Hoorcollege 1: introductie Flashcards

Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en de samenvatting (123 cards)

1
Q

traditionele psychologische kijk:

A

wat is er MIS met je?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

focus van de traditionele psychologie

A

genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

positieve psychologische kijk:

A

Wat gaat er GOED met je en kan verlengd worden?
Van neutraal naar positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

focus van positieve psychologie

A

het goede nog beter maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

focus van de positieve-psychologie-wetenschap

A

op zoek naar factoren die een individu en de community laat groeien en bloeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

definitie positieve psychologie

A

positieve psychologie is de wetenschappelijke studie naar wat individuen en gemeenschappen doet floreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de drie algemene domeinen van menselijke ervaringen?

A
  1. positieve subjectieve states
  2. positieve individuele karaktertrekken
  3. positieve instituties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een positieve subjectieve state? (1 van de 3 algemene domeinen van menselijke ervaringen)

A
  • vluchtig en onstabiel
  • staat waarin mensen kunnen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voorbeeld van een positieve subjectieve state?

A

emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn positieve individuele karaktertrekken? (1 van de 3 algemene domeinen van menselijke ervaringen)

A
  • relatief stabiel en meer op langere termijn
  • positieve gedragspatronen bij mensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeelden van positieve individuele karaktertrekken?

A
  • persoonlijkheid
  • creativiteit
  • wijsheid
  • deugden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn positieve instituties? (1 van de 3 algemene domeinen van menselijke ervaringen)

A
  • een context die mensen kan laten bloeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeelden van positieve instituties?

A
  • scholen
  • werkomgeving
  • gezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

op welk niveau staat positieve instituties?

A
  • maatschappelijk of groepsniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorman van positieve psychologie

A

Martin Seligman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Martin Seligman

A

voorman van positieve psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

“the good life”

A
  • vervullend, verrijkt en zinvol leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke 3 elementen heeft “the good life”

A
  1. positieve connecties met anderen
  2. positieve individuele karaktertrekken
  3. life regulation qualities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn onderdelen van positieve connecties met anderen (element van “the good life”)?

A
  • vermogen om te vergeven
  • altruïsme
  • vermogen om lief te hebben
  • eventueel spirituele connecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zijn onderdelen van positieve individuele karaktertrekken (element van “the good life”)?

A
  • integriteit
  • vermogen om te spelen en creatief te zijn
  • deugden (zoals moed en nederigheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

integriteit

A
  • eerlijk en oprecht
  • vasthouden aan normen en waarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat zijn onderdelen van life regulation qualities? (element van “the good life”)?

A
  • het leven richting kunnen geven
  • zelfregulatue
  • autonomie
  • wijsheid is de gids voor je gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

