Hoorcollege 1B Flashcards

Variabelen, steekproeftrekken en centrummaten (19 cards)

1
Q

Wat verstaan we onder de term proefpersonen?

A

Alle personen die aan het onderzoek meedoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat verstaan we onder de term variabelen?

A

Alle vragen waarop proefpersonen een score krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bedoelen we met ‘‘meetniveau van een variabele’’?

A
  • Geeft aan welke informatie in scores op variabele je serieus neemt.
  • Meetniveau ligt niet vast, gebruiker kiest meetniveau.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke drie meetniveaus zijn er?

A
  • Nominaal -> Je vat cijfers op als labels
  • Ordinaal -> Cijfers geven een ordening
  • Kwantitatief -> cijfers bevatten kwantitatieve informatie en je mag er mee rekenen.

Kies het hoogst mogelijke inhoudelijke zinvolle meetniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke twee manieren kan steekproeftrekken?

A
  • Select -> gebruik beschikbare mensen.
    -Aselect -> selecteer mensen willekeurig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe trek je een aselecte steekproef?

A

-Zet je operationele populatie in een sampling frame
vb: Populatie: inwoners van Groningen en dan sampling frame: telefoonboek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe trek je een aselecte steekproef?

A

-Zet je operationele populatie in een sampling frame
-Nummer ieder persoon in sampling frame
-Genereer aantal random numbers en benader de personen die bij die nummer horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verstaan we onder de term variabiliteit?

A

De mate waarin statistieken variëren over steekproeven heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat verstaan we onder sampling error?

A

Verschil tussen statistiek (steekproef) en parameter (populatie)
Sampling error is groter voor een kleinere steekproef en bij grotere variabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat verstaan we onder de term Bias?

A

Structurele afwijking tussen steekproef van populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bedoelen we met sampling bias?

A

Kans om in een steekproef te komen is onbekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bedoelen we met response bias?

A

De manier waarop een vraag wordt gesteld heeft invloed op het antwoord
Is de vraag verwarrend of controversieel?
Willen mensen sociaalwenselijk antwoord geven?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bedoelen we met non-response bias?

A

Missende antwoorden op bepaalde vragen.
Bepaalde mensen doen niet mee aan (een deel van) het onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ga je om met bias en variabiliteit?

A
  • Grote bias kan komen door operationele populatie wijkt veel af van doelpopulatie -> gebruik simple random sample uit doelpopulatie -> of corrigeer voor bias in analyse.
  • Grote bias kan ook aan de meting zelf liggen -> pas deze dan aan.
    -Bij een grote variabiliteit kun je n verhogen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bereken je de mediaan?

A

Middelste getal van de geordende scores
Verdeling symmetrisch -> gemiddelde =mediaan = modus
Mediaan is de resistente maat -> extreme score verandert de mediaan weinig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je het gemiddelde?

A

Som van scores gedeeld door het aantal scores.
Gemiddelde is gevoelig voor uitbijters -> gemiddelde is niet resistent.

17
Q

Hoe bereken je de modus?

A

Meest voorkomende getal.

18
Q

Notatie van date

A

-Ieder persoon geven aan met index i (i = 1,2,….,n) (n=5 in dit geval).
-Y is een variabele
- Observatie Yi is de score op variabele y voor persoon i.

19
Q

Gemiddelde Y met streepje erboven

A

gemiddelde = som van scores gedeeld door aantal.
symbool voor gemiddelde van y: y met streepje erboven.