Hoofdstuk 3 - De biologische basis voor gedrag Flashcards
(91 cards)
Hoe is het lichaam opgebouwd?
De cellen van het lichaam bestaan uit structurele proteines, die de constructie vormen van elke cel in het lichaam, en ook uit enzymen (proteines) die de snelheid van de chemische reactie in iedere cel bepalen. De proteines bestaan uit lange ketens aminozuren (er bestaan 20 soort aminozuren). De celkern van iedere cel in het lichaam bevat de hele unieke set van DNA moleculen.
Wat zijn genen? Welke soorten worden benoemd? Leg uit
Genen zijn componenten van DNA moleculen. Sommige delen van het DNA in de cellen van mensen zijn templates om RNA te produceren. RNA dient als een template om proteines te produceren.
Er worden twee soort genen onderscheiden:
1. Coderende genen
2. Regulerende genen
Coderende genen zijn stukken DNA die de code bevatten voor een specifieke proteine.
Regulerende genen zijn stukken DNA die helpen de coderende genen te activeren of onderdrukken.
Hoe kunnen genen door hun rol in proteine synthese karaktertrekken beinvloeden?
- Karaktertrekken worden bepaald door het gedrag van een persoon en dat gedrag wordt bepaald door een samenspel tussen de opbouw van het lichaam en de omgeving.
- Het lichaam is opgebouwd uit cellen en die cellen bestaan uit structurele proteines, die de constructie vormen van elke cel in het lichaam.
- DNA bepaalt de opbouw van deze structurele proteines bij proteinesynthese (vorming van nieuwe proteines)
- Coderende genen zijn stukken DNA die de code bevatten voor een specifieke proteine.
Hoeveel verschillende genen hebben mensen maar ook chimpansees? Wat is het verschil?
20.000 genen
Verschil tussen mensen en chimpansees ligt bij bepaalde regulerende genen die de opbouw van de hersenen beinvloeden.
Wat betekent het om te zeggen dat genen karaktereigenschappen alleen kunnen beinvloeden door interactie met de omgeving?
Genen bouwen proteines, die de opbouw van het lichaam (fysiologie) bepalen. Het lichaam bepaald het gedrag. In elk van die stappen is er een interactie met de omgeving:
- Aspecten van de interne (chemische) omgeving bepalen activatie van genen
- En aspecten van de interne en externe omgeving beinvloeden de fysiologische systemen waaruit gedrag ontstaat.
- Gedrag kan weer invloed hebben op de activatie van genen door directe en indirecte effecten op de interne omgeving.
Hoe zijn genen betrokken bij duurzame veranderingen in gedrag door ervaring?
Ervaringen kunnen bepaalde genen activeren, die produceren proteines, die op hun beurt de functie van bepaalde neurale circuits kunnen veranderen en op die manier het gedrag van de persoon duurzaam kunnen veranderen.
De aanname dat onze genen een directe invloed hebben op ons gedrag, in plaats van een indirecte invloed via de interactie met de omgeving, noem je ook wel de …
Deterministische misvatting
Hoe kan eenzelfde genotype verschillende fenotypes produceren?
Dit komt door de invloed van de omgeving op de genen. Hierdoor kan het gebeuren dat een eeneiige tweeling die is blootgesteld aan verschillende omstandigheden, verschilt in lengte.
Wat is een genotype?
Set van genen die een persoon erft
Wat is een fenotype?
Waarneembare eigenschappen van het lichaam en van gedragskenmerken (karaktereigenschappen?)
Hoe is DNA in de celkern verdeeld? Wat is het verschil tussen mannen en vrouwen?
DNA is aanwezig in iedere celkern in structuren die chromosomen heten. Meestal zijn die verspreid over de celkern. Een normale menselijke celkern bevat 23 paren chromosomen. 22 van die paren zijn in opbouw gelijk voor mannen en vrouwen. Het 23ste paar is anders, waarbij vrouwen 2 grote X chromosomen hebben en mannen een groot X-crhomosoom en een y-chromosoom.
Wat is mitose? Leg uit hoe het werkt
Het delen van cellen tot nieuwe cellen waarbij chromosomen zichzelf precies repliceren en iedere kopie van een chromosoom zich in 1 van de 2 gevormde celkernen begeeft. (uitgezonderd geslachtscellen)
Als mitose een exacte kopie van een cel genereert, hoe kan het dan dat er cellen zijn die hersenen vormen en cellen die darmen vormen?
Deze verschillen komen door verschillen in activatie van genen en niet doordat de cellen verschillende genen bevatten
Hoe produceert meiose eicellen of zaadcellen die genetisch anders zijn?
Ieder chromosoom repliceert zichzelf 1x en de cel deelt 2x. Voor de eerste celdeling gaan de chromosomen naast elkaar staan en wisselen genetisch materiaal uit op een willekeurige manier. Hoewel de chromosomen in elk paar hetzelfde eruitzien, bevatten ze niet dezelfde genen. Hierdoor is iedere eicel en zaadcel genetisch anders.
Wat is het voordeel van het voortbrengen van genetisch divers nageslacht?
