HO 3: Informatievaardigheden Flashcards

(7 cards)

1
Q

Waarom is het belangrijk om sterke informatievaardigheden te hebben?

A

Manier waarop info wordt gezocht wordt heeft veel invloed op kwaliteit van bevindingen, Bv als beperkte strategie ervoor zorgt dat een specifieke mening meer aanbod komt is grotere kans op bias en als dit vertaald wordt naar de praktijk kan dit ervoor zorgen dat niet de beste evidentie toegepast wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene opbouw zoekstrategie
1. Analayseren van onderwerp, hoe?

A

Achtergrond lezen
-overzicht creeëren voor wat gekend is over onderwerp

Identificatie van belangrijke termen

Specificeer onderwerp genoeg
Vb. Lelijke limburgers => Lelijke inwoner Heusden-Zolder => Michiel (zo specifiek mogelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemene opbouw zoekstrategie
2. Concepten identificeren, hoe?

Wat is FOREST log schema?

A

onderzoeksvraag analyseren en concepten hier uit halen. Gebruik van PICO kan helpen

Bv “Wat is het effect van wondzorg met fysiologisch water tegenover wondzorg met leidingswater
op de prevalentie van wondinfecties bij volwassen patiënten met een wonde”
❖ Concept 1: fysiologisch water of saline
❖ Concept 2: Kraantjeswater of tap water
❖ Concept 3: Wondzorg

FOrms => vormen/varianten
RElated terms => woorden in verbinding met concept, wijzen nr zelfde populatie
Synonymous Terms => synoniemen

Weetje:
Bij literatuur vallen de C&O vaak weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Algemene opbouw zoekstrategie
2. Concepten identificeren
Leg termen uit

Ladder of generalization
Frasen
Truncaties en wildcards
Boleaanse operatoren
Proximity operatoren
Voorrangsregels operatoren

A

Ladder of generalization: concept ligt ergens op Continuüm van breedt tot specifiek

Frasen(‘/“/-): gebruik hiervan kan databank duidelijk maken wat je wil zoeken Bv.: autistische Thibaut => zoekt alles over autisme en alles over Thibaut => als je “autistische Thibaut” gebruikt => krijgen we alleen resultaten over autistische Thibaut ( de onze)

Truncaties en wildcards: meestal met * bv. Downhoofd* => ook Downhoofden, ook handig bij Engelse vs amerikaanse speling => Defen*e = Defense en Defence (Trucatie in midden van woord kan NIET in pubmed)

Boleaanse operatoren: AND/OR/NOT

Proximity operatoren: NEXT/n, NEAR/n => geeft aan hoe dicht woorden bij elkaar moeten staan of na eerste woord moeten komen

Voorrangsregels operatoren: elke databank wat anders beste manier van werken. Per concept alles binnen () zetten en dan met AND verbinden aan volgend concept en zo voort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Soorten databanken (3) en vb

A
  1. Bibliografische databanken: referentiegegevens artikelen van wetenschappelijke tijdschriften
    Vb: Pubmed, CINHAHL, Embase
  2. Citatiebanken: referentiegegevens maar ook relaties tussen referenties (wie citeert wie)
    Vb: Scopus, Web of Science
  3. Catalogus: Bundelt verschillende databanken en bronnen van literatuur
    Vb. Limo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CHINAHL

A

Bibliografische databank specifiek voor verpleegkundige en andere paramedische artikels, ook meer kwalitatieve hits dan Pubmed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Grijze literatuur

A

Literatuur die verspreid is door niet erkende uitgevers en boekhandelaars, moeilijk te traceren

Vaak rapporten van overheidsinstanties, in andere taal
=> vaak wel zeer nuttig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly