Huiswerk Flashcards
(28 cards)
secundaire appraisal van stress
het inschatten van eigen mogelijkheden om met de situatie om te gaan
1e fase GAS (General Adaptation Syndrome)
verhoging bloedspiegelwaarde door adrenaline, noradrenaline en cortisol
stressbronnen:
* individu gerelateerd
* familie gerelateerd
* maatschappij gerelateerd
polygraaf = stressreacties meten
iemand vindt in een onderzoek een relatie tussen social steun en lichamelijke gezondheid
welke onafhankelijk is van hoeveel stress iemand meemaakt
Direct-Effect hypothese
Indirecte route tussen stress en ziekte houdt in dat het proces gaat via gedrag
Biofeedback
stress reductie techniek, gebaseerd op operante conditionering
Indirecte determinant
invloed van determinanten loopt via andere variabelen (biopsychosociaal)
Sarafino & Smith - 3 vormen van preventie
1) primaire preventie = voorkomen ziekten/gezondheidsproblemen
2) secundaire preventie = vroegtijdig ontdekken
3) tertiaire preventie = optimaal leren omgaan met ziekten/gezondheidsproblemen
Sarafino & Smith - 3 soorten health behavior
1) well-behavior
2) symptom-based behavior
3) sick-role behavior
Beredeneerd Gedrag Model (Theory of Reasoned Action)
de belangrijkste determinant van bepaald gedrag is de intentie/motivatie dat specifieke gedrag uit te voeren
de intentie wordt bepaald door 3 primaire determinanten:
1) attitude (afweging voor/nadelen van het gedrag)
2) subjectieve normen (subjective norms; wat men denkt dat anderen verwachten)
3) verwachte gedragscontrole (perceived behavioral control; in hoeverre men het gedrag denkt uit te voeren)
De “daadwerkelijke gedragscontrole” is de belangrijkste uitbreiding van het model Theorie van Gepland Gedrag
Verschil ASE en Beredeneerd Gedrag Model
ASE heeft sociale invloeden i.p.v. subjectieve normen
3 soorten:
1) subjectieve normen
2) sociale steun/sociale druk (directe invloed)
3) modelling
ASE = Self-Efficacy ipv Behavioral Control
ASE - meet relevante beliefs
Beredeneerd Gedrag Model - meet relevante beliefs + evaluatie van dat belief
Bandura’s Social Cognitive Theory + Theory of Reasoned Action = ASE
in Social Cognitive Theory wordt “intentie” verklaard door 3 soorten determinanten
1) afweging voor-en nadelen
2) sociale invloeden (modelling)
3) inschatting eigen kunnen
3 tekortkomingen Health Belief Model
1) nadruk op de ervaren dreiging als determinant
2) niet passend verklaren gewoonte gedrag
3) gebrek aan duidelijkheid hoe goed de factoren in het model gemeten kunnen worden
Belangrijkste verschil protectie motivatie theorie en health belief model
inschatten eigen vaardigheden op gedrag (beter uitgewerkt in protectie motivatie theorie
Stages of Changes
= Construct
Sociaal-Cognitieve Gedragsverkaringsmodellen
- deze modellen benadrukken de rol van persoonlijke determinanten van gedrag (bv cognities over voordelen van het gedrag en steun van anderen om het gedrag te vertonen)
- deze modellen horen in de 1e fase van de interventiecyclus: diagnosefase
1) probleemanalyse
2) gedragsanalyse
3) determinantenanalyse (modellen)
Bij verslaving is er sprake van fysieke én psychologische afhankelijkheid van een product
Fysieke afhankelijkheid:
1) tolerantie
2) ontwenning
-bij psychologische afhankelijkheid hoeft men niet ook fysiek afhankelijk te zijn
Sarafine & Smith noemen 6 factoren bij verslavingsproces:
1) reinforcement
2) voorkomen ontwenningsverschijnselen
3) cues
4) persoonlijkheid
5) verwachtingen
6) genetische factoren
programma’s/strategieën ter voorkoming overmatig gebruik
health promotion & education programs en Family Involvement Approaches
Helpen met stoppen
belangrijkste psychologische technieken = verhogen self-efficacy, motiverende gespreksvoering, cognitieve gedragsmethoden
4 belangrijke cognitieve gedragsmethoden
1) veranderen van persoonlijkheid en cognities
2) stressmanagement
3) positieve bekrachtiging
4) cue exposure
4 oorzaken relapse
1) ontwenningsverschijnselen
2) ontevredenheid over uitwerking van niet meer gebruiken
3) niet bekwaam voelen clean te blijven
4) minimaliseren risico’s
Preventieterugval - relapsee-preventiemethode Marlatt &Gordon
kern is zelfmanagement (herkennen risico situaties + aanleren coping strategieën)
Roken = dichotoom (je rookt wel/niet. wel roken = slecht)
voeding is niet dichotoom
Belangrijkste voedingsstoffen (5 groepen)
1) koolhydraten (verbindingen van 1 of meer suikermoleculen, belangrijkste bron van energie, moeilijk op te slaan)
2) vetten (lipids; onbeperkt opslaan, obv de chemische constructie van vetmoleculen verdeeld in verzadigde en onverzadigde vetten)
- verzadigd = dierlijk = vergroot kans op hart en vaatziekten
3) proteins (belangrijke bouwstof, ketens aminozuren)
4) vitamines (wateroplosbaar BC en vetoplosbaar ADEK)
5) mineralen
6) vezels
tekort A - verminder gezichtsvermogen
tekort D - broze botten
tekort ijzer - bloedarmoede
teveel verzadigd vet = verhoogde kans hart & vaatziekten, verhoogde bloeddruk, overgewicht, bepaalde vormen van kanker, type II diabetes Mellitus
Set-Point-Theory
stelt dat elk lichaam een set (aanleg) gewicht heeft, dat het lichaam probeert te behouden