hfdstk 1 Flashcards
(42 cards)
1
Q
de naam
A
der Name- die Namen
2
Q
het adres
A
die adresse [v]- die Adressen
3
Q
het e-mail adress
A
die e-mail-adresse
4
Q
de straat
A
die Straße- die Straßen
5
Q
het telefoonnummer
A
die Telefonnummer[v]- die Telefonnummern[v]
6
Q
het jaar
A
das Jahr- die Jahre[onzijdig]
7
Q
Duitsland
A
Deutshland
8
Q
Nederland
A
die Niederlande
9
Q
oostenrijk
A
Österreich
10
Q
Zwitserland
A
die Scheiz
11
Q
heten
A
heißen
12
Q
komen
A
kommen
13
Q
wonen
A
whonen
14
Q
zijn
A
sein
15
Q
oud
A
alt
16
Q
uit
A
au
17
Q
hoe
A
wie
18
Q
waar
A
wo
19
Q
waarvandaan
A
wohor
20
Q
wat
A
was
21
Q
wie
A
wer
22
Q
nul
A
null
23
Q
één
A
eins
24
Q
twee
A
zwei
25
drie
drei
26
vier
vier
27
vijf
fünf
28
zes
zechs
29
zeven
sieben
30
aht
acht
31
negen
neun
32
tien
zhen
33
elf
elf
34
twaalf
twölf
35
dertien
dreizehn
36
veertien
vierzehn
37
vijftien
fünfzehn
38
zestien
sechzehn
39
zeventien
siebzehn
40
achttien
achtzehn
41
negentien
neunzehn
42
twintig
zwanzig
