Hoofdstuk 3 Flashcards

(11 cards)

1
Q

Drie algemene soorten neuronen

A
  1. Input (lange dendrieten, korte axon, dendrieten + cellichaam BUITEN czs, axon BINNEN czs)
  2. Associatie (korte dendrieten, korte axon, alles BINNEN czs)
  3. Output (korte dendrieten, lange axon, dendrieten + cellichaam BINNEN czs, axon BUITEN czs)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ependymcellen

A

Gliacel, productie cerebrospinale vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Astrocyten

A

Gliacel, bloed-hersenbarriere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Microgliacellen

A

Gliacel, verdedigingscellen, ontstaan in bloed als onderdeel van imuunsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oligodendrogliacellen

A

Axon isolatie, myeliniseren axonen van neuronen, BINNEN czs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schwann cellen

A

Myeliniseren axonen van neuronen BUITEN czs, stimuleren aangroei axonen na beschadiging (kan alleen in PZS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Interne structuur van een (zenuw)cel

A
  • Celmembraan
  • Nucleus&raquo_space;> celkern, bevat chromosomen (genen)
  • Nucleair membraan&raquo_space;> membraan om nucleus
  • Endoplasmatisch reticulum&raquo_space;> verzameld eiwitten
  • Golgi apparaat&raquo_space;> verpakt eiwitten en verstuurd ze
  • Microtubuli&raquo_space;> vormen transportnetwerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Celmembraan

A

Bestaat uit 2 lagen fosfolipide moleculen:
- Kop: fosfaatgroep = hydrofiel
- Staart: vetzuur (lipide) = hydrofoob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

DNA (deoxyribonucleic acid)

A

Opgebouwd uit chemische bouwstenen, zogeheten nucleotides die uit 3 onderdelen bestaan:
1. Fosfaat groep(en)
2. Pentose (suiker)
3. Een van de nucleobasenD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De 4 nucleobasen

A

Adenine (A), Cytosine (C), Guanine (G), Thymine (T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

‘Basis’ van gedrag

A

Basen > aminozuren > peptiden > eiwitten > cellen > gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly