Hoofdstuk 1 Flashcards

(7 cards)

1
Q

Wat is het encefalisatiequotiënt? (EQ)

A

Feitelijk hersengewicht / verwacht hersengewicht op basis van lichaamsgewicht, hoe hoger het verschil tussen deze twee, hoe intelligenter het dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 verklaringen waarom ons brein zo groot is geworden

A
  1. Leefwijze: sociale groepsgrootte, koken op vuur (meer tijd voor verrijkende activiteiten)
  2. Efficiënte koeling: meer pk, hoog metabolisme
  3. Neotenie: eigenschappen uit juviniele fase van voorouders blijven behouden, kunnen blijven leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke correlatie is er tussen de grootte van het zenuwstelsel en het gedrag?

A

Hoe groter het zenuwstelsel, hoe meer gedrag aangeleerd kan worden en hoe complexer het kan zijn (over het algemeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is gedrag?

A

Meetbare en waarneembare reactie op interne/externe stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het centrale zenuwstelsel (CZS)?

A

De hersenen en het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fylogenetische ontwikkeling

A

Ontwikkeling van een lagere diersoort naar een hogere diersoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontogenetische ontwikkeling

A

Ontwikkeling van een mens uit sperma en een eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly