Hoofdstuk 8 Woordenlijst | Bij de makelaar Flashcards
(67 cards)
1
Q
de makelaar
A
real estate agent
2
Q
de woonruimte
A
accomodation/ somewhere to live
3
Q
mezelf
A
myself
4
Q
de vriend
A
(boy)friend
5
Q
samenwonen
A
live together
6
Q
bepaald
A
certain
7
Q
de woning
A
house
8
Q
de bovenwoning
A
upstairs
9
Q
het apartement
A
apartment
10
Q
mogelijkheden (mogelijkheid)
A
possibilities/ options
11
Q
zie (zien)
A
see
12
Q
het formulier
A
form
13
Q
maximale (maximaal)
A
maximum
14
Q
de huurprijs
A
rent
15
Q
huren
A
rent
16
Q
laten zien
A
show
17
Q
de computer
A
computer
18
Q
derde
A
third
19
Q
de verdieping
A
floor / story
20
Q
oude (oud)
A
old
21
Q
de buurt
A
neighbourhood
22
Q
ver
A
far
23
Q
het centrum
A
city centre
24
Q
dicht bij
A
close to
25
het park
park
26
de woonkamer
living room
27
de vierkant meter
square meter
28
vierkante
square
29
de meter
metre
30
open
open
31
keuken
kitchen
32
ruime (ruim)
spacious
33
slaapkamers (de slaapkamer)
bedroom
34
het balkon
balcony
35
het western
west
36
de gang
passage(way)
37
de wc
toilet
38
eenvoudige (eenvoudig)
simple
39
de badkamer
bathroom
40
de douche
shower
41
hoeven
need
42
het bad
bath
43
gebruiken
use
44
geschikte (geschikt)
suitable
45
huizen (het huis)
houses
46
te huur
to let
47
huur (huren)
to rent
48
het huisje (het huis)
house
49
want
because
50
verhuren
to let out
51
gemeubileerd
furnished
52
kasten (de kast)
cupboards
53
bedden (het bed)
bed
54
stoelen (de stoel)
chairs
55
het bureau
desk
56
de bank
sofa/ couch
57
het voordeel
advantage
58
niets
nothing
59
zonnige (zonnig)
sunny
60
de kamer
living room
61
benedenwoning
ground-floor flat
62
dat lijkt me fantastisch
that sounds great
63
waar
true
64
overleggen
discuss
65
bel (bellen)
phone
66
zo snel mogelijk
as soon as possible
67
nieuwe (nieuw)
new
