Hoofdstuk 5 Flashcards

(13 cards)

1
Q

Trompernaars 7 culturele dimensies

A

1: universalism - particularism, 2: individualism - communitariansim, 3: Neutral - affective, 4: specific - diffuse, 5: achievement - ascription, 6: concept van tijd en 7: interne controle en externe controle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

universalists

A

ze beoordelen andere voordelig als ze aan de standaarden en regels houden van de cultuur, geen uitzondering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

particularists

A

ze beoordelen andere op basis van de relatie die zij met hen hebben. ze zijn belangrijk voor jou? dan heb je een obligatie om die persoon te beschermen al is het tegen de regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neutrale culturen

A

you houdt je emoties in en controleert ze, als je ze toont dan bied je je excuses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

affective culturen

A

het is normaal om je emoties te tonen en om dan een emotioneel gevoelige reactie terug te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

specifiek georiënteerde culturen

A

je onderscheidt het werk, persoonlijke en vrienden van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diffuse georiënteerde culturen

A

alles van werk tot persoonlijke zaken behandel je alle maal hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bereikte status

A

dit is de status die je hebt gekregen door je inzet en werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorgeschreven status

A

deze status krijg je door geassocieerde te zijn met iets of iemand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sequential tijd

A

je doet een ding tegelijkertijd in een lineaire manier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

synchronic tijd

A

je doet meerdere activiteiten tegelijkertijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

interne controle

A

men neemt controle over de situaties en dwingen hun wil af op de uitdagingen in hun leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

externe controle

A

men is flexibel, creatief en ervaren in zaken. men gaat mee in de natuurlijke stroming en richting van de organisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly