Hoofdstuk 3 Flashcards

(55 cards)

1
Q

Wat zijn erytrocyten?

A

Erytrocyten, of rode bloedcellen, zijn de bekendste bloedcellen in het lichaam en geven het bloed de karakteristieke karmijnrode kleur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van erytrocyten?

A

De functie van erytrocyten is het transport van zuurstof en koolstofdioxide tussen de longen en alle andere weefsels in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is hemoglobine?

A

Hemoglobine is het transporteiwit dat in iedere erytrocyt aanwezig is en verantwoordelijk is voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet de vorm van een erytrocyt eruit?

A

Erytrocyten zijn schijfvormig en biconcaaf met een diameter van ongeveer 7,5 micrometer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kenmerkend aan de bouw van erytrocyten?

A

Erytrocyten hebben geen celkern en geen mitochondriën, wat betekent dat ze niet in staat zijn om te delen of de cel te onderhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de levensduur van erytrocyten?

A

De levensduur van erytrocyten bedraagt ongeveer 120 dagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar worden erytrocyten afgebroken?

A

Erytrocyten worden afgebroken in de lever en in de milt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met het ijzer in hemoglobine na afbraak van erytrocyten?

A

Het lichaam recycleert een groot gedeelte van het ijzer in hemoglobine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar worden nieuwe erytrocyten aangemaakt?

A

Nieuwe erytrocyten worden constant aangemaakt uit stamcellen in het beenmerg van platte beenderen zoals de ribben en het borstbeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is anemie?

A

Anemie, of bloedarmoede, is een toestand waarbij er te weinig hemoglobine in het bloed aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de oorzaken van anemie?

A

De oorzaken van anemie kunnen liggen bij een gebrek aan ijzer in het lichaam of een tekort aan erytrocyten in de bloedbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de hematocriet waarde (Ht)?

A

De hematocriet waarde is het volume van het bloed dat door erytrocyten wordt ingenomen en wordt vaak uitgedrukt in een percentage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de referentiewaarden voor hematocriet bij mannen?

A

De referentiewaarden voor mannen zijn 0,40 - 0,54 L/L of 40 - 54%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de referentiewaarden voor hematocriet bij vrouwen?

A

De referentiewaarden voor vrouwen zijn 0,37 - 0,46 L/L of 37 - 46%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn trombocyten?

A

Trombocyten, of bloedplaatjes, zijn celfragmenten van ongeveer 2 micrometer die zijn afgesnoerd van megakaryocyten in het rode beenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de levensduur van trombocyten?

A

Trombocyten leven slechts vijf tot negen dagen in het bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke rol spelen trombocyten bij de bloedstolling?

A

Trombocyten spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling omdat zij het enzym trombokinase bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er als een bloedvat beschadigd raakt?

A

Bij beschadiging van een bloedvat gaan trombocyten stuk, waardoor trombokinase vrijkomt en een cascade van reacties op gang komt die leidt tot de vorming van fibrine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is fibrine?

A

Fibrine is een vezelachtige en onoplosbare stof die een netwerk van draden vormt rond de beschadiging in het bloedvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe helpt fibrine bij de bloedstolling?

A

Fibrinedraden vangen erytrocyten en leukocyten op, waardoor er een stevig stolsel ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is trombose?

A

Trombose is een aandoening waarbij de stollingsreactie is aangetast en er spontaan een stolsel in het bloed ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is hemofilie?

A

Hemofilie is een aandoening waarbij de stollingsreactie niet goed op gang komt, waardoor er geen stollingsreactie ontstaat bij een beschadiging in het bloedvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

What is blood plasma?

A

Blood plasma is the blood without the blood cells. It consists of various dissolved substances and is primarily responsible for transporting these substances.

24
Q

What are examples of substances found in blood plasma?

A

Examples of substances in dissolved form in plasma include oxygen, hormones, glucose, carbon dioxide, and proteins.

