Hoofdstuk 1 Woordenlijst | Welkom Flashcards
(74 cards)
1
Q
welkom
A
welcome (to)
2
Q
geodemorgen
A
good morning
3
Q
allemaal
A
everyone
4
Q
de cursus
A
course
5
Q
de
A
the
6
Q
Nederlands
A
dutch
7
Q
de docent
A
teacher
8
Q
docenten (docent)
A
teachers
9
Q
andere
A
other
10
Q
geeft les (lesgeven)
A
teaches
11
Q
dagen
A
days
12
Q
beginnen
A
begin/ start
13
Q
kennismaken
A
get to know
14
Q
wie
A
who
15
Q
ben (zijn)
A
are
16
Q
jij
A
you
17
Q
wat
A
what
18
Q
jouw
A
your (singular)
19
Q
de naam
A
name
20
Q
mijn
A
my
21
Q
dag
A
hello
22
Q
je
A
your (singular)
23
Q
de naam
A
name
24
Q
de voornaam
A
first name
25
de achternaam
surname
26
uit
from
27
welk
which
28
het land
country
29
kome (komen)
come
30
de buurman
neighbour
31
van
of
32
hoe
how (what)
33
hoe heet jij?
what's your name
34
heet (heten)
is called
35
waar... vandaan
where...from
36
waar
where
37
woon (wonen)
live
38
nu
now
39
in
in
40
het adres
address
41
op
on
42
het nummer
number
43
het antwoord
answer
44
nee
no
45
de postcode
post code
46
u
you (formal)
47
mevrouw
Ms / Mrs
48
woont (wonen)
live
49
ook
also
50
zeg / zeggen
call (say)
51
maar
but (just)
52
hoor
(for friendliness, usually not translated)
53
ja
yes
54
hier
here
55
al
already
56
het jaar
yearo
57
oke'
okay
58
gaan verder (verdergaan)
go on (continue)
59
de les
lesson
60
heeft (hebben)
has
61
iedereen
everyone
62
het boek
book
63
het
the
64
de tekst
text
65
de bladzijde
page
66
luisteren
listen
67
naar
to
68
lezen
read
69
stoppen
stop
70
even
for a moment
71
het is
it is
72
de pauze
break
73
tot straks
see you later
74
straks
soon / later