flourishing

A

floreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

floreren

A
  • beter functioneren dan de normale standaard
  • voorbij de neutrale staat komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
"Complete mentale health" model van ...
Keyes en Lopez
26
Keyes en Lopez bedachten ...
het "Complete mental health" model
27
waarom "complete mental health" model?
mentaal welbevinden is niet louter afwezigheid van mentale problemen
28
"complete mental health" model bestaat uit:
- 2 dimensies - 4 quadranten
29
de twee dimensies van het "complete mental health" model
1. mentale problemen/psychopathologie 2. welbevinden
30
4 quadranten van het "complete mental health" model
1. struggling 2. flourishing 3. floundering 4. languishing
31
hoe scoort floundering op de twee dimensies van het "complete mental health" model?
mentale problemen + laag welbevinden
32
hoe scoort struggling op de twee dimensies van het "complete mental health" model?
mentale problemen + hoog welbevinden
33
hoe scoort languishing op de twee dimensies van het "complete mental health" model?
geen mentale problemen + laag welbevinden
34
hoe scoort flourishing op de twee dimensies van het "complete mental health" model?
geen mentale problemen + hoog welbevinden
35
hoe noem je het volgens het "complete mental health" model als: mentale problemen + laag welbevinden?
floundering
36
hoe noem je het volgens het "complete mental health" model als: mentale problemen + hoog welbevinden?
struggling
37
hoe noem je het volgens het "complete mental health" model als: geen mentale problemen + laag welbevinden?
languishing
38
hoe noem je het volgens het "complete mental health" model als: geen mentale problemen + hoog welbevinden?
flourishing
39
hoe zijn de 3 algemene domeinen van menselijke ervaringen verwerkt in het "complete mental health" model van Keyes en Lopez?
er zijn 3 niveaus waarop mensen kunnen floreren
40
op welke 3 niveaus kunnen mensen floreren in het "complete mental health" model van Keyes en Lopez?
1. emotioneel welzijn (states) 2. psychologisch welzijn (traits) 3. sociaal welzijn (institutions)
41
wat is complete mental health volgens Keyes en Lopez?
floreren op de 3 niveaus (emotioneel-, psychologisch- en sociaal welzijn) + LAGE mentale problemen
42
Welke kritiek uitte Thompson op het model van Keyes en Lopez?
- er is maar een klein deel flourishing, groot deel presteert sub-optimaal --> je legt het probleem bij het individu - model is niet toetsbaar, wanneer val je in welke categorie?
43
2. verschillende manieren hoe culturen geluk kunnen zien:
1. als emotie bepaald door je eigen unieke inzet 2. als collectieve ervaring
44
hoe dacht men vroeger over emoties?
dat ze afhankelijk van elkaar zijn
45
als emoties afhankelijk zijn van elkaar impliceer je:
dat een afwezigheid van negatieve emoties betekende dat je positieve emoties ervaart
46
hedendaagse kijk op emoties
- ze zijn onafhankelijk van elkaar afwezigheid van negatieve emoties betekent niet gelijk alleen maar positieve emoties
47
anhedonie
- gebrek aan positieve emoties en het ervaren van plezier
48
hedendaagse kijk op emoties --> verandering in behandeling:
meer aandacht besteed aan het vergroten en uitlokken van positieve emoties
49
"dynamic model of affect"
- de onafhankelijkheid van emoties hangt af van context - onder normale omstandigheden zijn emoties onafhankelijk - onder stresssituaties zouden emoties afhankelijk zijn
50
negatieve emoties helemaal verbannen?
nee --> erkennen en uiten van negatieve emoties is van belang voor zelfbegrip en persoonlijke groei
51
vraag over de geschiedenis heen met betrekking tot positieve psychologie:
wat is geluk?
52
welke theorie hoort bij het jodendom (geluk)?
divine command theory/goddelijke bevel theorie
53
van welke groep kwam de divine command theory/goddelijke bevel theorie?
uit het jodendom
54
wat houdt de divine command theory/goddelijke bevel theorie in?
- je vindt geluk door je te houden aan de 10 geboden van het jodendom, anders krijg je straf - geluk door religieuze vroomheid, God heeft autoriteit
55
Welke term kan je aan de Grieken relateren (geluk)?
