Hoorcollege 11: positieve instituties Flashcards

Gebaseerd op de dia's, mijn aantekeningen en een samenvatting (29 cards)

1
Q

waarom is positieve instituties een element van de positieve psychologie?

A
  1. omdat onze positieve ervaringen en het optimaliseren van ons eigen welzijn voor anderen consquenties heeft, misschien wel negatieve
  2. we zijn ook afhankelijk van onze omgeving en structuren, dus moeten die structuren onderzocht worden
  3. er is ook sprake van collectief welbevinden, en de effecten daarvan worden overgedragen op andere groepen en tijden (besmetting), dus zo ben je ook bezig met de volgende generaties
  4. gelukkige mensen zorgen voor een florerende samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn instituties?

A
  • socio-relationele regels en gewoontes die zijn geëvolueerd in sociale systemen
  • ze creëren mutual verwachtingen en maakt het leven meer voorspellend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

informele instituties

A

gebruiken binnen een cultuur (handen schudden, 3 kussen, sinterklaas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formele instituties

A

gemaakt door de overheid of school bijvoorbeeld (wetten bvb)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn positieve instituties?

A
  • instituties die zorgen voor positieve ervaringen en trekken
  • of instituties die zorgen voor positieve trekken een daardoor –> positieve ervaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ripple effect van positieve instituties

A
  • positieve instituties zorgen voor een positieve interventie of initiatief –> dat zorgt voor positieve trekken –> positieve ervaringen –> positieve collectieve ervaringen –> positieve instituties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke instituties hoort bij: the need for new members

A

family

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke instituties hoort bij: health and sickness control

A

healthcare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke instituties hoort bij: kennisverwerving

A

universiteiten, wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke instituties hoort bij: controleren van members

A

rechten, wetten, politie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke instituties hoort bij: bescherming

A

militairen en de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 voorbeelden van positieve instituties:

A
  1. werkomgeving
  2. gezondheidszorg
  3. educatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 elementen van work engagement

A
  1. vigour
  2. dedication
  3. absorption
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

work-engagement: vigour

A

jouw energie die je in het werk steekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil: job-demands en job-resources

A
  • job-demands zorgen voor negatieve uitkomsten
  • job-resources zorgen voor positieve uitkomsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

strengths use support

A

werknemers laten doen waar ze goed in zijn

17
Q

tegenovergestelde van een burn-out

A

employee engagement

18
Q

employee engagement

A

werkgerelateerde kracht, toewijding en absorptie

19
Q

deze 5 onderdelen dragen volgens het Job characteristics model bij aan een flow-ervaring:

A
  1. skills variatie
  2. taakidenditeit: maken van een heel product
  3. taak significatie: impact op anderen
  4. autonomie
  5. feedback
20
Q

waar refereren we naar met de term gezondheidszorg?

A

het hele systeem van dokters, psychologen enz.

21
Q

sociaal kapitaal

A

een web van connecties binnen sociale netwerken, maar ook de connecties tussen sociale netwerken

22
Q

de 6 aspecten van Huberts positieve-gezondheidsspinnenweb

A
  1. lichaamsfuncties
  2. mentaal welbevinden
  3. betekenis
  4. kwaliteit van leven
  5. participatie
  6. dagelijks functioneren
23
Q

is er een relatie tussen leren en welzijn?

A

ja:
positieve emoties leidt tot betere leervaardigheden

24
Q

wat is de formule voor happiness?

A

Happiness = setpoint + omstandigheden + vrijwillige acties

25
positieve educatie
de toepassing van positieve psychologie in educatie-context om welbevinden te promoten, zodat medewerkers en scholieren kunnen floreren
26
hoe welbevinden op scholen leren?
1. learn = leer ze over welbevinden 2. live = laat de rolmodellen de principes van welbevinden uiten 3. teach = leer de scholieren over welbevinden 4. embed = principes van welbevinden in schoolpolicies stoppen
27
hoe ontstaat (positiviteit in) een institutie?
1. individueel initiatief 2. gekopieerd door anderen 3. veranderingen in socio-relationele regels/gewoontes 4. creëren van een (positievere) institutie
28
emotioneel mechanisme: elevation
het geeft je een goed gevoel om iemand een act of kindness te zien doen
29
emotioneel mechanisme: emulation
motivatie om ook te doen (helpen) wat je ziet gebeuren