Het Ademhalingsstelsel Flashcards

(8 cards)

1
Q

Geef de 5 basisfuncties van het ademhalingsstelsel

A

1) verplaatsing lucht -> gaswisselingsopp in de longen ( continue toevoer 02 en afvoer C02)
2) vormt opp voor gaswissel tussen lucht en circulerend bloed
3) beschermt alveolaire opp tegen uitdroging/ T veranderingen en tegen ziekteverwekkers
4) vormt geluid
5) bevordert reukzin ( door lucht te vervoeren langs reukcellen in de neus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is en hoe verloopt ventilatie?

A

= verplaatsing van lucht in richting van laagste druk ( IN = ruimte longen groot -> druk kleiner dan buiten lich / UIT = vv)

Kan op 2 manieren:

1) contractie diafragma (onderzijde longen hangt vast aan longvlies/pleura en wordt naar beneden getrokken door afplatten van spier hierdoor ruimte in longen groter en vice versa door elasticiteit van het diafragma)
2) door kantelen van borstbeen en ribben ( = emmerhengselbeweging) ( hulp ademhalingsspieren voor inademen trekken sternum en ribben naar boven hierdoor ruimte groter en bij ontspanning keren terug door elasticiteit / HAHS voor uitademen doen omgekeerde en bij ontspanning wordt de ruimte groter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil in ventilatie tussen rust en inspanning?

A

IN:

Rust = enkel diafragma ( vult tot 75%)
Inspanning = rust + HAHS voor in en elast HAHS voor uit

UIT:

Rust = elast diafragma en longweefsel
Inspanning = rust + HAHS voor uit en elast HAHS voor in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de 6 adem volumes en duidt aan op grafiek en hoe worden ze berekent?

A

1) AV/ TV ( ademvolume/ tidal volume) = hoeveel lucht/AHcyclus in rust ( +-500ml)
2) IRV ( inspiratoir reservevolume) = hoeveel lucht - AV kan worden ingeademd ( +- 3300ml/1900ml m/v)
3) ERV ( expiratory reservevolume) = hoeveel lucht die aan einde AHcyclus in rust kan worden uitgeblazen (+- 1000ml)
4) VC ( Vitale capaciteit) = TV + IRV + ERV
5) ESW ( 1 sec waarde) = hoeveel lucht (na max in) in eerste sec kan worden uitgeblazen
6) Tiffenauindex = % van VC dat persoon kan uitademen in eerste sec ( ESW/VC x 100)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is externe en interne respiratie?

A

EX = alle processen thv alveoli betrokken bij uitwissel 02 en C02 tussen buitenlucht en bloed longcapillairen

IN = uitwiss van 02 en C02 tussen bloed in lich cap en elke individuele cel in lich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 2 manieren van transport 02 en 3 manieren van transport C02 in bloed?

A

02:

98,5% gebonden aan Hb van de erytrocyten + 1,5% opgelost in arterieel bloedplasma

C02:

23% gebonden aan Hb + 7% opgelost in bloedplasma + 70% via vorming koolzuur die uiteenvalt in H-ion en Waterstofcarbonaat of bicarbonaat ion ( C02 + H20 <-> H2C03 <-> (H+) + (HC03-))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de regeling van de ademhaling?

A

PLAATSELIJK = regeling bloedstroom en luchttoevoer

  • door perifeer weefsel ( capillairen vasodilatatie/constrictie)
  • door long ( bronchiolen verwijden en versmallen en capillairen vasodil/const)

DOOR CENTRA IN DE HERSENEN = regeling van snelheid en diepte AH door aansturen diafragma en HAHS

  • onbewust reflectorisch via AH reflexen door sens info vanuit receptoren
  • bewust vanuit hogere centra in cortex van cerebrum ( of limbisch systeem en hypothalamus) via AH centra van de pons en door aansturing of onderdrukking AH spieren ( kan ook onbewust bij centra betrokken bij woede, eten, opwinding)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek de receptoren betrokken bij reflectorische regeling van de ademhaling

A

MECHANORECEPTOREN: ( NIET BIJ NORMALE RUST AH)

  • Inademinsreflex = voorkomt dat longen tijdens geforceerd AH niet te veel worden uitgetrokken ( rekreceptoren worden geprikkeld -> sens vezels via N vagus -> AH centra -> inademing stopt vlak voor max vol bereikt
  • uitademingsreflex = voorkomt longen samengedrukt worden

CHEMORECEPTOREN: reageren op chemische verandering in bloed en in CSV waarbij prikkel diepte en snelheid AH verandert

Centra in glomus caroticum of aorticum gevoelig voor pH, pC02, p02 in arterieel bloed
Receptoren in medulla oblongata gevoelig voor pH, pC02 in CSV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly