Hoofdstuk 4: Ethiek in onderzoek Flashcards

1
Q

Onderzoeksethiek

A

omvat de verantwoordelijkheid van de onderzoekers om eerlijk en respectvol te
zijn t.o.v. alle individuen die beïnvloed door hun onderzoeken of hun verslagen van de
onderzoeksresultaten. Onderzoekers zijn meestal gebonden aan een aantal ethische richtlijnen die
hen helpen om correcte beslissingen te nemen en correcte acties uit te voeren. In psychologisch
onderzoek, handhaaft de ‘American Psychological Association’ (APA) een reeks van ethische
principes voor onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De twee basiscategorieën van ethische verantwoordelijkheid

A
  1. Verantwoordelijkheid aan de deelnemers van onderzoeken, zowel menselijke als nietmenselijke, om hun welzijn en waardigheid te verzekeren.
  2. Verantwoordelijkheid om te verzekeren dat openbare verslagen van hun onderzoek accuraat
    en eerlijk zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klinische equipoise

A

betekent dat er binnen de deskundige medische gemeenschap onzekerheid bestaat over de vraag of een behandeling nuttig zal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Informed consent

A

vereist van de onderzoeker dat hij alle beschikbare informatie over een studie geeft zodat een individu een rationele, geïnformeerde beslissing kan maken om deel te nemen aan het onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deceptie

A

treedt op wanneer een onderzoeker bewust informatie achterhoudt of de participanten
misleidt in verband met de informatie over de studie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Passieve deceptie (of omissie)

A

het achterhouden of weglaten van informatie. De onderzoeker

vertelt bewust niet alle informatie aan de participanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Actieve deceptie (of commissie)

A

het presenteren van foutieve informatie over de studie aan de participanten. De meest voorkomende vorm van actieve misleiding is het misleiden van participanten over het specifieke doel van de studie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bondgenoten (confederates) of handlanger

A

personen die doen alsof ze participanten zijn in een onderzoek maar eigenlijk met de onderzoeker samenwerken. ( handlanger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een debriefing

A

een post-experimentele verklaring van het doel van een studie dat gegeven wordt aan een participant, zeker als er deceptie gebruikt werd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zaken die de effectiviteit van een debriefing kunnen beïnvloeden zijn:

A

• De vermoedens van de participant (hoe waarschijnlijk is het dat men denkt dat de debriefing
slechts een vervolg is van de deceptie?).
• De aard van de deceptie (passief of actief? Debriefing is minder effectief bij actieve
deceptie).
• De oprechtheid van de experimentleider
• Het tijdsinterval tussen het einde van de studie en het geven van de debriefing (hoe eerder,
hoe beter!).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vertrouwelijkheid

A

houdt in dat de informatie of de metingen verkregen van een individu tijdens een onderzoek geheim en privé worden gehouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Anonimiteit

A

houdt in dat de naam van een individu niet direct geassocieerd wordt met de informatie of de metingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er zijn twee strategieën om de vertrouwelijkheid van data te verzekeren:

A
  1. Namen of andere identificaties verschijnen niet in dataverslagen.
  2. Onderzoekers gebruiken een codeersysteem waarmee ze bijhouden welke namen van
    participanten samengaan met welke datasets.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Institutional Review Board (IRB)

A

Elk instituut of agentschap moet een bestuur oprichten, een Institutional Review Board (IRB), dat is
samengesteld uit zowel wetenschappers als niet-wetenschappers. Het IRB onderzoekt al het
voorgesteld onderzoek met menselijke participanten met respect voor zeven basiscriteria. Als het IRB
vindt dat een voorgesteld onderzoek niet voldoet aan één van de criteria, dan is het
onderzoeksproject niet goedgekeurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Minimaliseren van de risico’s voor participanten

A

Het doel van dit criterium is verzekeren dat onderzoeksprocedures niet onnodig participanten
blootstellen aan risico’s. De onderzoeker moet elke component van het onderzoeksplan dat risico’s
inhoudt, rechtvaardigen en het IRB mag alternatieve procedures voorstellen of eisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gematigde risico’s in relatie tot voordelen

A

Het IRB is verantwoordelijk voor zowel het evalueren van de potentiële risico’s voor participanten als
de voordelen die resulteren uit het onderzoek. De voordelen bevatten zowel onmiddellijke voordelen
voor de participanten als algemene voordelen zoals geavanceerde kennis.

17
Q

Onpartijdige selectie

A

Het doel van dit criterium is verzekeren dat het participantselectieproces niet discrimineert tussen
individuen in de populatie én kwetsbare individuen niet uitbuit.

18
Q

Datamonitoring

A

Tijdens een onderzoekstudie dient de onderzoeker maatregelen te treffen voor het monitoren van
de data om te bepalen of zich onverwachte of mogelijke oorzaken van schade hebben ontwikkeld.