Dit verkleint de kans dat al het nageslacht dood gaat als resultaat van een onvoorziene verandering in de omgeving doordat ze allemaal een beetje anders zijn. Hierdoor vergroot de kans dat de genen het overleven.
Wat is een zygote en hoe groeit deze uit tot een persoon?
Een zygote is een combinatie van een eicel en een zaadcel, waarbij de iedere ouder 1 van de 2 chromosomen in ieder van de 23 paren heeft ingebracht. Deze cel groeit door mitose uit tot een persoon.
Hoe ontstaat een identieke tweeling ook wel? Hoe noem je die ook wel?
Ontstaat als er vroeg in het proces van mitose na de vorming van de zygote twee clusters van cellen zich van elkaar scheiden. Deze zijn dan genetisch identiek. Dit noem je ook wel een eeneiige of monozygote tweeling.
Hoe ontstaat een tweeeiige tweeling? Hoe noem je die ook wel?
Ontstaat als er twee eicellen door twee zaadcellen bevrucht worden. Lijken genetisch net zo veel op elkaar als broers en zussen. Noem je ook wel een dizygote tweeling.
Wat is het verschil tussen een dominant en een recessief gen of allel? Zijn allellen paren altijd dominant vs recessief?
Een dominant allel is een allel dat altijd waarneembare effecten produceert, onafhankelijk of het homozygoot of heterozygoot is.
Een recessief allel is een allel dat alleen waarneembare effecten produceert als het homozygoot is.
Niet alle allellen paren zijn dominant vs recessief, sommige blenden hun effecten. (bijv. kruisen van rode en witte bloemen, worden roze bloemen)
Wat betekent homozygoot? En wat betekent heterozygoot? Wat zijn allellen?
Chromosomen komen in paren. De twee genen die op dezelfde locus (locatie) op twee chromosomen zitten kunnen gelijk of ongelijk aan elkaar zijn. Als ze gelijk zijn, noem je ze homozygoot. Als ze anders zijn, noem je ze heterozygoot.
Verschillende genen die zich op dezelfde locus kunnen bevinden, en dus potentieel een paar kunnen vormen, worden allellen genoemd.
Waarom laat 3/4 van het nageslacht van heterozygote ouders de dominante eigenschap zien en 1/4 de recessieve eigenschappen?
Als ouders heterozygoot zijn, dan betekent dat dat ze een dominant en een recessief allel hebben. Er zijn dan vier opties:
1. Beide ouders leveren het dominante allel -> nageslacht laat dominante eigenschap zien
2 & 3. Een van de ouders levert een dominant allel en de ander een recessief allel -> nageslacht laat dominante eigenschap zien
4. Beide ouders leveren het recessieve allel -> nageslacht laat recessieve eigenschap zien.
Hoe kan een ziekte die veroorzaakt wordt door twee recessieve genen voortduren in de genenpool?
Als voorbeeld wordt sikkelcelanemie genoemd, een erfelijke bloedziekte die recessief is en dus alleen overgedragen wordt bij twee recessieve allellen. Echter, het hebben van 1 recessief allel heeft voordelen als het gaat om malaria. Mensen met een recessief allel omdat hun rode bloedcellen de groei van malaria parasieten slecht ondersteunen, ze gaan daardoor minder snel dood aan malaria. Het voordeel van het gen is dus voor de drager en niet voor degene die sikkelcelanemie hebben.
Hoe laten Scott en Fuller zien dat het verschil in angstig gedrag tussen Cocker Spaniels en Basenji honden bepaald wordt door een enkelvoudige gen locus, waarbij angst de dominante allel is en geen angst de recessieve allel?
Door een onderzoek te doen waarbij ze honden van beide rassen met elkaar fokten. Hieruit kwamen alleen honden die angstig waren -> dominante allel. In het onderzoek hebben ze ook meegenomen dat honden van moeder wisselden, waarbij er geen effect werd gevonden van de angst van de moeder.
Er is een overduidelijk verschil tussen de bange en de niet bange honden en het feit dat er zo’n duidelijke gelijkenis bestond tussen de angst van rasechte honden en de angst van kruisingen. Ze hebben vervolgens twee dingen gedaan, ze hebben hybrides met elkaar gefokt, waaruit 1/4 kwam met weinig angst en 3/4 met veel angst. Daarnaast hebben ze nog gekeken wat er gebeurt als je rasechte Cocker Spaniels zou fokken met een hybride hond. Resultaten waren 50% zoals verwacht.
Waarom is het fout om te concluderen uit het onderzoek van Scott en Fuller dat angst in honden alleen veroorzaakt wordt door 1 gen of dat het alleen door genen wordt veroorzaakt en niet door de omgeving?
- Alle honden werden in dezelfde omgeving opgevoed in het onderzoek, dat is normaal niet zo. Invloed van de omgeving op angst is niet getoetst maar zoveel mogelijk uit het onderzoek gehouden
- Toonden alleen aan dat voor een specifieke test van angst de eigenschap angst wordt bepaald door 1 specifiek gen.