Hoofdstuk 3 Flashcards
(11 cards)
Drie algemene soorten neuronen
- Input (lange dendrieten, korte axon, dendrieten + cellichaam BUITEN czs, axon BINNEN czs)
- Associatie (korte dendrieten, korte axon, alles BINNEN czs)
- Output (korte dendrieten, lange axon, dendrieten + cellichaam BINNEN czs, axon BUITEN czs)
Ependymcellen
Gliacel, productie cerebrospinale vloeistof
Astrocyten
Gliacel, bloed-hersenbarriere
Microgliacellen
Gliacel, verdedigingscellen, ontstaan in bloed als onderdeel van imuunsysteem
Oligodendrogliacellen
Axon isolatie, myeliniseren axonen van neuronen, BINNEN czs
Schwann cellen
Myeliniseren axonen van neuronen BUITEN czs, stimuleren aangroei axonen na beschadiging (kan alleen in PZS)
Interne structuur van een (zenuw)cel
- Celmembraan
- Nucleus»_space;> celkern, bevat chromosomen (genen)
- Nucleair membraan»_space;> membraan om nucleus
- Endoplasmatisch reticulum»_space;> verzameld eiwitten
- Golgi apparaat»_space;> verpakt eiwitten en verstuurd ze
- Microtubuli»_space;> vormen transportnetwerk
Celmembraan
Bestaat uit 2 lagen fosfolipide moleculen:
- Kop: fosfaatgroep = hydrofiel
- Staart: vetzuur (lipide) = hydrofoob
DNA (deoxyribonucleic acid)
Opgebouwd uit chemische bouwstenen, zogeheten nucleotides die uit 3 onderdelen bestaan:
1. Fosfaat groep(en)
2. Pentose (suiker)
3. Een van de nucleobasenD
De 4 nucleobasen
Adenine (A), Cytosine (C), Guanine (G), Thymine (T)
‘Basis’ van gedrag
Basen > aminozuren > peptiden > eiwitten > cellen > gedrag