25
What is serum?
Serum is blood plasma without clotting proteins. It is often the form of blood plasma used in laboratories.
26
How much blood does the human body contain?
The human body contains approximately 5 liters of blood, which includes about 3 liters of blood plasma and 2 liters of blood cells.
27
What is the composition of blood plasma?
Blood plasma consists of: - Water (92%) - Plasma proteins (7%) -- Albumin -- Globulin - Fibrinogen (inactive clotting protein) - Minerals/salts (0.9%) - Other organic substances (0.1%)
28
What role does water play in blood plasma?
Water functions as a heat buffer and solvent in blood plasma.
29
What is the role of albumin in blood plasma?
Albumin plays a role in maintaining the proper osmotic value of blood.
30
What is the function of globulin?
Globulin consists of antibodies formed by lymphocytes and plays a role in the immune system.
31
What is fibrinogen?
Fibrinogen is an inactive clotting protein that plays a crucial role in blood coagulation.
32
What is interstitial fluid?
Interstitial fluid is the fluid that is pressed out of blood plasma through capillaries into the tissues.
33
What happens to the concentration of substances in capillaries when more fluid is pressed out?
The concentration of remaining substances in the capillaries increases, raising the osmotic value.
34
What is colloid osmotic pressure (COD)?
Colloid osmotic pressure is the difference in pressure inside and outside the blood vessel due to varying protein concentrations.
35
What is the permeability of the vessel wall?
The vessel wall is permeable to water but not to large proteins.
36
Wat is lymfe?
Lymfe is het weefselvocht dat niet terugkeert in de bloedbaan en wordt opgenomen in de lymfevaten.
37
Wat is de functie van het lymfestelsel?
Het lymfestelsel heeft alleen een afvoerende functie en geen echte circulatie.
38
Hoe wordt weefselvocht in de lymfevaten opgenomen?
Weefselvocht wordt via osmose in de lymfevaten opgenomen.
39
Wat is de rol van lymfeknopen?
In de lymfeknopen wordt lymfe gefilterd en worden afvalstoffen en ziekteverwekkers verwijderd.
40
Welke cellen maken lichaamsvreemde stoffen onschadelijk in het lymfestelsel?
Leukocyten, waaronder lymfocyten en macrofagen, maken lichaamsvreemde stoffen onschadelijk.
41
Wat is de stroomrichting van weefselvloeistof?
De stroomrichting is van bloed naar weefselvocht naar lymfe.
42
Wie introduceerde de term 'inwendig milieu'?
De Franse fysioloog Claude Bernard introduceerde de term 'inwendig milieu'.
43
Wat beschrijft de term 'inwendig milieu'?
Het inwendig milieu beschrijft de constante samenstelling van weefselvocht, bloed en lymfe.
44
Wat is homeostase?
Homeostase is de regeling van het inwendig evenwicht, zoals pH, temperatuur en osmotische waarde.
45
Welke organen zijn verantwoordelijk voor het handhaven van het inwendig milieu?
De nieren zijn samen met hormonen verantwoordelijk voor het handhaven van het inwendig milieu.
46
Wat is lymfe?
Lymfe is het weefselvocht dat niet terugkeert in de bloedbaan en wordt opgenomen in de lymfevaten.
47
Wat is de functie van het lymfestelsel?
Het lymfestelsel heeft alleen een afvoerende functie en geen echte circulatie.
48
Hoe wordt weefselvocht in de lymfevaten opgenomen?
Weefselvocht wordt via osmose in de lymfevaten opgenomen.
49
Wat is de rol van lymfeknopen?
In de lymfeknopen wordt lymfe gefilterd en worden afvalstoffen en ziekteverwekkers verwijderd.
50
Welke cellen maken lichaamsvreemde stoffen onschadelijk in het lymfestelsel?
Leukocyten, waaronder lymfocyten en macrofagen, maken lichaamsvreemde stoffen onschadelijk.
51
Wat is de stroomrichting van weefselvloeistof?
De stroomrichting is van bloed naar weefselvocht naar lymfe.
52
Wie introduceerde de term 'inwendig milieu'?
De Franse fysioloog Claude Bernard introduceerde de term 'inwendig milieu'.
53
Wat beschrijft de term 'inwendig milieu'?
Het inwendig milieu beschrijft de constante samenstelling van weefselvocht, bloed en lymfe.
54
Wat is homeostase?
Homeostase is de regeling van het inwendig evenwicht, zoals pH, temperatuur en osmotische waarde.
55
Welke organen zijn verantwoordelijk voor het handhaven van het inwendig milieu?
De nieren zijn samen met hormonen verantwoordelijk voor het handhaven van het inwendig milieu.