Hoofdstuk 4 Flashcards
(11 cards)
Waar vindt de vorming van bloedcellen voornamelijk plaats?
In het beenmerg van (platte) beenderen, maar ook in andere bloedvormende organen zoals de milt, de lever en de lymfeklieren.
Wat zijn hematopoëtische stamcellen?
Cellen die nog kunnen uitgroeien tot ieder type bloedcel.
Wat is myeloïd in de context van bloedcelvorming?
De vorming van granulocyten en monocyten.
Wat is lymfoid
De vorming van lymfocyten.
Welke twee processen zijn te onderscheiden in de aanmaak van iedere celsoort?
Proliferatie (celdeling) en differentiatie (celrijping).
Wat gebeurt er tijdens het proliferatieproces?
Een cel deelt zich via mitose, waardoor twee dochtercellen ontstaan.
Wat is differentiatie?
Een proces waarbij een cel overgaat van een onrijper in een rijper stadium, zonder dat de cel zich deelt.
Wat is het eindpunt van differentiatie?
De rijpste cel van de betreffende celsoort, meestal het stadium waarbij de bloedcel zich in het bloed bevindt.
Wat is de rol van groeifactoren in de aanmaak van bloedcellen?
Ze reguleren de volledige aanmaak en rijping van bloedcellen.
Wat betekent het dat een cel toegewijd is aan de rijpingsstadia van een celsoort?
De cel kan nog wel delen, maar niet meer switchen naar een andere celsoort.
Wat gebeurt er met de hematopoëtische stamcel na de eerste differentiatie?
De cel is toegewijd aan de rijpingsstadia van deze celsoort.