Hedonisme
56
van welke groep komt de term hedonisme?
van de Grieken
57
wat houdt hedonisme in?
- individueel zintuigelijk genot of plezier nastreven - negatieve ervaringen vermijden
58
wat zijn voorbeelden van hedonisme?
voedsel, seks nastreven pijn vermijden
59
wat is een nadeel van hedonisme?
- vaak kortdurend - kan verslavingen of overgewicht veroorzaken - geen negatieve emoties --> minder groei
60
Hoe keek Socrates naar geluk?
- geluk kan je vinden door zelfkennis - kennis van deugden --> deugdelijk gedrag
61
Plato over kennis:
kennis door rede en intuïtie, analogie van de grot
62
Wat vond Aristoteles van het hedonisme?
niet goed, onderstreepte juist het eudaimonia
63
eudaimonia
- doel waarnaar men streeft in het leven - zoeken naar wat de moeite waard is om te verlangen - wat is betekenisvol?
64
hoe kan je eudaimonia behalen?
door de gouden middenweg te vinden
65
wie koppel je aan de term De Gouden Middenweg?
Aristoteles
66
Noem een grote aanhanger van eudaimonia
Aristoteles
67
wat houdt De Gouden Middenweg in?
een balans tussen twee emotionele extremen wat leidt tot een deugd
68
voorbeeld van De Gouden Middenweg:
ene extreem = lafheid andere extreem = roekeloosheid Gouden Middenweg = moed
69
virtuetheory/deugdentheorie
- de ontwikkeling van bepaalde deugden kan bij een persoon leiden tot een maximaal welbevinden - welke deugden hangt af van context
70
epicureanisme
pijn vermijden, maar gematigde genoegens en genot
71
verschil epicureanisme en hedonisme
epicureanisme is gematigder dan het hedonisme
72
stoïcijnen
- geluk moet je niet laten afhangen van materie, geluk of liefde, want dat verandert constant - vervolg je plichten zonder klagen en volg Gods plan
73
4 theorieën over het goede leven van de Grieken:
1. het contemplatieve leven 2. het fatalistische leven 3. het actieve leven 4. hedonisme
74
wat houdt het contemplatieve leven van de Grieken in?
- het streven naar hogere kennis: zelfkennis, wijsheid, begrip - het niet-onderzochte leven is het niet waard om te leven
75
wat houdt het fatalistische leven van de Grieken in?
erkennen dat het leven niet altijd goed is, dat accepteren
76
wat houdt het actieve leven van de Grieken in?
- sociale verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de wereld - verander wat je kan veranderen
77
Hoe volg je geluk volgens het christendom?
- je kan geluk vinden in de boodschap en het leven van Jezus - je moet Gods liefde uiten en delen met anderen
78
wat voor regels/pijlers heeft het christendom om duidelijk te maken wat voor leven goed en wat slecht is?
1. zeven dodelijke zondes 2. vier kardinale deugden 3. drie theologische deugden
79
wat zijn de 7 dodelijke zondes van het christendom?
1. woede 2. afgunst 3. hebzucht 4. gulzigheid 5. lust 6. hoogmoed 7. luiheid
80
wat zijn de 4 kardinale deugden van het christendom?
1. standvastigheid/moed 2. rechtvaardigheid 3. voorzichtigheid 4. gematigdheid
81
wat zijn de 3 theologische deugden van het christendom?
1. geloof 2. hoop 3. liefde
82
waar zorgen de 3 theologische deugden van het christendom voor?
- dit zijn gedragingen die leiden tot deugdelijk gedrag en minder zondes
83
Moses Maimonides
- geliefd door moslims en christenen - benadrukte de rol van positieve én negatieve emoties, mindfulness en esthetische ervaringen (muziek)
84
in welke tijd kwam mystiek veel voor?
in de middeleeuwen
85
wie beoefenden bijvoorbeeld mystiek?
Monniken, intense zoektocht en verlangen naar een relatie met God
86
welke 4 kenmerken droegen bij aan de renaissance en de waardering voor het onafhankelijke denken?
1. creativiteit en opkomst van de kunstenaar 2. opkomst van de wetenschap 3. toenemend belang van de sociale wereld 4. opkomst van de democratie
87
hoe droeg de opkomst van de kunstenaar bij aan de renaissance en de opkomst van de waardering voor het onafhankelijke denken?
door 1. individualisme en 2. persoonlijke visie
88
hoe droeg de opkomst van de wetenschap bij aan de renaissance en de opkomst van de waardering voor het onafhankelijke denken?
logica en empirisme werden gebruikt als tools om achter de waarheid te komen
89
