Hoofdstuk 3 Flashcards
(93 cards)
1
Q
de apotheek
A
the pharmacy
2
Q
het medicijn
A
the medicine
3
Q
het recept
A
the recipe
the prescription
4
Q
ziek
A
sick
ill
5
Q
achter ellaar
A
after each other
6
Q
bewaren
A
to keep
to store
7
Q
bijwerking, de
A
side effect
8
Q
blijven
A
to stay
9
Q
borstvoeding
A
breastfeeding
10
Q
dicht
A
closed
11
Q
de dosering
A
the dose
12
Q
droog
A
dry
13
Q
de druppel
A
the drops
14
Q
enkel(e)
A
only(a few)
15
Q
genessmiddel, het
A
medicine 💊
16
Q
hoofdpijn, de
A
the headache
17
Q
de koorts
A
feaver
18
Q
maximaal
A
maximum
19
Q
de neus
A
the nose
20
Q
ontstaan
A
to emerge
to arise
to occur
21
Q
opletten
A
pay attention
22
Q
overgevoelig
A
hypersensitive
23
Q
schade, de
A
damage
24
Q
sluiten
A
to close
25
snuiten
to blow your nose
26
tablet, de
the tablet with 💊 pills
27
temperatuur, de
temperature
28
zwanger
pregnant
29
symptomen
symptoms
30
het been
the leg
31
de buren
the neighbors
32
contact opnemen met
to take contact with
33
dik
fat
34
de dokter
the docter
35
dringend
urgent
36
gevaar het
the danger
37
het hoofd
the head
38
de hulp
the help
39
de knie
the knee
40
de pijn
the pain
41
de praktijk
the doctor's office
42
spoedgeval, het
the emergency
43
spreekuur, het
the talking hour
the appointment
44
sterkte
(i wish you) strength! 💪
45
vallen
to fall
46
de assistente
the assistant
47
au
ouch!
48
binnen
inside
49
blijven (plaats)
to stay
50
borst, de
the chest
51
doodmoe
exhausted 😩
52
gauw
quick
53
gevoel, het
the feeling
54
hoesten
cough 😷
55
de keel
throat
56
de klacht
complaint
57
koffer, de
suitcase
58
de kuur
the treatment
the cure
59
last hebben van
to suffer of
60
het midden
the middle
61
onderzoeken
to control
62
overgaan
to disappear
63
pakken
to pack
64
pijnstiller, de
painkiller
65
de rug
the back
66
sinds
since
67
vanzelf
automatic
68
verkouden zijn
to have a cold
69
verschil, het
the difference
70
de voet
the foot
71
voorschrijven
to prescribe
72
voorzichtig
be careful
73
vreselijk
horrible
terrible
74
waarschijnlijk
probably
75
zeer doen
hurting
76
zuchten
to sigh 😞
77
bakken
to bake
78
de boter
the butter 🧈
79
de buik
the belly
80
de conditie
the condition
81
de friet
the fry
82
gezelligheid, de
coziness
83
gezond
healthy
84
leven
to live
85
de olie
the oil
86
ongezond
unhealthy
87
roken
to smoke
88
snoepen
to eat sweets
89
vet, het
the fat
90
aanzetten
to turn on
91
stoppen
to stop
92
het strand
the beach
93
thuiskomen
to come home
