Hoofdstuk 3 Flashcards
(43 cards)
Neuronen
Verantwoordelijk voor informatie verwerking
Input –> integratie –> output
Gliacellen
Ondersteunen neuronen
> Zorgen voor fysieke steun en bescherming.
zorgen voor voedingstoffen.
Zorgen voor het verhogen van geleiding.
Lijmen letterlijk neuronen aan elkaar.
> Vijfhoofdtype gliacellen:
* Ependymcellen
* Astrocyten
* Microgliacellen
* Oligodendrogliacellen
* Schwann cellen
Algemene structuur neuronen
> veel dendrieten
> 1 cellichaam
> 1 axon.
Dendrieten
Verzamelen informatie van andere neuronen (input)
Cellichaam
integreren van informatie (integratie)
Axon
Versturen van informatie (output), vertakkingen aan het eind.
Sensorische neuronen
> Input (Afferent)
> Lange dendrieten, korte axon
> de dendrieten en cellichaam zitten buiten het CZS.
de Axon zit binnen de CZS.
Inter neuronen
> Associatie
> Zowel de dendrieten, als de cellichaam, als de axon zitten binnen de CZS.
Motor neuronen
> Output (Efferent)
> Heeft korte dendrieten en lange axon.
> Dendrieten en cellichaam binnen het CZS.
De Axon buiten het CZS.
Ependymcellen
zorgen voor de productie van cerbrospinale vloeistof (CSV)
Astrocyten
> Het werkpaard van het zenuwstelsel.
Zorg voor de structurele ondersteuning.
Transporteren voedingstoffen en andere chemische stoffen tussen bloedvaten en neuronen.
Ondersteunen hersenactiviteit door de bloedtoevoer naar het brein te verhogen.
Stimuleren herstel van beschadigd hersenweefsel door vorming van littekenweefsel.
vormen nauwe verbindingen tussen bloedvaten en neuronen (>bloed-hersenbarrière)
Microgliacellen
> ontstaan in het bloed als onderdeel van het immuunsysteem en migreren daarna naar het centrale zenuwcellen.
> Identificeren slechte weefsel en vallen dit aan.
> Dringen beschadigd hersenweefsel binnen en stimuleren groeifactoren om herstel te bespoedigen.
> Consumeren dood en geïnfecteerd hersenweefsel.
Oligodendrogliacellen
Zorgen voor betere geleiding van axonen, versnellen de snelheid en effeciëntie van neurale transmissie. Bevinden zich binnen het CZS.
Schwann cellen
Zit in het PZS en verhelpt schaden, ze stimuleren aangroei van axonen na beschadiging, axonen kunnen worden gerepareerd.
Histologie
Het kleuren van dunne plakjes hersenweefsel om cellen en structuren zichtbaar te maken.
Celmembraan
-> Membraan om de cel
> Scheidt intracellulaire vloeistof van extracellulaire vloeistof.
> Bestaat uit 2 lagen fosfolipidemoleculen
* Kop; fosfaatgroep = hydrofiel (bindt aan water).
* Staart; vetzuur = hydrofoob (bindt niet aan water)
> Alleen kleine (ongeladen) moleculen kunnen door passief transport het celmembraam passeren.
> Celmembraan is semipermeabliliteit.
Nucleus
-> Celkern, bevat chromosomen.
> Omgeven door een nucleair membraan.
> Binnenin de celkern bevinden zich de chromosomen.
Nucleair membraan
-> Membraan om de celkern.
Endoplasmatisch reticulum
-> verzamelt eiwitten.
Golgi-apparaat
-> Verpakt eiwitten en voorziet ze van adres en postzegel.
Microtubuli
-> vormen het transportnetwerk
Kanaal
Laat specifieke ionen door
Poort
Laat specifieke ionen door als de poort open is.
Pomp
Actief transport gebruikt energie, pompt specifieke ionen de cel in en andere eruit, bijv: Natrium/kaliumpomp.