Hoofdstuk 1 Flashcards
(51 cards)
Actief transport
transport waar energie voor nodig is
aquaporines
speciale eiwitten in het celmembraan waar water moleculen doorheen kunnen
ATP
adenosinetrifosfaat energie rijk molecuul
beschrijvend onderzoek
onderzoeker verzamelt observaties en trekt daar uit een conclusie
Bindweefsel
cellen die vorm en steun geven aan organen en organismes
biosfeer
alle ecosystemen op aarde systeem aarde
celmembraan
dun laagje vlies bestaat uit 2 lagen fosfolipiden
celwand
stevige rand om de cel heen bestaat uit cellulose is geen onderdeel van de cel
chlorofyl
de groene kleurstof in bladgroenkorrels; deze eiwitten zijn betrokken bij de fotosynthese
chloroplasten
bladgroenkorrels hier vind fotosynthese plaats
cholesterol
tot de sterolen behorende vetagtiche stof komt voor in de meeste dierlijke weefsel en lichamelijke vloeistoffen bestanddeel dierlijke celmembraan
chromoplasten
kleurstoffenkorrels in planten
chromosoom
bevat het DNA en genen van de cel
concentratie
de hoeveelheid opgeloste stof
controlegroep
een controlegroep is bij wetenschappelijk onderzoek naar de werking of het effect van een bepaalde ‘interventie’ een groep met dezelfde kenmerken als de groep waarbij de interventie wordt verricht, maar waarbij de interventie niet wordt verricht. Op deze manier kan worden uitgesloten dat een waargenomen effect niet te wijten is aan spontane veranderingen.
cyptoplasma
een stroperige vloeistof in de cel bevat opgeloste stoffen en organellen samen met water
cytoskelet
een netwerk van vezelige eiwitten die vorm geven en vervoerd stoffen en organellen
ecosysteem
min of meer begrensd gebied met bepaalde eigenschappen waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen
emergente eigenschappen
op elk hoger organisatie niveau verschijnen nieuwe eigenschappen
endocytose
het afsnoeren van blaasjes door het celmembraan om stoffen in de cel op te nemen
endoplasmatisch reticulum
ingewikkeld netwerk van dubbele membranen werd als transport kanalen
endosoom
een blaasje dat zich afsnoert door het celmembraan om stoffen op te nemen in cellen
enzymen
eiwitten die chemische reacties versnellen
epitheel
dekweefsel