19
Q

Categorie I (Exempt Review):

A

• Onderzoek met geen mogelijk risico voor volwassen participanten.
• Beoordeeld door een voorzitter.
Vb. anonieme online surveys, anonieme observatie van publiek gedrag

20
Q

Categorie II (Expedited Review):

A

• Niet meer dan een minimaal risico.
• Onderzoek naar individueel of groepsgedrag van normale volwassenen.
• Geen psychologische interventie of deceptie.
• Enkel mondelinge toestemming is vereist.
• Beoordeeld door verschillende IRB-leden.
Vb. onderzoeksprojecten in de klas

21
Q

Categorie III (Full Review):

A
  • Onderzoeksvoorstel met twijfelachtige elementen, zoals speciale populaties, ongebruikelijke apparatuur, deceptie of invasieve metingen.
  • Vergadering van alle IRB-leden is vereist.
  • Onderzoeker moet persoonlijk verschijnen om vragen over het onderzoek uit te leggen en te beantwoorden.
22
Q

Het Institutional Review Board (IRB)

A

is een bestuur dat al het voorgesteld onderzoek nakijkt met respect voor de behandeling van menselijke participanten. IRB-goedkeuring moet verkregen worden vooraleer onderzoek uitgevoerd kan worden met menselijke participanten.

23
Q

Grote ethische kwesties

A

Enkel geschikte individuen mogen onderzoek uitvoeren, het onderzoek moet gerechtvaardigd zijn en
de onderzoeker moet verantwoordelijk zijn voor het minimaliseren van ongemak of schade. Omdat
de meeste proefdieren gehuisvest zijn in een laboratorium voor en na hun onderzoekservaring,
strekt de code zich uit tot algemene zorg en onderhoud van dierlijke participanten.

24
Q

The Institutional Animal Care and Use Committee (IACUC)

A

een bestuur dat al het voorgesteld onderzoek nakijkt met respect voor de behandeling van niet-menselijke participanten. IACUCgoedkeuring moet verkregen worden vooraleer onderzoek uitgevoerd kan worden met nietmenselijke participanten.

25
Q

Twee APA ethische standaarden inzake fraude en plagiaat…

A

Onderzoek rapporteren:
• Psychologen fabriceren geen data.
• Wanneer psychologen significante fouten ontdekken in hun gepubliceerde data,
ondernemen ze redelijke stappen om dit te corrigeren via een correctie, retractie, erratum of
ander bruikbaar publicatiemiddel.
Plagiaat:
• Psychologen presenteren niet andermans werk of data als het hunne zelfs al is het dikwijls
geciteerd.

26
Q

Fraude

A

de expliciete poging van een onderzoeker om data te falsifiëren of verkeerd voor te stellen.

27
Q

Waarom plegen onderzoekers fraude?

A

De primaire oorzaak van fraude is de competitieve aard van een academische carrière. Er ligt een
sterke druk op onderzoekers om hun onderzoek te laten publiceren. Ook moeten onderzoekers
significante bevinden verkrijgen als ze willen dat hun onderzoek gepubliceerd wordt of als ze
subsidies willen ontvangen om hun onderzoek te ondersteunen. Een andere mogelijke motivator om
te frauderen is een onderzoeksers’ enorme behoefte aan succes en bewondering voor het
‘hardgeleverde’ werk.

28
Q

Replicatie

A

herhaling van een onderzoek door het gebruik van dezelfde basisprocedures die gebruikt
werden in het originele onderzoek. Ofwel ondersteunt de replicatie de originele studie door het
dupliceren van de originele resultaten, ofwel brengt het twijfel over de originele studie door te
demonstreren dat het originele resultaat niet makkelijk te herhalen is (fraude?).

29
Q

Plagiaat

A

de onethische voorstelling van iemand anders zijn ideeën of woorden als die van jezelf.

30
Q

richtlijnen die je kunnen helpen om plagiaat te vermijden:

A
  1. Neem volledige notities, inclusief een volledig citaat van de bron.
  2. In je paper, identificeer de bron van elk idee, woord of informatie dat niet van jezelf is.
  3. Identificeer elke directe quote met aanhalingstekens aan het begin en het einde van de
    quote en geef aan vanwaar je ze hebt.
  4. Wees voorzichtig met parafraseren. Het is verleidelijk om hele zinnen of aantrekkelijke
    woorden over te nemen van een andere bron. Gebruik je eigen woorden of gebruik directe
    quotes en geef zeker credit aan je bronnen.
  5. Geef een volledige lijst met referenties aan het einde van je verslag.
  6. Bij twijfel of een citaat nodig is, citeer de bron.
31
Q

Voorbeelden van plagiaat

A

Het herhalen van grote delen van tekst letterlijk is duidelijk plagiaat, zelfs met een citaat.
Het veranderen van een paar woorden is nog steeds plagiaat, zelfs met een citaat.
Het grootste deel van de bewoording veranderen, maar dezelfde structuur en volgorde van
ideeën behouden, is een stap in de richting van parafrasering, maar het is nog steeds plagiaat, zelfs
met een citaat.
Je eigen woorden herformuleren met je eigen structuur en citaat voor de oorspronkelijke bron is
een acceptabele parafrase (geen plagiaat).