HC.9: Biomechanica, houding en beweging Flashcards

(14 cards)

1
Q

Biomechanica

A

Biomechanica is de studie van structuur en functie van biologische systemen met methoden uit de kinematica, dynamica, statica en materiaalkunde
- Kinematica = Beschrijving van de beweging zonder op de oorzaak te letten
- Dynamica = Beschrijft verband tussen kracht en beweging
- Statica = Beperking tot systemen in rust
- Materiaalkunde = Relatie tussen kracht en vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functies van botten

A

Hoofdfunctie
- Bescherming
- Ondersteuning
- Beweging
- Aanhechting van spieren
- Aanmaak bloedcellen
Andere functies
- Schokabsorptie
- Geluidsoverdracht
- Geluidsisolatie
- Calcium opslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bot vormen

A

Corticaal bot
- Compact
- Minder rek (breekt eerder)
- Kan grotere spanning verdragen
Spongieus bot
- Sponsachtig
- Meer rek
- Kan grotere spanning verdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vezels die bijdragen aan stabiliteit in gewrichten

A

Gewrichtskapsel
Ligament
Pezen
Vorm van de botdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gewrichtskapsel

A

Houdt de botten bij elkaar
Mechanoreceptoren, propriocepsis
- Meestal aan het eind van een beweging
Beschermt het gewricht tegen abnormale bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ligamenten

A

Verbinding tussen botten
Beperken gewrichts-excursie
Geleiden de beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Pezen

A

Verbinding tussen spier en bot
Doorgeven van krachten
Propriocepsis (kracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bindweefsels

A

Drie typen vezels
- Collageenvezels → sterkte en stijfheid
- Elastische vezels → rekbaarheid onder belasting
- Reticulaire vezels → volume/vorm
Gedrag onder belasting van het weefsel wordt bepaald door
- Oriëntatie van de vezels
- Eigenschappen collagene en elastische vezels
- Verhouding collagene en elastische vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken platgewricht

A

Geschikt voor compressie
Ongeschikt voor dwarskrachten/afschuiving
Weinig draaibaar
Geschikt voor grote buigende momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken bolgewricht

A

Minder geschikt voor buigend moment
Gewoonlijk zeer draaibaar
Geschikt voor grote dwarskrachten
Mobilisatie door buigend moment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Soorten krachten in ons lichaam

A

Compressiekracht = De kracht wanneer een object wordt samengedrukt
Trekkracht = De kracht wanneer een object wordt uitgerekt
Afschuifkracht = De kracht wanneer twee oppervlakken langs elkaar schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Moment

A

Een maat voor het rotatie-effect van een kracht
Wordt uitgevoerd door een kracht op een afstand van een rotatiepunt
- M = F x d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vrijlichaamsdiagram

A

Een grafisch middelen om de krachten en momenten op een lichaam te analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Opstellen van een vrijlichaamsdiagram

A

Definieer een coördinaat systeem
Snij denkbeeldig op die plaats waar je de krachten wilt weten
Teken de belasting die van buitenaf werkt op het losgesneden deel
Zoek tegengesteld gerichte reactiekrachten (meestal op de benige structuren)
Bepaal of alle krachten een moment leveren en of dat moment linksom of rechtsom draaiend is
Zoek de spierkrachten die het totale moment gelijk aan nul maken
De grootte van de spierkracht volgt uit de evenwichtsvergelijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly