, verhoogd calcium in bloed

21
Q

Hoe kan je eerdere remodeling zones onderscheiden histologisch?

A

Je ziet cementlijnen/kitlijnen

22
Q

Probleem bij Morbus Paget?

A

Sterk verhoogde bot remodeling. Histologisch zie je veel kitlijnen.

22
Q

Welke fases heb je bij factuurgenezing?

A
  1. Vorming hematoom (<12 uur)
  2. Vorming granulatieweefsel (>48 uur): Fibroblasten vormen aan rand van hematoom granulatieweefsel. Macrofagen halen bloedpigmenten en dood bot weg.
  3. Intramembraneuze en enchondrale ossificatie (1-4 weken): er ontstaat woven bot
  4. Remodeling (>4 weken): ombouw van woven bot naar lamellair bot.
23
Hoe kan je botweefsel in kleine stukjes krijgen om te onderzoeken?
1. ontkalking (met azijnzuur of mierenzuur) 2. Inbedden in plastic (zonder ontkalking)
23
Welke manieren kan je gebruiken om botweefsel te verkrijgen voor pathologisch onderzoek?
 Crista biopt (hematologisch, metabool)  Jamshidi biopt (bottumor)  Excochleatie (bottumor, het bot uitschrapen)  Excisie/ resectie
24
Nadelen ontkalking?
Niet mogelijk om te zien hoe het bot mineraliseert. Dus je kan niet gebruiken om bijv osteomalacie te beoordelen.
25
Indicaties inbedden in plastic?
 metabole botziekte (calcificatie kan beoordeeld worden)  hematologische ziekte (optimaal cel detail)
26
Wanneer langzame mineralisatie en verdenking op osteomalacie?
Als je teveel osteoïd ziet.
27
Welke kleuring kan je gebruiken om mineralisatie te zien?
Goldner-kleuring
28
Aan het einde van het college is nog wat ingegaan op een aantal tumoren van bot en histologie daarachter. Check it out.
Leerdoelen college:  Student leert uit welke elementen bot is opgebouwd  Student leert het samenspel tussen bot-aanmaak en bot-afbraak  Student leert microscopische bewerkingstechnieken van bot  Student leert enkele van de meest voorkomende botziekten