hoe droeg het toenemende belang van de sociale wereld bij aan de renaissance en de opkomst van de waardering voor het onafhankelijke denken?
- de (hedonistische) basisbehoeften van een mens kunnen worden gebruikt om een meer stabiele samenleving te creëren - meest ethische leidt to zo veel moghelijk geluk
90
utilitarianisme
doel van het menselijk handelen = zoveel mogelijk geluk opleveren
91
aan welk tijdperk koppel je de term utilitarianisme?
renaissance
92
hedonic calculus
geluk berekenen door de verhouding positieve en negatieve ervaringen te onderzoeken
93
hoe droeg de opkomst van de democratie bij aan de renaissance en de opkomst van de waardering voor het onafhankelijke denken?
politieke machtsstructuur zou in strijd zijn met het welzijn van de mensen, dus mensen hebben het recht om de staat omver te werpen en een andere systeem in te voeren
94
wanneer was het romanticisme?
19e eeuw
95
grootste kenmerken van het romanticisme?
1. belang van emotionele ervaringen en de intensiteit ervan 2. belang van liefde
96
wat voor invloed had het individualisme op liefde? (3)
1. huwelijk gebaseerd op affectie, trouwen vanuit liefde 2. trouwen op vrijwillige basis 3. autonomie, zelf kiezen met wie je trouwt
97
wat waren de 3 doelen van de psychologie in de 20e eeuw, voor de eerste wereldoorlog?
1. genezen van ziektes 2. bevredigend leven leiden 3. talenten koesteren
98
wat voor woord zou je periode van de 20e eeuw voor de eerste wereldoorlog geven?
holistisch
99
holistisch
betekenisvol leven etc.
100
vanuit wie kwam de eerste ontwikkeling in de zoektocht naar welzijn?
William James
101
William James, wat onderzocht hij?
- hoe de menselijke potentie ontwaakt - veranderende staten van bewustzijn
102
Alfred Adler
- individuele psychologie - benadrukte het belang van het sociale gevoel bij een gezonde ontwikkeling
103
bekende slogan van Alfred Adler
elk kind kan alles leren
104
wie is bekend geworden met de slogan "elk kind kan alles leren"?
Alfred Adler
105
Wie is bekend van de individuele psychologie?
Alfred Adler
106
wie is bekend van de analystische psychologie?
Carl Jung
107
Welke vorm van psychologie is van Carl Jung o.a.?
analytische psychologie
108
wat is nog meer bekend van Carl Jung naast de analytische psychologie?
persona, en dat je die moet integreren met andere componenten van het zelf, zoals betekenisgeving in het leven
109
persona
het sociale zelf
110
van welke stroming is Abraham Myerson een aanhanger?
mentale hygiëne beweging
111
wie was onder andere aanhanger van de mentale hygiëne beweging?
Abraham Myerson
112
wat was de mentale hygiëne beweging?
deze promoot het belang van mentale gezondheid
113
welke term introduceerde Abraham Myerson?
eufatica
114
wie introduceerde de term eufatica?
Abraham myerson
115
wat betekent de term eufatica?
stroming die focust op hoe iemands stemming kan worden verhoogd
116
waar lag de focus in de 20e eeuw na de tweede wereldoorlog?
op genezing
117
welk model werd in de 20e eeuw na de tweede wereldoorlog bekend?
disease model
118
welke twee dingen kwamen in de psychologsiche tak op in de 20e eeuw na de tweede wereldoorlog?
1. behaviorisme 2. psycho-analyse
119
waarop reageerde Maslow?
- op het feit dat er veel over tekortkomingen van de mens in onderzocht, maar minder over de positieve kanten - op de psycho-analyse en het behaviorisme
120
wat zijn 3 kenmerkende ideeën vanuit de humanistische psychologie?
1. gedrag wordt bepaald door perceptie van de wereld en iemands zingeving 2. mensen zijn níét alleen product van omgeving of genen 3. mensen zijn intern gedreven en gemotiveerd om hun menselijke potentieel te vervullen
121
waarom werd de humanistische psychologie niet zo populair?
1. het was gefocust op theorie, ze toetsten deze niet 2. de manier van onderzoek doen: interoceptie en case-studies
122
2 verschillen tussen de positieve psychologie en de humanistische psychologie?
1. humanistisch = gefocust op theorie, positief = focus op empirisch bewijs 2. humanistisch = case-studies, positief = focus op de "gewone" mens
123
wie is grondlegger/voorman van de positieve psychologie?
Martin Seligman