Hoofdstuk 11 - Fysieke en cognitieve ontwikkeling in de adolescentie Flashcards

(26 cards)

1
Q

Wat is de PUBERTEIT?

A

Een reeks biologische gebeurtenissen die leiden tot:

  • Volwassen gestalte
  • Seksuele rijpheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ADOLESCENTIE?

A

De volledige overgang tussen kindertijd en volwassenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stelt het BIOLOGISCH perspectief?

A

Puberteit ontstaat door hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat stelt het SOCIAAL perspectief?

A

De puberteit kent culturele invloeden: niet in elke cultuur verloopt de adolescentie zo turbulent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor wordt het SLAAPPATROON van ADOLESCENTEN verstoord?

A
  • Door de biologie (melatonine)

- Door gewoonten en sociale ontwikkeling (TV, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de GEVOLGEN voor gebrek aan slaap?

A
  • Slechtere schoolresultaten
  • Humeurigheid
  • Risicogedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de OORZAKEN van INDIVIDUELE verschillen in de puberteit?

A
  • Erfelijkheid
  • Voeding, lichaamsbeweging
  • SES
  • Etnische groep
  • Ervaringen in het gezin
  • Seculaire trend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de VERKLARING voor HUMEURIGHEID bij adolescenten?

A
  • Adolescenten vertonen meer negatieve stemmingen maar kennen ook meer negatieve gebeurtenissen en reageren daar heftiger op
  • Gevoelens zijn minder stabiel tijdens volwassenheid: maar komen ook vaker van de ene situatie in de andere terecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke METHODE werd gebruikt bij het onderzoek naar humeurigheid? LEG OOK UIT

A

De Experience Sampling method

Adolescenten worden een week gevolgd en moeten 3x per dag een vragenlijst invullen bij het horen van een beeper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van een VROEGE puberteit bij JONGENS

A
  • Populariteit
  • Zelfvertrouwen
  • Positief lichaamsbeeld
  • Onafhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de gevolgen van een VROEGE puberteit bij MEISJES?

A
  • Niet populair
  • Teruggetrokken
  • Weinig vertrouwen
  • Meer deviant gedrag
  • Negatief zelfbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de gevolgen van een LATE puberteit bij JONGENS

A
  • Niet populair
  • Angstig
  • Zoekt aandacht
  • Negatief lichaamsbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gevolgen van een LATE puberteit bij MEISJES?

A
  • Populair
  • Sociaal levendig
  • Positief lichaamsbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de gevolgen van het aansluiten bij OUDERE PEERS?

A

Zorgt voor vroeg contact met drugs, delinquentie en vroegtijdige seksuele ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de LANGE termijn gevolgen van aansluiting bij OUDERE PEERS?

A

Vooral bij vroegrijpende meisjes: stabiliteit in problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is HYPOTHETISCH DEDUCTIEF REDENEREN?

A
  • Hypotheses afleiden uit een algemene theorie
  • Denken als een wetenschapper
  • Hypotheses formuleren en omzetten in toetsbaar experimentele opzet
  • Slinger probleem
17
Q

Wat is PROPOSITIE-DENKEN?

A

De logica van verbale uitspraken evalueren

- Experiment met de poker chips

18
Q

Wat is DENKEN IN TERMEN VAN MOGELIJKHEDEN?

A
  • Denken over niet-waarneembare en niet-ervaren dingen

- Denken over zaken die anders kunnen zijn dan dat ze nu zijn

19
Q

Welke VOORUITGANG kennen we in de adolescentie?

A
  1. Aandacht
  2. Geheugenstrategieën worden efficiënter
  3. Kennis neemt toe
  4. Metacognitie breidt uit
  5. Cognitieve zelfreuglering
  6. Verwerkingscapaciteit: snelheid van denken
20
Q

Wat is WETENSCHAPPELIJK DENKEN?

A

Coördineren theorie en evidentie

21
Q

Hoe DENKEN adolescenten?

A

Ze gaan systematisch de mogelijkheden na, leggen verbanden en koppelen hypotheses terug aan de beschikbare evidentie

22
Q

Welke FACTOREN beïnvloeden het DENKEN?

A
  • Capaciteit van het WG
  • Ervaring met complexe problemen
  • Meta-cognitie vaardigheden
  • Openheid van geest
23
Q

Wat zijn de gevolgen van ABSTRACT DENKEN?

A
  • belust op discussie
  • idealisme en kritisch zijn
  • planning en beslissingen nemen:
    1. problemen bij nemen van alledaagse beslissingen
    2. intuïtie eerder dan ratio speelt nog vaak een rol
24
Q

Wat is het IMAGINAIR PUBLIEK?

A

De sterke focus op zichzelf leidt ertoe dat adolescenten het gevoel hebben dat iedereen ook op hen gefocust is

25
Wat is de PERSOONLIJKE LEGENDE?
Adolescenten nemen aan dan hun eigen gedachten en gevoelens uniek zijn, niemand heeft zich ooit zo gevoeld
26
Wat is RISICOGEDRAG?
De persoonlijke legende gaat vaak gepaard men een gevoel van onkwetsbaarheid: adolescenten zijn geneigd om risicovol gedrag te stellen dat volwassenen nooit zouden durven stellen